3. schoone kunsten en nijverheidskunsten. Inlichting en prospectus verkrijgbaar bij den heer Lodewijk De Vriese, afgevaardigde voor België, Regnessenstraat, nr 3, Gent.
Napels. In deze stad is den 8n Augustus een standbeeld van den in 1802 geboren en in 1835 gestorven toonzetter Bellini onthuld. Het door Balzico gemaakte beeld staat op een hoog voetstuk van graniet, waarin zinnebeeldige voorstellingen van des meesters zangspelen Norma, de Somnambula, i Puritani en i Capuleti e Montecchi zijn aangebracht. Tegen een kleinen paal aanleunend, is Bellini rechtstaande voorgesteld, het rechterbeen over het linker geslagen, de armen op de borst gekruist, den blik gevestigd op het naburig conservatorium San Pietro a Majella, waarvan hij leerling is geweest.
Munchen. De op 21 Juli te Munchen overleden K. von Piloty (zie blz. 131) werd in die stad geboren den 1n October 1826. Sedert 1855 was hij leeraar, sedert 1874 bestuurder van de academie van schoone kunsten zijner geboortestad. Tot zijne voornaamste schilderijen behooren onder andere de volgende: de Toetreding van den Beierschen keurvorst tot het katholiek verbond in 1609, Seni voor het lijk van Wallenstein, de Veldslag bij den Wittenberg nabij Praag, de Moord van Wallenstein, Nero gaande over de puinhoopen van het door hem afgebrande Rome, Galilei in de gevangenis, Columbus als wereldontdekker, Wallensteins tocht naar den Eger, de Dood van Cesar, Maria Stuart bij het voorlezen van haar doodvonnis, de Girondijnen, Lodewijk XVII bij den schoenmaker Simon, Thusnelda in den triomftocht van Germanicus, de Luister van Munchen enz. In zijne jeugd, heeft hij lange studiereizen in Holland, België en Frankrijk gedaan, en daaruit blijkbaar zeer veel nut getrokken.
Londen. De tegenwoordige hertog van Marlborough slaagt al sedert eenige jaren geld, bij middel van de kunstschatten, die zijne voorvaderen hem hebben nagelaten. In onzen jaargang 1884, blz. 107, maakten wij gewag van des hertogs voornemen om zijne beroemde schilderijenverzameling uit den huize Blenheim te verkoopen. In onzen loopenden jaargang, blz. 100, gaven wij desaangaande nader bericht, onder aanhaling van de namen van ettelijke groote meesters, wier werken deel uitmaken van de bewuste verzameling. Sommige dezer schilderijen schijnt de vroegere hertog van Marlborough zich te hebben toegeëigend, krachtens het recht van den sterkste, toen hij zich in 1708 als zegepralend veldheer in de Nederlanden bevond. Onder de aldus verkregen schilderijen worden de volgende genoemd, die Marlborough van uit Brussel naar zijn kasteel Woodstock-Blenheim deed zenden: twee Rubensen, eene H. familie en eene Vlucht in Egypte, twee Van Dycken, een portret van koning Karel I en een portret van eene Engelsche koningin, benevens een Raad der goden, waarvan de schilder niet wordt genoemd. Wij zegden hooger, dat de tegenwoordige hertog van Marlborough al sinds eenige jaren munt slaagt uit zijne schilderijenverzameling. Aan baron Rothschild verkocht hij, nu al een tijd geleden, eenen Rubens voor 1 ¾ millioen frank. Vervolgens liet hij een ruiterportret van Karel I vergezelschapt van sir Morton aan de Nationale Galerij, te Londen, over, voor 375,000 fr. Eindelijk heeft hij in Augustus alles opgeruimd, wat er van zijne verzameling nog overbleef. De verkooping had plaats bij Christie, Montondon Wood. Onder andere werden de na te noemen stukken voor de daarbij vermelde prijzen toegewezen: P.P. Rubens, eene Onze-Lieve-Vrouw, 1360 pond sterl.; id., Heilige familie, 460 p.s.; id., De aanbidding der wijzen, 1500 p.s.; id., Meleager en
Atalanta, 520 p.s.; id., De terugkeer uit Egypte, 1500 p.s.; id., Heilige familie, 1000 p.s.; id., Laat de kinderkens tot mij komen, 800 p.s.; id., Loth uit Sodoma vertrekkende, 1850 p.s.; id., Heilige familie, 1200 p.s.; id., De rozenkrans, 1510 p.s.; id., Portret van Anna van Oostenrijk, 3700 p.s.; id., Dochtertrouw, 1200 p.s.; id., Venus en Adonis, 7200 p.s.; A. Van Dyck, Saturnus en Cupido, 230 p.s.; id., Onze-Lieve-Vrouw met het kindje Jezus, 500 p.s.; Rembrandt, De overspelige vrouw, 220 p.s.; id., Isaak Jacob zegenend, 510 p.s.; G. Coques, Vlaamsch familietafereel, 510 p.s.; L. Bakhuijsen, Woelige zee met een Hollandsch oorlogschip en kleinere vaartuigen, 50 p.s.; A. Cuyp, een Landschap, 1750 p.s.; Van der Neer, een Landschap, 290 p.s.