[Jonge West-Vlaamse Poëzie, vervolg]
het leven observeert en de mensen kent, zal hij er geleidelijk toe komen ons vollediger en blijvender te boeien dan in deze eerste proeven het geval is.
Voor de gedichten moeten we ongeveer hetzelfde zeggen. Wat hij wil bereiken, verklaart ons Jan Deloof in zijn ‘Ars poëtica’:
Mij liggen werkelijke dingen nader aan het hart, verrassing van de woordkleur met verrassing van gedachte, een eenvoudig wijsje dat de mode tart, of met een scheutje humor 't onvermijdelijk leed verzachten.
In hun bescheidenheid zijn deze bedoelingen beslist lovenswaardig. Verrassing van woordkleur en verrassing van gedachte zijn nochtans twee elementen welke we juist in deze gedichten overal missen. Poëtisch schijnt ‘Samen’ nog best geslaagd:
de naaktheid van zijn leden
ten gronde en wordt vertreden
een garve blanke bloemen...
slechts eenheid zijn te noemen!
Jan Deloof heeft gelukkig nog de toekomst voor zich. Indien hij zich ernstig bezint op de middelen waarover hij beschikt en een beter inzicht krijgt in de taal, is de mogelijkheid niet uitgesloten dat hij eenmaal een ‘poeta minor’ wordt, zoals hij het uitdrukkelijk verlangt en wij het hem gaarne toewensen!
Klaus R. Evers (ps. van Mr. Alain de Caluwé).
Sommige mensen hebben de gewoonte, tussen andere bezigheden in, hun gedachten, invallen, reakties en bedenkingen te noteren. We zijn dat genre sedert eeuwen gewoon, maar toch boeit het ons bijna altijd opnieuw omdat het ons doorgaans direkt in kontakt brengt met een mens en meestal handelt over het leven en zijn voornaamste waarden. Toch is het een feit dat het moeilijk blijft een goed aforisme te schrijven. Die puntige gezegden schenken zelden volledige voldoening: ze bevatten bijna altijd iets te veel of te weinig. Op elke bladzijde streept men iets aan dat geldt als een verrijkende ontdekking, maar op elke bladzijde plaatst men ook een paar vraagtekens. Soms is het aforisme meer een verrassende vondst dan een diepe levenswaarheid. Wanneer de auteur zich waagt op het immer gevaarlijke terrein van de wijsbegeerte - en dat gebeurt regelmatig, om niet te zeggen bijna altijd - kunnen vele uitspraken moeilijk worden verantwoord. Af en toe ontdekken wij een al te subjektief genuanceerde zienswijze of een ongelukkige formulering.