West-Vlaanderen. Jaargang 9(1960)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 469] [p. 469] Poëtisch bericht de muzikant Zijn benig, bleek gezichte blaast gedurig korte duwkes asem in zijn instrument, dat, groffe grommen grollend door 't geschetter van de kopers, dient voor akkompagnement. Van voren op zijn wezen, sprekend kenmerk van zijn teerste plek, verkondt zijn rode neus, glimmend van de welgedaanheid, openlijk zijn zwak voor ferme potten oudenaards of geus. 'n Beetje door zijn benen zakkend onder 't gaan, - 'n ouwe vos kruipt óók nog in de schuur voor 'n koppel jonge kiekens -, lonkt hij meer naar 't vrouwvolk op de kant dan naar zijn partituur. En door de zwaarte krom gestopen onder zijnen bombardon, marsjeert hij noes en dweers van achtren in de reke, wringend met zijn gat lijk de eenden op parade door de meers. Jan Deloof * Vorige Volgende