[Het Vlaams expressionisme belicht door de Vlaamse televisie, vervolg]
‘Ten huize van Prof. André De Ridder’ (3-2-1961).
V.l.n.r.: Hubert Van Herreweghen, Dr. Joos Florquin en Prof. André De Ridder.
De evocatie van leven en werk van Permeke werd des te aangrijpender door de getuigenissen van zijn twee dochters en niet het minst door de realistische visie van kunstschilder Devos die van zijn schoonvader een beeld ophing dat sommigen wellicht kon ergeren maar door zijn gevatte zeggingskracht een authenticiteit aan de uitzending verleende die door geen enkel beeld zou kunnen geëvenaard worden.
Eenzelfde ontroerende getuigenis kon het publiek vernemen van Walter Cantré, de zoon van de gekende beeldhouwer en graficus Jozef Cantré. Ook hier zagen wij het huis, de tuin, de omgeving waarin de kunstenaar vele jaren had geleefd. Kon men kennis nemen van het werk en daarbij kwamen de herinneringen van de zoon die een geliefde vader gedenkt.
Ik geloof dat uitingen van deze aard slechts mogelijk zijn in de televisie. Een film gaat te veel nadruk leggen op het werk en op de plaatsen waar de kunstenaar vertoefd heeft. Televisie kan beroep doen op getuigenissen die het beeld van de kunstenaar échter en levendiger maken. Het ligt in onze bedoeling in de toekomst dergelijke experimenten te herhalen. Bij het begin van dit artikel heb ik het ‘Ten huize van...’-programma bij André De Ridder aangehaald. In deze reeks konden wij ook nog kennis maken met Albert Saverys, Prosper De Troyer, Eugène Yoors, de gebroeders Floris en Oscar Jespers, Frans Masereel en Leon De Smet. Stuk voor stuk heeft de scriptschrijver en realisator in deze gesprekken de geest en de periode van het expressionisme opgeroepen aan de hand van getuigenissen van de kunstenaars zelf en van de geïnterviewden over andere belangrijke tijdgenoten. Het lijdt geen twijfel dat dergelijke uitzendingen een menselijk document vormen dat niet alleen voor het huidige publiek belangrijk is maar dat ook voor de toekomst onvervangbare elementen zal bevatten om de geschiedenis te schrijven van een volwaardige beweging waarin onze Vlaamse rasaard en onze Vlaamse kwaliteiten van geboren schilders en beeldhouwers zich schitterend hebben gemanifesteerd, zoals André De Ridder het voor de Televisie getuigde.