West-Vlaanderen. Jaargang 10
(1961)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
kunstaktualiteitenBrugge* Bestendig ExpositiecentrumOp de vooravond van Kerstmis heeft het nieuw bestendig expositiecentrum voor toegepaste kunst te Brugge zijn deuren geopend. Het centrum, vroeger gevestigd op het gelijkvloers van een herenhuis langs de Dijver, vond thans dank zij het Gemeentebestuur van Brugge ruimer onderdak in het Huidevettershuis, op de plaats die de naam draagt van dit oud gild. Tijdens de openingsplechtigheid deelde de heer Botte, voorzitter van het Provinciaal Comité voor kunstambachten en industriële vormgeving, mede dat het centrum door de Minister voor Middenstand werd erkend als testcentrum voor het Vlaamse land. De eerste expositie bracht 178 werken bijeen van 41 verschillende Westvlaamse kunstenaars: keramiek van Amphora, Roger Vande Weghe; glas van Michiel Anneessens; foto's van Jeanine Behaeghel; keramiek van Michel Bollion; tin, keramiek en ijzer van Roger Bonduel; keramiek en koperplastiek van Willy Bosschem; kunstmetaal van Charles Bresous; houtsnede, monotype en leigravure van Jef Broes; een decoratieve compositie in wandtapijt van Arno Brys; edelsmeedwerk van Maurice Claeys; keramiek van Luc. De Cheus; koperdrijfwerk en email op koper van mevr. Georgette De Groote-Tanghe; kunstmeubelen van Defour p.v.b.a. Hooglede, Goossens St. Joris-ten-Distel, Kortrijkse kunstwerkstede gebroeders De Coene n.v. Kortrijk en Luxus Meubelfabrieken Kortrijk; grafiek van Boudewijn Delaere; email op koper van Kristien Depiere; kerkgewaden van het Huis Grossé; foto's van Ghislaine Joos de ter Beerst; juwelen, weefsels en keramiek van Octave Landuyt; foto's van Françine Legon; siervoorwerpen van Raymond Leroy; keramiek van August Michiels; kant van de sectie Kant en Borduursel van de Nationale Commissie voor Kunstambachten, geleid door mej. Dora Rommelaere; keramiek van Jan Nolf; foto's van A.G. Pauwels; keramiek van Perignem; foto's van Joseph Priem; email op koper van Jan Schelpe; weefsels van Johanna Schelpe; foto's van Albert Setola; mozaiek van Gilbert Swimberghe; lino's van Geert Vanallemeersch; keramiek van Jan Van de Kerckhove; keramiek van mevrouw P. Van Dorpe-Huybrechts; email op koper, geel koper en toepassing met email van Paul Van Rafelghem; foto's van Roger Vansevenant; meubel ontworpen door binnenhuisarchitect Emiel Veranneman en uitgevoerd door Vermarcke en Cie; keramiek en bas-reliëf van Paul Vermeire; en tenslotte brons en ijzer-brons van Ferdinand Vonck. Het Huidevettershuis heeft jarenlang dienst gedaan als pakhuis. De oude lokalen werden in expositieruimte herschapen overeenkomstig de plannen van binnenhuisarchitect Jo Maes. De ontwerper heeft oud en nieuw op uitmuntende wijze bij elkaar gebracht. Het nieuw centrum wordt nu met ruimer middelen dan voorheen hét trefpunt voor het kunstambacht. De ruimdenkendheid zowel als de strenge artistieke eisen van zijn beheerders laten toe te hopen dat binnen- en buitenland er met hun beste vertegenwoordigers zullen te gast zijn. Het Huidevettershuis ligt bovendien in het hart van de stad. Al wie wandelt van de Groene Rei naar de Dijver, langs de oude monumenten en de mooiste hoekjes van Brugge, moet er voorbij komen. Ook dit toeristisch aspekt is niemand ontgaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||
* Twintig jaar CantoresDit kort bestek wil slechts in grote lijnen de werking in de voorbije 20 jaar schetsen. Het allereerste optreden had plaats op 2 maart 1941, met 40 leden. In de beginperiode werd vooral, zoniet uitsluitend, het a-capellagenre beoefend. Daarenboven verzorgde Cantores regelmatig de hoogmis op de grote kerkelijke feestdagen. Op 1 november 1945 werd voor de allereerste maal een uitvoering met orkest aangedurfd, herdenkingsconcert waarop het Requiem van Fauré werd uitgevoerd. Vanaf dit ogenblik neemt het oratoriumgenre een vooraanstaande plaats in. Het verdrong in de laatste jaren meer en meer de zuivere a-capellamuziek, daar op Cantores' repertorium steeds meer nieuwe namen voorkwamen uit de grote vokale literatuur: Orff, Kodaly, Bach, de Jong. Over die 20 jaar liggen precies 200 uitvoeringen verspreid. Nagenoeg 160 hiervan waren a-capellarecitals of misuitvoeringen, waarbij Cantores zich vooral toelegde op de oude polyfonie, zonder daarom onze eigen volkskunst en de hedendaagse toondichters uit het oog te verliezen. De toernees in het kader van Volksopleiding weerspiegelen de bekommernis van de leiding, om de vokale kunst ook in de bredere lagen van de bevolking te propageren. Een veertigtal koncerten waren uitvoeringen met soli, koor en orkest. Hierop werden 43 werken geprogrammeerd uit een repertorium, dat thans 18 dergelijke kompozities bevat. Op 7 januari 1961 bracht Cantores de zevende uitvoering van Haendel's ‘Messias’. Het werk is in die jaren als het ware met Cantores vergroeid, zodat moeilijk een betere keuze kon worden gedaan voor dit concert. Als andere grote werken vermelden we: het Requiem van Fauré (2 uitv.), de Jaargetijden van Haydn (3), het Weihnachtsoratorium van Schütz (1), | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Christus Rex van Ryelandt (4), Oblatio van J. Bouquet (1), de Oorlog van Benoit (2), de Komst des Heeren van Ryelandt (1), Le Mystère des Saints Innocents van Barraud (2), Maria van Ryelandt (2), de Kinkhoorn der Seizoenen van Meulemans (1), Sanguis Christi van Meulemans (1), Ein Deutsches Requiem van Brahms (2), Psalmus Hungaricus van Kodaly (2), Carmina Burana van Orff (3), Kerkhofblommen van M. de Jong (3), de Matthäuspassion van Bach (4) en de Kruisweg van Ryelandt (2). Op een totaal van 18 kompozities komen niet minder dan 9 Vlaamse meesters voor, opsomming waarin Ryelandt een zeer voorname plaats bekleedt. Als kreaties bracht Cantores: Le Mystère des Saints Innocents, Kerkhofblommen, De Kinkhoorn der Seizoenen, Thrène pour le Vendredi Saint van Absil, Oblatio en voor België: de Komst des Heeren. Cantores trad 22 maal op samen met het Nationaal Orkest van België, 10 maal met het Groot Simfonieorkest van het NIR, 4 maal met het Brugs Kamerorkest, 1 maal met het stedelijk orkest van Maastricht, 2 maal met het Gentse en één maal met het Brugse konservatoriumorkest. In het NIR realizeerde Cantores reeds 8 grote koncerten: het Weihnachtsoratorium, de Messias, Maria, Christus Rex, de Oorlog, le Mystère des Saints Innocents, Kerkhofblommen en Ein Deutsches Requiem. Daarenboven werden via het NIR 25 recitals of missen uitgezonden. Hilversum kwam 1 maal aan de beurt, evenals de BBC, zender Kortrijk 3 maal. Hierin zijn niet begrepen de latere relaisuitzendingen. Lokaal gezien gaf Cantores ook jaarlijks zijn recital in de hof Arents, verleende zijn medewerking aan de Gouden Boomstoet en realizeerde 2 opnamen voor de H. Bloedprocessie en het Licht- en Klankspel. In 1956 won Cantores de trofee tijdens het festival van Cork in Ierland en in 1959 genoot Cantores de eer voor de allereerste maal uitgenodigd te worden op de koncerten van de Brusselse Filharmonie in het Paleis voor Schone Kunsten, de grootste onderscheiding, die een Belgisch koor kan te beurt vallen. In 1958 verzorgde Cantores de opname van een langspeelplaat met bewerkingen van Vlaamse volksliederen. Cantores bracht het hoogste aantal leden samen voor Carmina Burana te Brugge: 101. Voor de andere grote koncerten wordt dit cijfer dicht benaderd. ‘De Messias’: 7 januari 1961 in de stadsschouwburg te 20 u. Werkten mede: de solisten Elisabeth Lugt, sopraan (Ned.); Aafje Heynis, alt (Ned.); Chris van Woerkom, tenor (Ned.); Leo Ketelaars, bas (Ned.); Het Nationaal Orkest van België; Het koor Cantores. Algemene leiding: Aimé De Haene. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Brussel* Ter gelegenheid van de honderdste verjaring der stichting van het Gemeentekrediet van België werd van 15 october tot 27 december 1960 in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel een grootscheepse tentoonstelling gehouden. Onder de titel Roem der Belgische Gemeenten werd een onschatbare verzameling kunstwerken en historische documenten getoond uit alle hoeken van het land. De lijvige catalogus bevat naast de gebruikelijke wetenschappelijke verantwoording van de geëxposeerde stukken en talrijke illustraties enkele belangwekkende opstellen over de rol die de gemeenten in de loop der tijden hebben vervuld ten overstaan van kunst en cultuur. Dr. A. Janssens de Bisthoven, directeur van Kunst en Cultuur van de Stad Brugge schreef daarin over de schilderkunst van de XIVde tot de XVIIIde eeuw. Het Sint Janshospitaal, het Museum Gruuthuuse, het Groeningemuseum te Brugge, het Stadhuis te Damme, het Stadhuis en het Museum voor Schone Kunsten te Kortrijk, het Museum Ensor en het Stedelijk Museum te Oostende, en de Stadsbibliotheek evenals het Stadhuismuseum te Veurne hebben werk uit hun collecties ter beschikking gesteld. | |||||||||||||||||||||||||||||||
* Nationale wedstrijd voor het hedendaags behangselpapier1. Deze wedstrijd wordt ingericht door de M.z.w.d. ‘Nieuwe Vormen’. De leden van Nieuwe Vormen evenals beroepskunstenaars van Belgische nationaliteit of gevestigd in België mogen hieraan deelnemen. De aard van de ontwerpen zal moeten beantwoorden aan de eisen van de hedendaagse esthetica. Architecten en decorateurs worden hiertoe speciaal uitgenodigd. 2. Iedere deelnemer heeft het recht zoveel ontwerpen in te zenden als hij maar wenst. Deze mogen in geen geval zijn uitgegeven. Elk uitvoeringsprocédé is toegelaten. Verplicht formaat: breedte 53 cm - hoogte van 38 tot 64 cm. Het is niet onontbeerlijk met de rapportsnoodzakelijkheden rekening te houden. 3. De inzendingen zullen naamloos geschieden. Zij zullen, op de achterzijde, een leus behelzen (en een volgnummer voor zover meerdere tekeningen van éénzelfde inzending deel uitmaken). Deze aanduidingen zullen hernomen worden op een gesloten enveloppe die, zorgvuldig ingevuld en ondertekend, het hieraangehecht toelatingsbulletijn, zal bevatten. Alleen de enveloppen met betrekking tot de bekroonde werken zullen worden geopend. 4. De inzendingen zullen geschieden op kosten van de deelnemer. Zij zullen op het Secretariaat moeten afgeleverd worden, tussen 20 en 27 februari 1961, hetzij onder aangetekende omslag, hetzij afgegeven op de werkdagen van 9 tot 12 u, en van 14 tot 18 u. Eens deze datum voorbij, zullen de inzendingen niet meer in aanmerking kunnen worden genomen. 5. De jury is als volgt samengesteld: Voorzitter: M. Emile Langui, Direkteur-generaal der Kunsten, Letteren en Volksopvoeding bij het Ministerie van Onderwijs. Leden: de HH. Roger Dudant, kunstschilder; J.P. de Maertelaer, Schatbewaarder van de M.z.w. d. ‘Nieuwe Vormen’; Marc Mendelson, kunstschilder; Jacques Richez, grafisch kunstenaar; L.-L. Sosset, kunstcriticus; Jean Stuyvaert, Architekt-stedenbouwkundige; Emile Veranneman, Architect-decorateur. De jury zal bijgestaan worden door een technisch raadgever, de Heer Paul Doodeheefver, die stemrecht heeft, evenals door een verslaggever, plaatsvervangend lid, de Heer Jacques Dolphyn, Architekt-stedebouwkundige, Secretaris van de M.z.w.d. ‘Nieuwe Vormen’. 6. Deze jury zal overgaan tot het onderzoek van de inzendingen op gebied van hun esthetische, functionele en technische hoedanigheden. Een prijs van 10.000 F - Prijs Nieuwe | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Vormen van het Hedendaags Behangselpapier - zal het ontwerp belonen, dat de grootste bijval zal hebben gehad. Troostprijzen van 2.500 F, waarvan het aantal afhankelijk is van de inzendingen, zullen bovendien worden toegekend aan de ontwerpen, die door de jury zal worden onderscheiden. 7. Alle tekeningen die in het kader van deze wedstrijd zullen worden weerhouden, blijven het eigendom van de M.z.w.d. ‘Nieuwe Vormen’. Sekretariaat: Amerikaanse straat 4, Brussel 4. | |||||||||||||||||||||||||||||||
* Internationale muziekwedstrijd Koningin ElisabethDe Compositiewedstrijd 1961 staat open voor alle componisten, zonder onderscheid van nationaliteit noch van leeftijd. Twee categorieën worden voorzien: 1. Symfonisch orkest; 2. Kamerorkest. De werken die na drie sorteringsproeven behouden blijven, zullen uitgevoerd worden in aanwezigheid van de juryleden. De auteur van het verdienstelijkste symfonisch werk wordt bezitter van de Grote Internationale Prijs Koningin Elisabeth, die een bedrag van 150.000 Belg. F vertegenwoordigt. Voor de partituur die eerste gerangschikt wordt bij de werken voor kamerorkest, zal de componist de Prijs van de Belgische regering bekomen, die gepaard gaat met een bedrag van 100.000 Belg. F. De orkestpartituren dienen vóór 15 februari, per aangetekende zending gestuurd te worden op volgend adres: Secretariaat van de Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth van België, Paleis voor Schone Kunsten, Baron Hortastraat 11, te Brussel. Het gedetailleerd reglement van de wedstrijd, alsook alle aanvullende inlichtingen mogen op hetzelfde adres aangevraagd worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||
GentKoninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde - Fondsprijzen.De Vaste Secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taaien Letterkunde brengt ter kennis van de belanghebbenden dat de Academie in de loop van het jaar 1961 uit haar fondsen de volgende prijzen zal toekennen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
MiddelburgOp vrijdag 16 december opende de Commissaris der Koningin, Jhr. mr. A.F.C. de Casembroot, de tentoonstelling van Westvlaamse schilderkunst 1960 in de Burgerzaal van het Stadhuis te Middelburg. Bij deze opening verklaarde Ridder Mr. P. van Outryve d'Ydewalle, Gouverneur van West-Vlaanderen o.m. wat volgt: “ Wij zien in deze ontmoeting een nieuwe bevestiging van de historische banden tussen Zeeland en West-Vlaanderen. Weliswaar kan een stroom een diepere scheidingslijn trekken dan de grenspalen; het water kan echter niet gescheiden houden wat de geest verenigt. Zeeuwen en Vlamingen staan zeer dicht bij elkaar. Wij hebben karaktertrekken gemeen van werklust en doorzettingsvermogen. In de wapenspreuk van de heren van Gruuthuuse te Brugge “Plus est en Vous” horen wij de echo van het Zeeuwse “Luctor et Emergo”. Deze gemeenheid van gedachten tekent zich alreeds af in het domein van de economie. Wij hopen dat zij ook tot uiting kome op cultureel vlak. Men beschouwe daarkunst uit West-Vlaanderen, die vanom de tentoonstelling van schilderdaag in het gastvrij Middelburg haar deuren opent, als een blijk van vriendschap zeer zeker maar ook als een openhartige boodschap. Het is de bedoeling daarmede stof te leveren voor een inniger gesprek dat onze beide gebieden kan rijker maken. Want wij behoeven uitwisseling van culturele waarden. Wij vooral die de wijdheid van de wereld proeven aan de zoute lucht van de zee, hebben leren begrijpen dat engheid van gedachte en provincialisme dodend zijn voor het leven van de geest. Bij de dankbare vreugde over het onthaal dat ons te beurt valt, voegt zich nogmaals de waardering voor de moed waarmede Zeeland uit het puin is verrezen. Juist in deze wil om opnieuw en beter te leven is bereidheid voorhanden om een artistieke boodschap te aanhoren die getuigt van jeugd en soms zelfs van overmoed. Wij zien dan ook met grote belangstelling de confrontatie tegemoet tussen de Schilders uit West-Vlaanderen en het Zeeuws publiek. Wij hopen dat daarmede de grondslag wordt gelegd voor verdere samenwerking, in de geest zoals nu dank zij het initiatief van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen, van de Gedeputeerde Staten van Zeeland en van de Gemeente Middelburg op zo voortreffelijke wijze tot uiting is mogen komen’. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Ook dhr. G. Gyselen, Diensthoofd voor culturele zaken van de Provincie nam het woord om de tentoonstelling zelf aan de aanwezigen voor te stellen: ‘De “Annales Gandenses” verhalen dat de Vlamingen in hun strijd tegen het huis der Avesnes hulp ontvingen vanwege het voormalig hoofd van de Zeeuwse edelen Wolfert van Borssele. Nauwelijks hadden de bondgenoten op 25 april 1303 te Vere vaste grond onder de voet of daar werden zij door de bevolking op juichkreten onthaald. Meer nog: in hun drang om zich met hun vroegere meester solidair te verklaren en in hun haat tegen de Avesnes lynchten de bewoners stante pede de grafelijke baljuw! In de tijd van het symbolisme zou men in dat wapenfeit de voorafbeelding hebben gezien van de bezetting van het Middelburgs stadhuis door zuiderlingen die nu echter schild en knots hebben geruild voor palet en penseel. Maar opgaan zou het beeld niet, want ook de opvolgers van de grafelijke baljuw zijn bij de gebeurtenis betrokken en het zou er met ons gemeenschappelijk initiatief bar slecht hebben uitgezien had de bevolking, uit geestdrift voor de Westvlaamse overkomst, aan hen de hand geslagen. Nochtans kan men de tentoonstelling een agressieve kentrek niet helemaal ontzeggen. Wat er te zien is draagt niet alleen de stempel van de tijd maar ook van de jeugd en gevolglijk van een zekere overmoed en non-conformisme tegenover de smaak van de weldenkende burger. Aan de ontwikkeling van de hedendaagse schilderkunst in West-Vlaanderen dienen ondermeer de namen verbonden James Ensor en Constant Permeke. Wij brengen deze twee figuren met internationale faam in herinnering omdat het verkeerd zou zijn de schilderijen van de generaties die na hen aan het woord zijn gekomen uitsluitend te beschouwen als producten van provincialisme. Zij hebben de jongeren de andere, goede richting in gestuurd. Onvermijdelijk hebben hun palet en vormentaal nog nagewerkt bij sommige artisten die meenden dat nabootsing een flink argument zou zijn. Van school-vorming kunnen wij hier echter niet gewagen: hun bewondering bleek duidelijk een modeverschijnsel om lang stand te kunnen houden’. Hierna wijdde dhr. Gyselen nog verder uit over de hedendaagse schilderkunst in onze provincie en meer in het biezonder over het werk der genodigde schilders en van de prijswinnaar 1960. Een nauwere samenwerking op kultuur- en kunstgebied tussen West-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen wordt op deze wijze in het vooruitzicht gesteld; de weg werd geopend voor nieuwe initiatieven, die zowel voor Westvlaanderen als voor Zeeland uiterst bevruchtend kunnen werken. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Oostende* Grote Prijs van Oostende.Uit de eerste reeks schilderwerken die voor de Grote Prijs van Oostende geexposeerd werden, heeft de jury voorgezeten door de bekende verzamelaar Gustaaf Van Gheluwe werk weerhouden van Etienne Debacker, Fons De Vogelaere, Maria-Jozefa Ide-Perez en Georges Sempels. Van de tweede reeks werden zeven werken weerhouden nl. ‘Cosmic Colourplay’ van Anne Dubois (Oostende), ‘Peinture II’ van Door Gevaert (Kortrijk), ‘Pigalle’ van Luc Peire (Knokke) en nog vier andere werken van Silvin Bronkart, Charles Drybergh, Pierre Dulieu en Hector Van Mulders. De derde reeks wordt geëxposeerd van 7 januari tot 1 februari 1961. Zij bevat o.a. werken van Maurice Boel (Oostende), Marcel Notebaert (Kortrijk) en Lucienne Porta (Oostende-St.-Lambrechts Herk). | |||||||||||||||||||||||||||||||
* Tentoonstelling van maritieme schilderkunst.Het is van 1 tot 15 april dat in het Feestpaleis te Oostende de in ons vorig nummer aangekondigde tentoonstelling zal doorgaan met de instem-
Willy Bosschem: Wandtapijt (5,20 m × 1,60 m). Bestemd voor de Christelijke Textielcentrale te Gent. Het is een allegorische voorstelling van het vlas, het katoen en de wol; daarnaast de moderne textielindustrie, kledingsnijverheid, buitenlandse export; tenslotte: het gelukkig gezin. (Uitvoering De Wit, Mechelen).
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
ming van het stadsbestuur. Het comité ‘Vissershulde’ voorgezeten door E.H. Evrard, aalmoezenier der Belgische visserijvloot, schenkt zijn bescherming aan dit initiatief, dat ingeschakeld wordt in het geheel der huldigingsplechtigheden van de Vlaamse vissers. Het inrichtend comité bestaat uit de schilders Joris Houwen en Jan Delee en de journalist John Hermans. Tot op heden is de deelname van vijfentwintig artiesten voorzien met schilderwerken, keramiek en glasramen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
RekkemEerste literaire prijsvraag ‘Ons Erfdeel’. (1961 - voorbehouden aan de monografie).Reglement:
|
|