West-Vlaanderen. Jaargang 14(1965)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende poëtisch bericht Nachtwerk Dit gedicht werd bekroond met de ‘Prijs van de Vlaamse Poëziedagen’, 1965. De oude zon krast in mijn hoofd de kleine naampjes van de dood. En van de vogel die nog rood van vuur en warme dromen hoog genesteld zat, resteert alleen een bleke vlam, het boeiend en vergeten hart dat klopt en nog maar even wacht. Straks val ik in de nacht. Van de tortels in het gras en van het kind dat ik ooit was vergeet ik 't slaan en zelfs de lach. Het vuur geraakt verteerd, een droom kan men niet eten als men in 't donker ligt te zweten tussen dood en leven. Ik kan zo denken aan de dag, mijn vrouw proberen te begeren en tasten in haar slapend vlees naar de bronnen van het leven. Maar ik denk mezelf niet vrij van het krassen in mijn hoofd, van de vlam die stil uitdooft in de glorie van de dood. Jozef Deleu Vorige Volgende