| |
| |
| |
de radio in zuid-afrika
Organisatie
Het radiowezen in de Unie van Zuid-Afrika is toevertrouwd aan de ‘Suid-Afrikaanse Uitsaaikorporasie’, een organisatie van openbaar nut, opgericht op 1 augustus 1936, volgens de bepalingen van de ‘Broadcasting Act No 22’ van 1936. Het beheer wordt waargenomen door negen door de Goeverneur-Generaal benoemde Goeverneurs.
| |
Inkomsten en uitgaven
De Omroep krijgt het nodige geld bijeen door middel van luistervergunningen en zijn Commerciële Dienst, gekend onder de naam Springbok Radio. De vergunningen worden door de Zuidafrikaanse Post afgeleverd en de opbrengst hiervan wordt, na aftrek van de inningskosten en het aandeel van de regering, aan de Omroep overgemaakt. De inkomsten voor het jaar 1939 bedroegen een totaal van £ 2,265,337 en de uitgaven £ 2,232,772. Dit bestond hoofdzakelijk uit de netto opbrengst van de luistervergunningen ten bedrage van £ 1,381,073 en de bruto opbrengst van de Commerciële Dienst ten belope van £ 831,437. In 1958 waren de inkomsten £ 2,177,218 en de uitgaven £ 2,110,608.
| |
Afgeleverde vergunningen
Wij geven hier een overzicht van het aantal lopende vergunningen van 1930 tot 1959:
In |
1930 |
25,121 |
|
1940 |
283,119 |
|
1950 |
554,863 |
|
1955 |
730,176 |
In |
1956 |
779,428 |
|
1957 |
854,338 |
|
1958 |
907,417 |
|
1959 |
948,256 |
Heden ten dage bedraagt het aandeel Europeanen meer dan 30%. Einde 1959 bestond het personeel van de Omroep uit: permanent personeel 678, permanent personeel op proef 188, personeel onder contract 156, orkestleden 77, part-time bedienden 27, niet-blanken 329, totaal 1.455.
| |
Nationaal programma
De Omroep zendt drie nationale programmas' uit: het Engelse, het Afrikaanse en dit van de Commerciële Diensten. De voornaamste productiecentra zijn te Johannesburg, Kaapstad en Durban.
Enkele cijfers mogen volstaan om een idee te geven van de tijdsbesteding. Wij geven het aantal uren en het percentage van enkele uitzendingen. De eerste cijfers hebben betrekking op de Engelse dienst, diegene tussen haakjes op de Afrikaanse.
Nieuwsberichten, commentaren, reportages: 10,25 - 8,73 % (10,22 - 8,86 %). |
Sport: 4,20 - 3,70 % (2,40 - 2,28 %). |
Godsdienstige uitzendingen: 7,20 - 6,26 % (7,15 - 6,20 %). |
Literaire programma's: 0,45 - 0,64 % (0,40 - 0,59 %). |
Kinderuitzendingen: 5,30 - 4,50 % (5,30 - 4,70 %). |
Bantoe programma's: 1,45 - 1,50 % (1,45 - 1,50 %). |
Ernstige muziek: 31,15 - 26,70 % (26,54 - 22,99 %). |
Lichte muziek: 30,50 - 26,36 % (38,23 - 32,81 %). |
Boeremuziek: (6,10 - 5,27 %). |
Het is wellicht interessant hier enkele details over bepaalde uitzendingen te verstrekken. Wat de muziek betreft, werd in 1954 een simfonie-orkest opgericht. Dit instrument bleek spoedig een grote invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van de muziek in het land en het opende meteen onverwachte mogelijkheden voor nationale komponisten en musici. De muziek in het algemeen en de inheemse muziek in 't bijzonder worden doelbewust gestimuleerd en aangemoedigd. Ook door de letterkundige diensten wordt alles in het werk gesteld om zowel klassieke als moderne auteurs naar voren te brengen. Bij de Zuidafrikaanse uitzending werd steeds een doelbewuste bevordering van de Afrikaanse letterkunde nagestreefd. Rubrieken zoals ‘Kunskroniek’, ‘Die Stem van die Digter’, ‘What are you reading?’, ‘These we have loved’ genieten veel bijval.
| |
Niet-blanke diensten
In augustus 1952 werd een radio-omroep voor de Bantoe-stad Orlando, Johannesburg, ingehuldigd. Het succes was zo overweldigend dat de diensten spoedig uitgebreid werden tot Jabavu, Dube, Mofolo en Noordgesig. De duur van deze uitzendingen bedraagt zestien uur in de week en dertien uur 's zondags. Aangepaste muzikale programma's, die vanuit de Engelse en Afrikaanse diensten gerelayeerd worden, bedragen ongeveer vier uur per dag. De hierbij aangewende talen zijn hoofdzakelijk de Zoeloetaal, Zuid Sotho en Xhosa, en
| |
| |
Het nieuwe Studio-gebouw van de Zuid-Afrikaanse radio te Sea-Point.
in gemengde programma's ook Shangaan, Noord Sotho en Tswana.
Natal en de Kaap hebben elk een dagelijkse uitzending van een half uur respectievelijk in de Zoeloetaal en Xhosa.
In Durban wordt een wekelijks Indisch programma 's zondags om 9 uur 's morgens in vijf van de voornaamste Indische talen uitgezonden. Dit programma bestaat hoofdzakelijk uit muziek, met praatjes en verhalen door plaatselijke Indische kunstenaare.
| |
Nieuwsdienst
In 1950 begon de Omroep met zijn eigen nieuwsdienst. In 1952 werden regionale nieuwsdiensten ingevoerd en uitgebreid tot Zuid-West-Afrika in 1956. De eerste nieuwsuitzending op de Commerciële Dienst geschiedde op 1 april 1957.
| |
Stations
Het gebied waar het nationaal programma wordt beluisterd wordt door middel van tussenzenders bestreken. Er bestaan 12 stations: te Johannesburg (Oost en West), Pretoria, Pietersburg, Bloemfontein, Kimberley, Grahamstown, Port Elizabeth, East London, Kaapstad, Durban en Pietermaritzburg. Elk station heeft drie zenders, één voor elk programma en het is gebruikelijk de drie uitzendingen op één enkele mast aan te sluiten.
| |
Paradijs
In 1956 werd het Nationale Korte Golf-centrum opgericht op een uitgebreid landgoed, het Paradys genoemd, op 12 mijl van Bloemfontein. Het station te Paradys bevat negen krachtige korte-golf zenders. Zes worden gebruikt voor de drie Nationale programma's, het Engelse, het Afrikaanse en dit van de Commerciële Diensten. De draagwijdte van deze uitzendingen is zeer aanzienlijk: minstens 1.000 mijl. Voor elk programma worden gelijktijdig twee frekwenties op verschillende golfbanden aangewend.
| |
Afrika dienst
Van de drie overblijvende zenders worden er twee gebruikt voor de Internationale Dienst van de Omroep. Dit heet de ‘Afrika Dienst’; op 't ogenblik wordt dit programma op de 11 meter band van 11.00 tot 16.00 uur G.M.T. uitgezonden, en op de 19 meter band van 11.00 tot 18.00 uur G.M.T. De negende zender wordt gebruikt voor speciale diensten, en ingeval van ernstig defect aan de acht andere. Een uitgebreid gebied wordt door deze zenders bestreken. Zenders voor de plaatselijke middengolf dienst bevinden zich in een afzonderlijk gebouw te Paradys.
Bij gebrek aan geld was het tot nu toe niet mogelijk de Afrika Dienst van de Omroep tot een omvangrijkere extra-territoriale dienst uit te breiden. Een aangepaste extra-territoriale dienst zou uitzendingen vereisen van de taal van het gebied dat moet worden bewerkt; de Afrika Dienst blijft echter nog steeds beperkt tot zijn normale programma's in de Unie, met een uitstraling naar het Noorden door middel van twee speciale zenders in het Engels en het Afrikaans, om de andere dag.
|
|