Frankische oudheden
In de provincie henegouwen ontdekt.
Sedert den zomer van het jaar 1884 worden er door de heeren baron A. de Loë en graaf G. de Looz-Corswarem geregelde en stelselmatige opzoekingen gedaan op eene Frankische begraafplaats te Harmignies, in Henegouwen, ter plaatse genaamd Monts de Presles.
In 1865 reeds werden daar oudheden opgedolven, doch ongelukkiglijk zijn die verloren geraakt; 't geen men niet te vreezen heeft voor die welke er thans gevonden worden. De evengemelde oudheidkundigen hadden in 1885, 559 aldaar ontdekte voorwerpen in hun bezit, en nu reeds meer dan 600.
De Frankische begraafplaats te Harmignies ligt op eene helling en de graven zijn dicht nevens elkander in eene witkrijtlaag gedolven. Sommige hebben eene diepte van 2m05, andere eene van 0m90; deze zijn de ondiepste. De gemiddelde lengte der grafkuilen is 2m10 op 1m20 breed. De geraamten liggen er, zooveel als men nog zien kan, op den rug in, en, op enkele uitzonderingen na, met de voeten naar het Oosten gekeerd. Van de houten doodkisten blijft er maar weinig meer over.
Schilden, spiesen, zwaarden, bijlen, ijzeren pijlpunten, kleine messen, spelden, gespen, keien met vuurstalen, kammen, sleutels, lijkvazen, enz, vergezellen gewoonlijk de stoffelijke overblijfselen der mannen. De vrouwengeraamten dragen nog de optooisels, waarmede de dooden werden ter rust gelegd, zooals bronzen, zilveren en gouden haarspelden, oor- en vingerringen, halssnoeren, gespen en armbanden, met glasplaatjes en paarlen bezet. Nog andere voorwerpen en lijkbussen zijn insgelijks in de vrouwengraven aanwezig.
Bij de opzoekingen onderscheidt men gemakkelijk de plaatsen der graven, wanneer de teelaarde is weggevoerd, aan eene geelachtige tint, voortgebracht door de saamgemengelde aarde en krijtstukken, waarmede, na de inzetting der doodkisten, de kuilen aangevuld werden. Ook moet men met voorzichtigheid en zorg die aard- en krijtklompen wegnemen om de beenderen en de daarbij rustende oudheden, zonder ze te beschadigen, te verzamelen. Wie nadere inlichtingen verlangt omtrent de oudheidkundige opzoekingen te Harmignies gedaan, leze het opstel van den baron A. de Loë, in de Annales de la Fédération archéologique et historique de Belgique, deel i, blz. 213 en volgende.
X.