Provinciale Kamer van Kunsten en Ambachten en Burgemeester Sercu van Ardooie namens het Algemeen Westvlaams Toneelverbond. Iemand merkte op dat de namen van alle sprekers met een B begonnen, de B van beter en best, om te eindigen met de S van Sercu, wat de aanvangletter is van sluiten en slot.
Wat zeiden die heren? Wat schreven de afwezigen, zoals Ridder P. van Outryve d'Ydewalle, Oudminister Robert Deman, Baron Jozef Ryelandt en romancier Marcel Matthijs, die een gelukwens gezonden hadden, en beaamden de aanwezigen met de schalkse glimlach van de vertedering en een glinstering in de ogen, die de innerlijke ontroering verried? Jozef Storme, in U bewonderen wij de man die in alle omstandigheden zichzelf gelijk, alles doet wat in zijn vermogen ligt om het culturele leven te bevorderen en wat niet minder telt om andere mensen te helpen en te bemoedigen.
In U leeft de oude Westvlaamse traditie, die van Gezelle over Verriest, Rodenbach, Streuvels, Verschaeve en De Laey tot ons gekomen is, een voortzetter gevonden. Zoals zij het deden hebt U geloof aan God met nationale overtuiging en sociale gezindheid verenigd. Als mens en evenzeer als kunstenaar, als schrijver van godsdienstige toneelspelen en als schilder van talrijke doeken, waarin uw wereldbeschouwing als bezielend element de vormgeving doorstraalt, hebt U schoonheid, goedheid en waarheid als blijvende waarden beoefend en verheerlijkt. Daarvoor onze dank, die meteen een uiting van eerbied en genegenheid is.
Hector Deylgat, de penningmeester van het verbond, overhandigde een chèque die moet toelaten een T.V.-toestel te kopen en Julien Van Remoortere, de redactiesecretaris van ‘West-Vlaanderen’, schonk bloemen aan Mevrouw Storme, witte en rode anjers, gevat in het varengroen van de hoop en de trouw. Toen nam de feesteling het woord om zijn eigen verdiensten te verminderen; iedereen hoorde dat wel maar niemand gaf hem gelijk; en ten slotte verzekerde hij dat hij zou trachten verder te gaan zoals tot vandaag en gelukkig zou zijn als zijn vrienden het waren. Het licht van de kaarsen streelde zijn handen toen hij weer ging zitten; buiten was de maan opgegaan en scheen op weiden en bomen. Toch een schone avond, zeiden wij, op de terugweg naar huis, tevreden omdat onze Voorzitter althans eens één avond de tijd genomen had voor zichzelf.
André Demedts