ontmoetingen
De letterkunde uit West-Vlaanderen te Münster (Westfalen)
‘De roman Ik was een kristen van de Vlaamse schrijfster Maria Rosseels verscheen in 1959 bij Otto Müller, te Salzburg, onder de titel Ich war ein Christ en met de vermelding Aus dem Holländischen von Georg Hermanowski. Nu is de vertaler een zeer verdienstelijk propagandist van de Vlaamse roman in het Duitse taalgebied en bovendien de schrijver van een geschiedenis van de Vlaamse roman, waarin hij een zeer scherp onderscheid maakt tussen de Vlaamse en de Hollandse roman. Is bewuste vermelding een toevoeging van de uitgever? Is holländisch in Oostenrijk misschien de gebruikelijke benaming voor Nederlands?’. Deze vraag van Professor Dr. R.F. Lissens in zijn recente studie voor de Koninlijke Vlaamse Academie Benamingen van onze Letterkunde in Encyclopedieën en Literaire Lexicons kenschetst de verwarring die in het buitenland terzake kan heersen. Zij lijkt groter met betrekking tot onze literatuur dan tot de beeldende kunsten waarin men juister scholen en groepen kan onderscheiden daar deze materieel gelokaliseerd kunnen worden en, wellicht ook, beroemder zijn. Dezelfde auteur had dan ook zijn voorzorgen genomen toen hij op zaterdag 28 april 11. in opdracht van de Provincie West-Vlaanderen te Münster de Dichterlesung in het auditorium van het Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte diende in te leiden. Het vraagstuk van een juiste begripsomschrijving wordt waarschijnlijk bij elk kultureel kontakt opnieuw gesteld. Maar op het gebied van de letterkunde blijkt het wel biezonder subtiel. De rede van Professor Lissens durven allen die haar hoorden juist daarom een model van voorlichting noemen. Doch laten wij haar nauwkeuriger situeren in het kader van de plechtigheden die tijdens dat kille weekend in de Westfaalse universiteitsstad hebben plaats gehad. De uitwisseling van kulturele
manifestaties tussen de Landschaftsverband Westfalen-Lippe en de Provincie West-Vlaanderen is reeds aan haar derde jaar toe. Na de Messiah-concerten van Singhet ende Weset Vro te Oostende, Ieper, Dortmund en Herford, en de tentoonstellingen Kunst aus West-Flandern von Permeke bis heute en Hedendaagse Kunst uit Westfalen achtten beide partners zich voldoende met elkaar vertrouwd om in 1962 uit te pakken met literatuur: ginds twee Dichterlesungen omlijst met een dokumentaire tentoonstelling, hier een reeks gastvoorstellingen door het Landestheater Castrop-Rauxel van Die Ratten van Gerhart Hauptmann. Deze hoofdfiguur uit het Duits realisme staat dit jaar in de belangstelling t.g.v. de eerste eeuwherdenking van zijn geboorte. De voorstellingen worden gegeven op 6, 7 en 8 oktober a.s. in de stadsschouwburgen te Brugge, Ieper en Kortrijk.
Eerst een woord over de tentoonstelling.
Literatuur dient gelezen en beleefd, niet bekeken. Het publiek echter, en stellig een buitenlands publiek dat de andere taal niet machtig is, kan tot kennismaking worden aangespoord wanneer het met behulp van de boeken zelf, in de originele uitgaven zowel als in de Duitse vertalingen, ‘sprekende’ foto's en handschriften van de auteurs en enkele andere personalia, visueel onder de indruk komt en nieuwsgierig wordt. Als er bovendien, zoals te Münster het geval was, ook een aantal sympatizerende pers- en radiomensen kunnen bereikt worden, en de boekhandelaars titels uit Vlaanderen in vedette plaatsen in hun uitstalramen, durft men aannemen dat de geleverde inspanningen toch wel ergens indruk maken. Münster heeft trouwens meermaals belangstelling betoond voor de letterkunde der Nederlanden en inzonderheid voor de Vlaamse. De universiteit patroneert de begeerde Joost van den Vondel-Preis die in 1960 aan de betreurde Antoon Coolen en aan Professor Dr. Max