Knokke
De tentoonstelling gewijd aan La peinture naive, te Knokke in het casino ingericht tot 31 augustus, is, niettegenstaande de zeer degelijke inleiding tot de catalogus, door Anatole Jakovsky, weinig verhelderend voor het begrip ‘naieve schilders’, dat men sinds enkele jaren gaarne gebruikt om allerhande artistieke werken en pseudo-schilderijen te catalogeren. De term kwam mij altijd voor als een soort vergaarbak, waar alles terecht kwam, dat overbleef, wanneer de verschillende kunstgenres ieder hun deel hadden gekregen. Als men onder deze naam de schilders samenbrengt - ze blijven uiteraard een minderheid - die geen akademie hebben gevolgd, die autodidact zijn, dilettant of zo men wil zondagsschilder, dan is deze bestempeling zeker slechts ten dele juist. Er zijn immers veel namen te citeren van grote gekwalificeerde artisten, die op eigen kracht tot de kunst kwamen, of die slechts naar de akademie gingen, toen zij het vak reeds onder de knie hadden.
Intussen kan men te Knokke honderd naieve schilderijen met elkaar en met de term confronteren. De lijntrekker is Henri Rousseau, bijgenaamd Le Douanier, die eens aan zijn vriend Picasso heeft verklaard: Toi, tu es le plus grand dans le genre égyptien, et moi, dans le genre moderne... Naast Rousseau citeren wij vooral de Span-