* Brieven aan de redactie
In West-Vlaanderen wierd aangestipt dat ik 42 kinderliedjes van Karel de Gheldere getoonzet heb. Maar Mr. Dereeper vergat dat ik ook reeds in 1908 zes nummers uit zijn Landliederen gemaakt en uitgegeven heb, o.m. 't Was eens dat ik op wandel ging. Coopman, in een brief aan Karel de Gheldere, schreef (wegens de kinderliedjes): Mijn hartelijkste wensen met de allerliefste kinderliedjes. Ook de toondichter heeft den waren toon getroffen’.
(w.g. Remi Ghesquiere)
In Uw nummer van juli-augustus 1958, 7de jaargang nr. 4 staat op bladzijde 228 onder de titel ‘Kunst in Kongo’ een tekst waarin over mij het volgende wordt gezegd: ‘De inrichters deden er goed aan hem de inwendige architectuur op te dragen van de afdeling aan de kunst gewijd in het reusachtige paviljoen van Kongo’. Mag ik er U op wijzen dat de inwendige architectuur van bedoeld paviljoen geenszins door mij ontworpen is en ik er ook geen verantwoordelijkheid voor neem. De inwendige architectuur is een creatie van J. Dupuis, architekt-raadgever van de V.P.A. Lou Bertot-Decoration. Mijn taak in deze aangelegenheid was artistiek-raadgever van de groep en gevolmacht afgevaardigde van boven vermelde groep bij de verwezenlijking van de inrichting en van de plaatsing van de kunstwerken.
(w.g. Luc Peire)