Kroniek
De Kunstchronik van Weenen roept de aandacht op de Aanbidding van het Lam, uit de St.-Bavokerk van Gent. Wie het altaarstuk der gebroeders van Eyck, de eerste grondleggende schepping der Vlaamsche schilderkunst, in den laatsten tijd gezien heeft, zegt het blad, dien zal het werk in zijnen droevigen, bestoven toestand voorzeker eene smartelijke verrassing veroorzaakt hebben. De drie heerlijke karakterkoppen, het grootsche der drie gekroonde hoofdfiguren, maken immer eenen diepen indruk. Doch de glans en de lichtkracht der verven, het onuitsprekelijk boeiende der duizende aantrekkelijke bijhoorigheden, als bloemen, edelsteenen, gouden voorwerpen, stoffen, welke zij voorstellen, gaan reddeloos verloren onder eene korst van stof en rook die over het geheel hangt. Daarbij komt het afschuwelijke licht, dat door het oud groen beregend venster der kapel binnendringt en de vroolijk gekleurde schepping van de Vlaamsche meesters alle lichtkracht ontneemt. Wij hopen dat deze oproep, gericht tot het bisschoppelijk bestuur der Gentsche hoofdkerk, dat in den laatsten tijd zooveel voor dezer herstelling gedaan heeft, volstaan zal, opdat ook aan deze kostbare parel onder den rijken schat denkmalen der kerk de haar toekomende zorg verleend worde.