West-Vlaanderen. Jaargang 4(1955)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Poëtisch bericht Sentimentele ballade Hij is een simple jongen van de straat, Zijn trouwe ziel heeft nimmer nog gelogen, Met groot geloof droeg hij het zwart gewaad En droomde lachend van de zegebogen. Nu staat hij achter rosse prikkeldraad En staart de verten in met lede ogen. De scherpe wind schuurt kervend zijn gelaat, En niemand, zelfs geen kraai, voelt mededogen. Hij zag zijn kindren in geen maanden weer, En ziet ze wellicht niet in vele jaren; Zijn vrouw verschijnt hem doffer elke keer: Mijn God..., hoelang zal ze haar trouw bewaren...? Hij kent het leven niet, maar voelt het zeer: Bloed..., armoe..., wanhoop..., en de geile scharen Die jagen op dat wild... Hij denkt aan zijn geweer En hoe hij sleuren zal haar bij de haren, En trappen op haar keel met grote walg, En rennen naar wie zich aan haar vergrepen: Hij ziet een man met woest doorstoken balg En honden die hem door de asse slepen... Maar plots neigt hij de klamme kin ter aard': Die boosheid mag niet in zijn ziel beklijven. Hij zal haar straks, wanneer de avond naart, Een lange brief vol zoet gestamel schrijven... Marcel Matthijs Vorige Volgende