West-Vlaanderen. Jaargang 13

[p. 418]

poëtisch bericht
Einsam bin ich nicht allein

wij zijn anders
ongemeenzaam
meestal eenzaam
maar met God.
medemensen
die gemeenzaam
zelden eenzaam
zijn van lot
kunnen ons
die immer dorsten
naar 't Volmaakte
't ongetaakte
niet bevatten
niet verstaan
zij zijn anders
wij zijn anders
moeten stiller
wegen gaan.
maar wanneer
de wegen kruisen
van twee zielen
naar Gods Wil
Zuster Eenzaam
Broeder Eenzaam
worden beiden
heilig stil.
d'Aarde beeft
bij hun ontmoeting
d'Hemel lééft
bij hun begroeting
Jesus en Maria
saam
prevelen hun
beider naam.
Englen komen
toegevlogen
zingen, juichen
blij bewogen
en de Hoge
Heilge Geest
viert een
vlammend
liefdefeest.

o gij fijne, rose ziele
o gij pure hemelbloem
'k mocht uit 't Paradijs U plukken
'k mocht U aan mijn boezem drukken
gij, mijn liefste, die ik roem
zink in mij, in lijf en leden
als een wierook van gebeden
als een bloemengarve in 't bloed
zo oneindig bevend zoet
o gij innigste der vrouwen
mij doorvoedend met vertrouwen
vul mijn aren, vul mijn lenden
vul mijn harte, vul mijn borst
vul mijn mond, dat ik U zinge
vul mijn hoofd, opdat ik dringe
in der Heemlen hoog gewelf
vul mijn onderste organen
opdat ik al d'aardse wanen
met mijn Geestziel ommedelf
stijg in mij als druivenwijn
laat ons bij Heer Jesus zijn
Hij omarmt ons. Hij bemint ons
Hij geneest ons met Zijn Blik
Hij zal wieden wat ons deert
Hij verhemelt 't oude Ik
Hij schenkt Liefde die nooit keert
Zalig haar en zalig mij
Heer, wij drinken van Uw zij
wij, Uw kindren, wij, getrouwen
die Uw Aarde willen bouwen
naar Uw Hemel Vrede-Wet
laat Uw kindren onverlet
in 't geheim elkaar beminnen
met verreinde aardse zinnen
U ter eer
lieve Heer!

Marcel Van de velde