Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 15
(1966)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
Portretten van Guido GezelleHet marmeren borstbeeld van Guido Gezelle door Jules Lagae werd te Kortrijk onthuld op Paasmaandag 1903.Ga naar eind1 Het zou later, beschut tegen weer en wind, onderdak vinden in het stedelijk museum en vervangen worden door een bronzen afgietsel. Kort na de inhuldiging verspreidt het Huis J. Tremmery-Jacqueloot, markt 16, onder de titel ‘Meester Gezelle en is niet dood!’ volgende oproepGa naar eind2: ‘Neen, de groote Meester is niet dood, hij leeft en zal blijven leven in zijne onnavolgbare werken en gedichten. Hij leeft en zal blijven leven in het geheugen van alle Kortrijkzanen, die hem zoo geern zagen. Hij leeft in zijn prachtig borstbeeld te zijner gedachtenis bij zijne geliefde O.L. Vrouwkerk opgericht; maar hij leeft ook en zal blijven leven in zijn prachtig portret door M. Bogaerts geschilderd en waarop zijne minnelijke wezenstrekken zoo wonderlijk zijn weergegeven. De groote Meester staat daar, niet als denker, maar als priester, met zijnen vriendelijken glimlach, die hem zoo eigen was, en die hem van de Kortrijkzanen zoo zeer deed beminnen; ook mag niemand nalaten naar de uitstalling van den vertegenwoordiger van M. Bogaerts te gaan zien, 't is te zeggen bij den heer J. Tremmery, waar het portret ten toon gesteld is. Ook ten einde eenieder zich zulk eene eenige gedachtenis van den grooten Meester, van den beminnelijken priester zoude kunnen aanschaffen, heeft M. Bogaerts besloten portretten van Meester Gezelle te schilderen van af den prijs van 20 Frank, kader inbegrepen...’ enz. Deze publiciteit, aangevuld met een dito aanbod voor het ‘portretten schilderen van eerste communiekanten, knechten en meisjes, te beginnen van 20 Frank, kader inbegrepen. Gelijkenis gewaarborgd’ en met de geruststelling dat ‘de portretten die niet zouden voldoen, worden kosteloos veranderd of teruggenomen’, is vermoedelijk met betrekking tot de fantasieënrijke beeldcultus van Gezelle de eersteling. De portretkunst van M. Bogaerts, ‘weerdig in de schoonste prachtkamers of salons te prijken’, wekte in later jaren navolging, en van ongelijke waarde! Voor een gelukkige onderbreking zorgden, in 1946, Stijn Streuvels als vertegenwoordiger van de Familie Gezelle en Paul Lateur als beeldhouwer, toen zij van het oorspronkelijk dodenmasker van de dichter zestig nu gezochte afgietsels op de markt brachten. In dit sprekend dokument werden, na tal van onverantwoorde en zelfs wansmakelijke ‘portretten’, piëteit en waarheid met elkaar verzoend. Hoewel geen specifiek kunstwerk vormt het dodenmasker van Guido Gezelle inderdaad de toetssteen die onmisbaar is voor de vergelijking en waardering van de hier besproken kunstwerken. Het aantal portretten van Gezelle, geschilderd of geboetseerd naar het leven, is uiterst beperkt. Wij kennen er slechts twee, en misschien een derde dat een grensgeval kan zijn. Mochten er naar aanleiding van dit opstel andere te voorschijn komen, met dank zou daarvan kennis genomen worden. Gezelle's klacht in het gedicht Moederken van 4 mei 1891 blijft ons wat zijn persoon betreft bespaard. Rekening houdend met de mogelijkheden van de fotografie in de 19e eeuw hebben wij geen reden tot klagen. Dat de dichter portretschuw zou zijn geweest en zijn schuwheid een hinderpaal zou hebben betekend voor kunstenaars die hem met verf of beitelwerk van steene wilden vereeuwigen, kan men op grond van de bestaande dokumenten moeilijk beweren. Reeds uit een brief van Eugeen Van OyeGa naar eind3, geschreven te Torhout op 25 juli 1860 naar aanleiding van een voorbarig doodsbericht aangaande Kardinaal Wiseman, kan men afleiden dat de dichter zich wel eens liet fotograferen. Exemplaren bleven bewaard en zijn gekend. Twee jaren later klaagt dezelfde briefschrijver erover geen afdruk te bezitten van een foto welke hij bij Leuvense vriendden heeft gezien. Indien Gezelle zijn vraag daarnaar niet overijld heeft ingewilligd, is dit voorzeker geweest uit priesterlijke bescheidenheid en afkeer voor de nogal dweperige toon van de oud-leerling. De zonen van het mogelijk portretschuw moederken hadden ten andere de kunst in het bloed. Waarom zouden zij afkerig hebben gestaan tegenover het scheppend werk van artiesten die hen persoonlijk kenden of die het, dank zij een bevriende relatie zoals Gustaaf Verriest, van Gezelle gedaan kregen voor hen te poseren? Hugo Verriest getuigt dat Guido's jongere broer Romain, desnoods in de duik, beeldhouwer wilde worden, een vak waarin zijn neef Karel Lateur zijn talent heeft laten blijken.Ga naar eind4 En daar is ook Romain's zoon Sef, eigenzinnig maar onmiskenbaar begaafd als schilderend autodidakt, waarover wij het verder nog moeten hebben. Wij dienen dus geen ongewone argumenten op te sporen om het uiterst gering aantal portretten naar het leven te verklaren. Het ligt, in die jaren gelijk vandaag, in de aard der dingen. Kunst kost geld; hoe zou een eenvoudig priester daaraan willen denken? Pas in 1894 ontstaan dan van deze franciskaanse man de twee portretten die vrij algemeen gekend zijn: het borstbeeld door Jules Lagae en het schilderij door Hendrik De Pondt. Dit tweede portret wordt bewaard in het Engels Klooster in de Carmerstraat te Brugge.Ga naar eind5 Gezelle heeft het meegebracht uit Kortrijk. Het is tonalistisch somber, tamelijk koud zelfs maar toch evenwichtig van compositie. De dichter kijkt naar de toeschouwer, terwijl hij de rechterhand met de ganzepen even laat rusten, en met de linker een vrij groot schrift schuin rechtop houdt. Op de achtergrond bemerkt men een schrijftafel en veel boeken. De Pondt heeft voor dit portret dichterlijke vrijheid aangewend. Ganzepen en schrift blijken niet overeen te stemmen met Gezelle's gewone manier van doen. Toch is het een fraai stuk van een zekere monumentaliteit en wijding. Jammer dat | |
[pagina 59]
| |
links: Het Gezelleborstbeeld te Kortrijk.
het niet voor het publiek zichtbaar is. Hoe het schilderij ontstaan is of wat aanleiding ertoe gegeven heeft, is niet met zekerheid te zeggen. Maar het gedicht Van den ouden boomGa naar eind6 moet in dit verband stellig vermeld worden. Gezelle heeft het, in 1894, opgedragen aan dezelfde portrettist. Gebeurde zulks misschien ter gelegenheid van het modelzitten? Het lijkt niet uitgesloten als wij zien dat er, rond hetzelfde tijdstip, een gelijkaardige eer te beurt valt aan beeldhouwer Lagae. Merkwaardig zou dan zijn dat dichtwerk en portret beide duidelijk de sporen dragen van bezinning over de nakende levensavond. Het borstbeeld door Jules LagaeGa naar eind7 is blijkbaar in een gelijkaardige atmosfeer tot stand gekomen. De laatste stroof van het gedicht Memento HomoGa naar eind8, gedateerd 24 october 1894, is niets anders dan een epiloog op dezelfde hoofdidee. Gezelle's omgang met de doodsgedachte wordt daarin even gemilderd door een allusie op het Horatiaans monumentum aere perennius: ‘Zoo dichtte ik, als Lagae mijn beeld
zorgvuldig evenaarde,
en poetste mij, onsterflijk, na...
in pottebakkers aarde!
De kleine cesuur met de drie... en de laatste regel laten even de monkel van de levenswijze man doorschemeren. De nadrukkelijke verwijzing in de laatste stroof en een getuigenis van dr. Gustaaf VerriestGa naar eind9 samen met de datering op het borstbeeld zelf geven een vrij betrouwbare kijk op de omstandigheden waarin dit centraal portret werd geboetseerd. Dokter Verriest schrijft: ‘Gezelle ook, vertelde mij beeldhouwer Lagae, haalde, onder het langdurig “modelzitten”, van tijd tot tijd een kleen potlood uit en schreef een paar woorden op een vierkant papierken; maar, dat ging alles zoo stille en onbemerkt vandaan!’. Geen ganzepen en geen lijvig foliant zoals De Pondt ze schilderde maar papierenrechts: Het borstbeeld van Gezelle, geboetseerd door Jules Lagae.
vondelingskens gelijk zij in het Gezelle-Museum te zien zijn, vingen de gedachten op welke de dichter door het hoofd gingen bij het duldig poseren. Is dezelfde getuige de man geweest die de beeldhouwer bij de dichter introduceerde? Vermoedelijk wel. Jules Lagae, toen pas 32 jaar en geboren Roeselarenaar, had zes jaar daarvoor, in 1888, de eerste Prijs van Rome behaald. Hoewel sinds 1881 te Brussel gevestigd, was zijn faam in de artistieke middens van het Kortrijkse bekend. Dat er persoonlijke kontakten bestonden tussen Lagae en dr. Verriest blijkt uit bovenstaande anekdote. En dat Lagae niet naar een bestaand portret maar naar het levend model heeft gewerkt, weten wij zowel uit het vers van Gezelle zelf als uit de aard van Lagae's kunstenaarschap. ‘Lagae is de man geweest van het levend model’ schrijft Hilaire GellynckGa naar eind10 n.a.v. diens eeuwfeest-herdenking te Roeselare in 1962: ‘De buster die hij naar foto moest maken, beschouwde hij niet als persoonlijk werk’... Wie het borstbeeld te zien kreeg, geraakte erover in geestdrift. Van hun getuigenissen moet niets worden teruggenomen. Het derde portret waarvan wij hier de vermelding nodig achten, is van de hand van Jozef Gezelle, zoon van Romaan en broer van Cesar. Deze figuur wordt door Stijn Streuvels ongenadig scherp getekend in de Kroniek van de familie Gezelle.Ga naar eind11 Het portret van zijn oomGa naar eind12 draagt jaartal noch handtekening, en het is zeer de vraag of het naar het leven werd geschilderd. De voorstelling doet denken aan de foto welke uit de jaren 1898-99 tot ons is gekomen, en waarop de oude Gezelle met vermoeide blik en slappe handen één beeld is van meewarigheid en wachten op de dood. Misschien hebben deze foto én persoonlijke herinneringen samen de schilder geïnspireerd. Sef Gezelle heeft er niettemin al zijn talent in gelegd. Het werk is in bruine tonen gehouden en van onloochenbare waarde. De kunstenaar heeft het moeten oprollen om het mee te nemen op zijn vlucht in de eerste wereldoorlog, | |
[pagina 60]
| |
Gezelleborstbeeld te Kortrijk: schets van het eerste voorontwerp met aantekeningen, door Jules Lagae.
zodat de verflaag nu bij plaatsen bobbelig is opgezet. Wij durven hopen dat het goed bewaard moge blijven. Onder de portretten die ontstaan zijn na de dood van Guido Gezelle, bekleden het borstbeeld door Jules Lagae te KortrijkGa naar eind13 en het later standbeeld aan de O.L. Vrouwkerk te Brugge de ereplaatsen. Slechts over het eerste willen wij nog even handelen omdat het zo dicht staat bij het portret uit 1894 van dezelfde beeldhouwer. Lagae die wist en aanvoelde dat er ditmaal méér verlangd werd dan een kamerskulptuur, heeft zich voor de vormgeving laten inspireren door het Kaiser Friedrich-Denkmal te Frankfurt a.M. Hij stuurde overigens een kleurprentkaart van dat voorbeeld naar het Gezelle-comité te Kortrijk om zijn voorstel te verduidelijken. Zoals blijkt uit de hierbij afgedrukte schets, heeft de kunstenaar eerst gedacht aan een vrij groot borstbeeld in een monumentale nis, maar door allerlei omstandigheden, ondermeer van financiële aard, is de voorkeur uiteindelijk gegaan naar een vrijstaande buste in marmer. Toch is daarop nog iets van de oorspronkelijke vormgeving merkbaar, nl. in het gedrapeerd gewaad dat aan de Gezelle-figuur enigszins de allures geeft van een académicien uit de romantische tijd. Nog andere kunstenaars hebben gepoogd Gezelle posthuum met een portret van eigen vinding te eren. Enkele van deze schilderijen, beelden of tekeningen worden in het Gezelle-Museum bewaard, in de onmiddellijke nabijheid van het origineel dodenmasker en van het onvervangbaar werkstuk van Jules Lagae uit 1894. De kritische bezoeker heeft de maatstaven dus bij de hand. Het vermelden waard is daar het portret dat de Brugse schilder Hendrik De Graer in 1905 gemaakt heeft voor Monseigneur Waffelaert en dat later door Mgr. Lamiroy geschonken werd aan het museum. Enkele jaren geleden is rond dit schilderij nogal wat te doen geweest toen er bij de uitgifte van de | |
[pagina 61]
| |
Gezelle-postzegel bepaalde auteursrechten werden gevorderd. Sef Gezelle heeft destijds op de keerzijde van een reproductie van dat portret zuurweg geschreven: ‘gemaakt niet naar het leven maar naar foto's en gissingen. Ik was er bij’. Gaby Gyselen | |
[pagina 62]
| |
Het Engels klooster te Brugge.
In de Gezelletuin te Brugge.
Foto's Brussele. | |
[pagina 63]
| |
Het Gezellehuis te Brugge
Foto's Brusselle Het Gezellemuseum te Brugge
|
|