West-Vlaanderen. Jaargang 12

ontmoetingen
Eigen Kunstbezit West-Vlaanderen

Verleden jaar werd naar aanleiding der provinciale kultuurdagen het geheel der in het laatste decennium door onze provincie aangekochte kunstwerken - met uitzondering natuurlijk van het monumentale ensemble van het Permeke-atelier - voor het eerst als een geheel tentoongesteld te Brugge. Gedurende de maand december was het de beurt aan Ieper (Hotel Britannique) en van 3 tot 17 maart aan Torhout (gemeentehuis); van 11 tot 22 april is de verzameling te Wervik in de zaal der Zusters van Liefde. Het initiatief van de provincie, hedendaagse kunstwerken te verzamelen met het vooruitzicht een museum voor moderne kunst aan het op te richten Provinciaal Kultuurcentrum te kunnen verbinden, verkreeg overal de hoogste lof en waardering.

Lucien De Gheus: ‘De gekruisigde’ (1959). h.: 300 cm., seringenhout.

Thans heeft de dienst voor Kulturele Aangelegenheden onder de leiding van Gaby Gyselen een sierlijke catalogus laten verschijnen, met zeer rijke illustratie, in een prettige lay-out van J. Zutterman, een onzer beste grafici. Het ‘Ten geleide’ is van Ridder P. van Outryve d'Ydewalle. De rede die Dr. Walter Vanbeselaere

[p. 123]

Henri-Victor Wolvens: ‘Stilleven’ (1934).

uitsprak op de kultuurdag van 28 oktober 1962, werd integraal opgenomen en geeft een goed inzicht in het ensemble, dat sedert die datum nog verrijkt werd o.m. met werk van Marcel Notebaert, die nog niet voorkwam op de lijst. De cataloog bevat ook een zeer nauwkeurig opgemaakte lijst van de kunstenaars met personalia en nomenclatuur. Deze lijst is reeds uitgebreid want zij bevat 50 werken van 26 artisten: Maurice Boel, Roger Bonduel, Jules Boulez, Julien Creytens, Jan De Clerck, Lucien De Gheus, Jean-Jacques De Grave, Roger Dudant, Floris Jespers, Octave Landuyt, Jozef Noreille, Marcel Notebaert, Luc Peire, Albert Saverys, Albert Servaes, Rik Slabbinck, Gustaaf Sorel, Gilbert Swimberghe, André Taeckens, René Vandenberghe, Willem Van Hecke, War Van Overstraeten, Roger Vansevenant, Louis Verbeeck, Godfried Vervisch, Henri-Victor Wolvens. Men bemerkt dat de kunstenaars uit West-Vlaanderen domineren, maar dit is niet uitsluitend te wijten aan een begrijpelijke voorkeur van het provinciebestuur, maar ook aan het prestige der Westvlaamse schilderkunst zelf, die de twee enige Vlaamse schilders van onbetwist internationale betekenis leverde in de laatste eeuw. Ons verbond en tijdschrift achten het tot hun plicht voor dit unieke initiatief, dat een verzameling van levende kunstenaars is, hun oprechte dank aan te bieden aan het provinciaal bestuur; onze dank gaat in de eerste plaats naar de initiatiefnemer zelf, onze Voorzitter, Bestendig Afgevaardigde Jozef Storme. Wij zijn ervan overtuigd dat de Westvlaamse artiesten er prijs zullen op stellen de heer Storme ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaring (2 juli) te eren, voor de onovertroffen en door geen enkele provincie geëvenaarde kunstpolitiek, die onder zijn dynamische directie door ons provinciebestuur is ontplooid geworden.

Zoals men weet, werd in 1962 de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies toegekend aan onze Redactieleider voor de literatuur, André Demedts, voor zijn roman ‘De Levenden en de Doden’. In gemeenzaam overleg met de Provincies Antwerpen, Limburg en Oost-Vlaanderen, die mede de prijs uitloofden, huldigde onze Provincie de laureaat, op 31 maart jl., tijdens een plechtige academische zitting, in de Raadszaal van het Provinciaal Hof te Brugge. Dr. M. Vandekerckhove en Dr. H. Vergote belichtten in een dialoog de persoonlijkheid en het werk van de laureaat. Dhr. R. De Vocht, Bestendig Afgevaardigde van Antwerpen en ondervoorzitter van de jury, las het juryverslag voor. Het Westvlaams Jeugdorkest, o.l.v. dhr. J. Craeynest, verzorgde de muzikale omlijsting. - Ons Verbond en tijdschrift stellen er prijs op langs deze weg de laureaat nogmaals van harte geluk te wensen met deze belangrijke onderscheiding.