| |
kunstecho's [vervolg]
Concert Muziekakademie
Op 15 december werd in samenwerking met B.R.T. West-Vlaanderen een concert aangeboden, met deelname van het gemengd koor Richten o.l.v. Guido Van Overbeke en het kamerorkest van Hendrik Moerman. Werken van Ieperse komponisten uit verleden en heden werden uitgevoerd door de muziekakademie o.m. werk van Lionel Blomme
| |
‘De Schubert-Ladder’
Te Ieper woonden we, zondag 18 november, voor de tweede keer in een goed jaar tijds een voorstelling bij van een toneelspel, geschreven door een der leden van het bekende amateursgezelschap Richten: Maurits De Clerca.
Het stuk, ‘De Schubert-Ladder’ is een komedie in 3 bedrijven, waarin drie jonge mensen, na een micro in een kroonluchter te hebben geïnstalleerd, een onschuldig gesprek afluisteren tussen hun vader - een man met onkreukbare reputatie - en het knappe dienstmeisje van het gezin. Van op de band af gehoord geeft dit gesprek aanleiding tot allerlei vreemdsoortige conclusies, waardoor de goede verstandhouding in het gezin in gevaar kan worden gebracht. Vanzelfsprekend komt alles - na heel wat verwikkelingen, waarin nog twee andere jongere kinderen uit het gezin een leuke rol spelen - terecht. Intussen maken we echter nog een paar amoereuze scenes mee van jong-verliefden, waarmee de auteur uiteindelijk last schijnt te hebben om er zich van af te maken, maar die het zout vormen, dat het pretentieloze werkje volkomen assimileerbaar maakt voor een ontvankelijk publiek.
Over de opvoering viel meer goed dan kwaad te vertellen. Op de zeven-koppige rolbezetting stonden vijf namen van debutanten vermeld. Mieke Bamelies als dienstmeisje wilde enkel zichzelf blijven en dat bleek de oplossing te zijn voor een geïnspireerde, preciese vertolking van een enigszins delikaat rolletje. Uitstekende prestatie. Egon Pannecoucke interpreteerde enigszins pedanterig en wat onpersoonlijk de rol van Geert, één der oudsten uit het gezin. Toch bracht hij het tot een bevredigende prestatie. De rol van Mia, zuster van Geert en tweede lid van het grapjas-trio, akteerde wat eenzijdig zwart, nam de zaken weleens te hard au serieux en zal vooral op een betere uitspraak dienen aan te sturen. Stefaan Morisse als Bob, laatste en degelijkste van het jeugdige driemanschap was sober maar niet ongeïnspireerd. Weinigen zouden hem in dit personage ook maar kunnen benaderen. Niet enkel omdat hij een goed akteur is, maar evenzeer omdat hij voortreffelijk piano speelt. Daarmee zal de lezer ook wel geraden hebben waarom de auteur zijn stuk ‘Schubert-Ladder’ wenste te noemen.
Brigitte Suffys en André Victoor als de twee
| |
| |
jongste spruiten uit het gezin waren behoorlijk en hebben geen schade toegebracht aan de artistieke homogeniteit van de rolbezetting. Herwig Bamelis, in het stuk de verloofde van Mia, misstond zelfs niet naast de besten. Lieve Pattyn en Rik Morisse, de twee geroetineerde krachten van de kring, die voor het echtpaar hadden in te staan, vormden de soliede steunpijlers waaromheen de jongere spelers hun akteertalenten naar hartelust konden uit-beleven.
Over decor en grime is geen kwaad te vertellen. Meester Staf Bruggen bewees met zijn regie beter dan wie ook te weten hoe het moet én met jonge spelers én met een jong auteur. De geluidseffekten die in het stuk een dominerende rol spelen, gaven weleens de indruk uit de verkeerde hoek te komen maar alles bijeen schaadde dit weinig aan de gaafheid der prestatie.
Van Maurits De Clercq willen we alleen maar schrijven dat wij hem niet enkel in staat achten tot beters, maar dat hij zichzelf tot schuldenaar van een rijk talent promoveerde.
Hector Deylgat
| |
Jabbeke
Provinciaal Museum Permeke - Actie ‘Openbaar Kunstbezit’.
Op 2 december jl. werd een voordracht ingericht in het Permekemuseum te Jabbeke. In het raam van de actie ‘Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen’, ingericht door de Cultuurraad voor Vlaanderen, in samenwerking met de B.R.T., behandelde Dr. Walter Vanbeselaere, Hoofdconservator van het Koninklijk Museum te Antwerpen, twee werken van Permeke, nl. het schilderij ‘Het Afscheid’ en de tekening ‘De Bedelaar’.
| |
Kapellen
Guido Gezellekroniek
Het eind januari 1962 gestichte Guido-Gezellegenootschap is overgegaan tot de uitgave van de ‘Guido Gezellekroniek’ onder de redactie van de leden van het genootschap, voorgezeten door Antoon Viaene en met Stijn Streuvels als erevoorzitter. Men voorziet een of twee publicaties per jaar. De eerste is in voorbereiding en bedraagt meer dan 300 blz. formaat 17 × 24. Onder de medewerkers vinden we behalve Antoon Viaene, die bepaalt hoever de Gezellestudie staat, ook Karel De Busschere, R. Lagrain, J. de Muêlenaere en Raf Seys. Men kan intekenen op het sekretariaat: Kapelse steenweg 198, Kapellen. De eerste publicatie kost slechts 120 F
| |
Knokke
Vlaams Winterfestival
De Knokse culturele verenigingen, die zich gegroepeerd hebben in het ‘Cultuurverbond Knokke’, dat nu reeds tien jaar bestaat, hebben, in samenwerking met de Stedelijke Feestcommissie, het initiatief genomen tot het organiseren van een ‘Vlaams Winterfestival’ in het Gemeentelijk Casino. Dit initiatief verdient ongetwijfeld de aandacht van het ganse Vlaamse land, omdat het vooruitzichten biedt aan het Vlaamse cultureel en ontspanningsleven aan de kust, zowel gedurende het seizoen als 's winters. Daarom geniet het trouwens de hoge bescherming van Minister R. Van Elslande.
Voor dit eerste Vlaams Winterfestival zijn drie avonden voorzien: op 1 december ging een kleinkunstprogramma door, getiteld ‘De Charme van het Chanson’; 12 januari bracht een toneelavond met opvoering van ‘Buiten voor de deur’ van Wolfgang Borchert, o.l.v. de bekende Antwerpse regisseur Miel Geysen; op 2 maart a.s. volgt dan een optreden van de overbekende kunstgroep ‘Thor’ o.l.v. Heiko Kolt. Het Knokse Cultuurverbond, en inzonderheid Voorzitter-Schepen Dr. Eugeen Mattelaer, alsmede Directeur Jan de Groeve, verdienen een welgemeende gelukwens met dit gelukkige initiatief.
| |
Kortrijk
Visie 62
De Belgische vereniging van kunstcritici heeft aan de tentoonstelling ‘Visie 62’, verleden zomer gehouden in de Kortrijkse Broeltorens, de onderscheiding toegekend van de beste gezamenlijke tentoonstelling van het jaar.
| |
Sint-Lukaskring
Deze kring legt een bewonderingswaardige activiteit aan de dag o.m. met het inrichten van kunstvoordrachten. Van 13 tot 23 januari hielden de leden hun jaarlijkse gezamenlijke tentoonstelling in de rookzaal van de stadsschouwburg. Dhr Duyck, Schepen van Schone Kunsten, leidde de tentoonstelling in.
| |
Koorfestival
In het raam der jaarlijkse Guldensporenfeesten, zal te Kortrijk in 1963 een koorfestival doorgaan. Het wordt ingericht als een groots opgevatte viering van het 25-jarig bestaan van het uitmuntende Kortrijkse koor ‘Singhet ende Weset Vro’ dat met brio geleid wordt door Maurits Denaux. Het festival zal een internationaal karakter dragen. Voor inlichtingen: dhr Maurits Denaux, Jan Breydellaan 12, Kortrijk.
| |
Leuven
Prof. Em. Vliebergh-prijs
Geïnteresseerde auteurs, die wensen deel te nemen aan de Prof. Em. Vliebergh-prijs voor de roman (1964) kunnen het reglement aanvragen bij het Hoofdsekretariaat van het Davidsfonds, Blijde-Inkomstraat 79, Leuven.
| |
Roeselare
Bouwen en Wonen
In het kader van de Handelsfoor, ieder jaar te Roeselare ingericht door het N.C.M.V., was een afdeling Schoner Bouwen en Wonen ondergebracht in de ruime tentoonstellingszaal van het Arsenaal.
Onder de exposanten troffen we meerdere firma's aan welke in ons blad adverteren. Ter verfraaiing van de standen hadden de kunstschilders A. en C. Lambrecht, beeldhouwer Werner Lagae en kunstkopersmid Moyaert enkele hunner mooiste werken in bruikleen afgestaan. Ook de Voorzitter van de Roeselaarse Kunstkring, dhr. André Rousseau, was er vertegenwoordigd met model-tuinarchitektuur.
Dergelijk initiatief vanwege een beroepsvereniging getuigt van een werkmethode die meer wil dan zich louter op het materiële afstemmen.
H.D.
| |
125 Jaar Akademie voor Schone Kunsten
Op 17 november grepen te Roeselare de herdenkingsfeesten plaats van het 125-jarig bestaan der Stedelijke Akademie voor Schone Kunsten.
Vereerden de akademische zitting, welke onder het voorzitterschap van Burgemeester Jos De Nolf doorging in de raadszaal van het stadhuis, met hun tegenwoordigheid: de oud-ministers Robert De Man en Albert Degrijse, ZEH. Deken A. Vervenne, Senator Robert Gheysen, ZEH. Superior van het Klein Seminarie Modde, Oud-Volksvertegenwoordiger Sercu, Best. Afg. Jozef Storme, de hh. Schepenen Biesbrouck en Bagein, Provinciaal Inspekteur Louage, de hh. Direkteurs der Akademie's van Brugge, Kortrijk, Oudenaarde en Eeklo en talloze provinciale en stedelijke personaliteiten uit de wereld van Kunst en Onderwijs. De kabinetschef van Minister Van Elslande diende zich op het ultieme moment te laten verontschuldigen. Na het welkomstwoord van de h. Burgemeester volgde een korte historiek van de Roeselaarse Akademie door Volksvertegenwoordiger Honoraat Callebert, schepen van Onderwijs en Schone Kunsten en voorzitter van de Raad van Beheer, waaruit we vernamen dat de Akademie gesticht werd op 21 oktober 1837. De h. H. Horrie was de eerste direkteur. Van den beginne af werden de lessen in de Nederlandse taal gegeven alhoewel de allereerste palmeres, en dit als we het goed begrepen hebben tot in 1852, in de Franse taal waren opgesteld. De h. Callebert kondigde eveneens voor de naaste toekomst de bouw van een nieuwe Akademie aan welke op dezelfde plaats waar de oude nu staat zal worden opgericht dus in de Leenstraat. Doorheen de 125 jaren van haar bestaan gaf de Akademie onderricht aan niet minder dan 19532 leerlingen.
Voor de gelegenheidstoespraak had men beroep gedaan op Rijksinspekteur voor Architektuur en Plastische Kunsten Theo Van Looy. De h. Inspekteur heette het verheugend dat in onze dekadente tijd van brood
| |
| |
en spelen nog mensen bestaan die een ‘geestelijk’ welbehagen uitstralen. Hij herinnerde aan de diverse markante figuren welke de Roeselaarse Akademie voortbracht. Hij heette het bestaan der Akademie's volkomen gerechtvaardigd omwille van het feit alleen reeds dat de kunstenaar nooit kant en klaar uit de gemeenschap opstaat. Hij is steeds de resultante van gemeenschapsfaktoren. Een kunstinstelling mag echter niet uitsluitend een technische school zijn. Er spelen terzake andere dan ambachtelijke waarden. Grote kunstenaars kwamen langs de weg der kunstscholen tot bewustzijn. Voor anderen waren de Akademie's richtinggevend voor het aankweken van goede smaak en het verwerven van artistieke stijl. Inspekteur Van Looy wees op de vruchtbaarheid van het initiatief tot het stichten van een Akademie te Roeselare en sprak zijn erkentelijkheid uit t.o.v. de stichters en eerste medewerkers, gerekruteerd uit alle standen der Roeselaarse bevolking. Volgens Inspekteur Van Looy tekent zich de jongste tijd een waarachtige heropleving af aan onze Akademie's voor Schone Kunsten. Het onderwijs werd aangepast aan de nieuwe eisen. Nieuwe smaakvormende en verbeel-dingsprikkelende middelen werden ingevoerd. De Stedelijke Akademie van Roeselare kan terzake gerust haar voet zetten naast elke soortgelijke instelling in het land en de Afdeling ‘Sierkunsten’ alleen reeds wettigt volkomen het bestaan ervan, aldus de inspekteur.
Na deze feestzitting ging het naar het Arsenaal op het Polenplein waar een grote retrospektieve werd ondergebracht met terugblik op het verleden, beeld van het heden en toekomstperspektie. Dit waren de woorden van de h. Jos. Seaux, direkteur van de Akademie die voor de inleidende toespraak instond. De h. Seaux gaf een bondig overzicht van de tentoongestelde werken. Meerdere Romeprijzen waren op de retrospektieve met interessant werk vertegenwoordigd, zo Désiré Mergaert, Alfons Blomme, Ferd. Callebert, Clement Carbon, Josué Dupon en Pieter Bonquet. Verder verschillende bekroonden in de Godecharles-wedstrijden zoals Jules Lagae, Adolf Van Peteghem en Albert Alleman. Anderzijds laureaten van de Akademie als Alois Boudry, E. Duyvewaert en E. Gellynck, oud-direkteurs zoals Horrie, Callebert en Vallaeys en meerdere kunstenaars, oud-leraars of leerlingen van de Akademie. De h. Seaux wees in het bijzonder op de aanwezigheid van werk van hedendaagse kunstenaars waarbij vanzelfsprekend selektie nodig was en waarbij men zich noodzakelijkerwijze diende te beperken tot figuren uit de onmiddellijke omgeving van de stad. Uit de archieven werd een kleine keus van prijstekeningen gedestilleerd, zowel uit de klassen van bouwkunde als uit deze van sierkunsten. e.a. welke ook een plaatsje kregen toegewezen in deze breed uitgebouwde retrospektieve.
Het heden was er vertegenwoordigd met persoonlijk werk der huidige leraars en leerlingen. Waardoor een overduidelijk beeld werd gegeven, van de weg, die de instelling heden ten dage wenst op te gaan. Men vond er bijzonder geslaagde werkjes uit de klassen van architektuur, beeldhouwkunst, meubelkunst, keramiek, sierschrift, toegepaste fotografie, grafisch werk, publiciteit, schilderkunst, modeleren en industriële vormgeving.
In de zaal werd ook de makette tentoongesteld van de nieuwe moderne Akademie voor Schone Kunsten welke de stad Roeselare van zins is, in de naaste toekomst, te laten optrekken.
Hector Deylgat
| |
A.W.T.
Het Algemeen Westvlaams toneel vierde voor kort te Roeselare zijn 25-jarig bestaan. Een herdenkingsbrochure werd bij deze gelegenheid uitgegeven. Wij wensen de jubilerende vereniging verdere bloei en ontwikkeling.
| |
Koninklijke Kunstkring
De jaarlijkse tentoonstelling der werken van de leden van de Kon. Kunstkring van Roeselare ging door in de bovenzaal van het stadhuis in de maand december (tot Kerstavond).
| |
Torhout
Huldiging van F.R. Boschvogel.
Naar aanleiding van zijn zestigste verjaardag, werd ons Redactieraadslid Frans Ramon (F.R. Boschvogel) op 15 december te Torhout op het stadhuis gehuldigd door het Davidsfonds, de Vlaamse Toeristenbond, het Christelijk Onderwijzersverbond, het Torhoutse Stadsbestuur en het C.V.K.V. Deze huldiging verliep in de meest hartelijke sfeer en onder zeer ruime belangstelling. Mr. Beuselinck, Schepen van Torhout, hield het openingswoord; Lucien Dendooven, Verbondssecretaris, sprak over Boschvogel en de historische roman; R. Callewaert, voorzitter van het C.O.V. Houtland, had het over Boschvogel, de volksopvoeder; Gouwsecretaris van het Davidsfonds, R. Braeckevelt, handelde over ‘Boschvogel, de joviale vriend’ en Burgemeester G. Pollet sprak het slotwoord uit. Tussenin werden fragmenten uit het werk van Boschvogel voorgedragen door declamatrice Klaar Leyre.
Na deze sprekers kwam dan de gevierde aan het woord, dankte op originele, humoristische wijze voor zoveel vriendschap en opende daarna de boekenbeurs, die van 16 tot 23 december doorging in de feestzaal van het Torhoutse stadhuis.
|
|