Anto Diez: ‘España’ (1962).
bewering klinkt voorzeker erg subjektief en weinig overtuigend, maar weet iemand te zeggen hoe het motief van deze schilder elders te situeren is? Voor de beelden die in de geest leven zoekt de machteloze mens, soms vertwijfeld maar in dit geval altijd verbeten, naar gelijkwaardige vormen. Men pleegt dit scheppingsproces te vergelijken met het pijnlijk gevecht van Jakob tegen de Engel. In elk geval staat het wezenlijk ver af van serene ambachtelijke arbeid die uitsluitend zou te danken zijn aan de superieure beheersing van de stof. Waardering daarvan sluit begrip voor het geval Diez niet uit! En eenmaal dat begrip verworven, begint zijn werk de toeschouwer te boeien om hem niet meer los te laten.
Het lijdt geen twijfel dat Anto Diez aldus aanknoopt bij de grote expressionistische traditie. Maar ook de grammatika van de abstrakten heeft hem in zeker opzich verrijkt: het openplooien van de koloristische waaier verloopt nu veiliger, meer beheerst. Het ware echter fout zijn werk te beschouwen als een verzoeningspoging tussen figuratief en abstrakt. Het Parijse tijdschrift ‘La Revue Moderne’ 1962 maakte gewag van een cöordinatie tussen beide, aldus beide strekkingen bij Diez op gelijke voet stellend! Dienstbaarheid van het abstrakte in funktie van de beeldende vermogens van de schilder lijkt ons beter de juiste verhouding te omschrijven. Wat anders heeft Diez te verzoenen dan zijn macht en zijn onmacht?
G. Gyselen
Wij hadden oorspronkelijk gepland, in dit nummer verscheidene besprekingen van romans en dichtbundels van onze leden op te nemen. Wegens ziekte en overlast van onze medewerkers, waren wij verplicht hiervan af te zien. Wij verontschuldigen ons bij onze letterkundigen, die ons reeds geruime tijd geleden boeken ter recensie zonden. Uitstel is echter geen afstel en in ons eerstvolgend nummer zal een ruim gedeelte van de ‘Ontmoetingen’ dan ook voorbehouden blijven aan proza en poëzie van onze leden.