pen bezoekt, maar al bladerend en lezend en kijkend in dit heerlijke werk van Filip Tas, is voor degene, die bladerde, keek en las, waarheid geworden, wat Ivo Michiels in zijn inleiding schreef. Uit ‘Antwerpen, Stad aan de Stroom’ is de lévende stad Antwerpen hem tegemoetgetreden, en hij is ontroerd en verrukt soms blijven staan in het ondergesneeuwde Middelheimpark, in de smalle, oude straten, op de verlichte, rijke boulevards, die naar het hart van de metropool voeren en hij hoorde opnieuw de schorre roep van de schepen en het metaalachtige dreunen van windassen aan de dokken... Als een boek dàt kan, als een werk zóveel kracht en innigheid uitstraalt, dan mag minstens gezegd worden, dat het goed en mooi is. Maar het is méér dan dat: een prinselijke uitgave, die, samen met ‘Vlaanderen tussen gisteren en morgen’, de trots van de uitgever en de medewerkers volkomen wettigt. Zij dienen er allerhartelijkst om gelukgewenst.
Wij waren reeds vroeger in de gelegenheid het werk van fotograaf Filip Tas te bewonderen. Wij hebben deze man - bij zover wij, als leek in het vak, kunnen en mogen oordelen - dadelijk beschouwd als één der beste kunstfotografen van Vlaanderen. Zijn boek komt nu bevestigen, dat wij inderdaad juist hebben gezien, want wat Tas gezien en gefotografeerd heeft in het Middelheimpark of bij voorbeeld op de Schelde bij avonden maanlicht, zullen weinigen hem nadoen. Met dergelijke kunstenaars hoeven wij niet meer óp te kijken naar het buitenland: wij bevinden ons op hetzelfde niveau; trouwens, ook in het buitenland worden niet elk jaar klasse-fotografen geboren.
En wat het geheel van het boek betreft - én om de inhoud, én om de vormgeving - mogen wij overàl, waar ook ter wereld, met opgeheven hoofd naar voren treden. Vlamingen hebben soms al té veel de neiging om het buitenlandse torenhoog boven het eigene te stellen - ons minderwaardigheidscomplex speelt ons nog al te vaak parten - maar dit boek kan gerust de vergelijking doorstaan met tal van veelgeprezen buitenlandse uitgaven.
Daarom verheugt het ons in het bijzonder, dat de teksten ook in het Frans, Engels en Duits werden opgenomen. Maddy Buysse en Josef Goeyens (Frans), Arthur Birt (Engels) en de bekende Georg Hermanowski (Duits) hebben zich voortreffelijk van hun taak gekweten. Voor de grafische vormgeving en de kaarten stond Boudewijn Delaere in: nog iemand, die men ons mag benijden. Onze grote waardering eveneens voor Karel van Deuren, redacteur bij Gevaert-Agfa, die de fotoredactie en de verklarende teksten voor zijn rekening nam. Zulke mensen doen méér voor de Vlaamse Zaak, dan tal van politici, die dag en nacht schermen met hun eigenbelang, dat zij verwarren met Vlaanderens belang.
En last but not least, een hartelijk proficiat aan de onbekenden achter zetmachine, invormtafel, drukpers of in de boekbinderij. Ook dergelijke vaklui bouwen efficiënt mee aan onze cultuur!
Dat dit boek thuishoort in de bibliotheek van élke Vlaming, hoeven wij niet meer te zeggen. De prijs mag geen beletsel zijn: goede waar màg betaald worden en in dit geval krijgt men méér dan waar voor zijn geld.
Julien Van Remoortere