Luc Verbeke:
‘Van donker naar licht’
Luc Verbeke heeft zijn tweede verzenbundel gepubliceerd. Hij heet ‘Van donker naar licht’ en deze titel wordt nog doorzichtiger wanneer we weten dat de eerste bundel ‘Gezangen in de deemstering’ (1951) bevatte (Oudenaarde, Drukkerij-Uitgeverij Sanderus, 1965, 48 blz., één illustratie: Roger Cools). Uit de onrust en de deemstering van de jeugdjaren groeide de dichter naar het licht van de mannelijke rijpheid. We kunnen het eveneens zo opvatten dat we uit het duistere mysterie van onze oorsprong op weg zijn naar het licht van onze eeuwige bestemming. Aan het ene en het andere herinnert ons het eerste gedicht dat dateert uit 1944 en hier klaarblijkelijk werd opgenomen om duidelijk te maken waar we eigenlijk moeten vertrekken. Daarnaast plaatsen we dan onmiddellijk ‘Berusting’:
ergens een ster in 't duister,
Luc Verbeke
Luc Verbeke spreekt een taal die sommige tijdgenoten niet meer kunnen of niet willen verstaan: de taal van de kristelijke deemoed en af en toe ook van de Vlaamse strijdbaarheid. De achterdochtigen moeten niet vrezen dat zij banaliteiten of rijmelarij krijgen opgediend. De échtheid en oprechtheid, die de gehele bundel kenmerkt, vormen zijn overtuigendste eigenschappen. Wellicht zal men er de romantiek bij te pas brengen, maar dan betreft het de énige grote romantiek: die van de werkelijkheid zoals ze spreekt uit het kwatrein dat de tweede afdeling van de bundel bij wijze van motto voorafgaat:
In haar pogen tot wereldvernieuwing
heeft de jeugd het bij het rechte eind.
Maar de wereld geraakt niet vernieuwd
omdat te velen hun jeugd verliezen.
Op de weg van donker naar licht heeft ook de vrouw een aanzienlijk aandeel gehad; daarbij duikt begrijpelijkerwijze de vroegere weemoed weer op zoals in ‘Vergankelijkheid’: