De Vlaamsche School. Jaargang 31
(1885)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
[pagina 198]
| |
De fraaie plaat, op de vorige bladzijde, afgedrukt, vertoont het prachtig monument, door de maatschappij Liebig in de middengalerij der wereldtentooonstelling opgericht, waarvan wij reeds eene beknopte loffelijke vermelding hebben gemaakt op onze blz. 103. De onderscheidingen, door de maatschappij Liebig op al de groots wereldtentoonstellingen, waaraan, zij deel nam behaald, plaatsen haar zoo hoog, dat zij zich inderdaad heeft kunnen onthouden op onze tentoonstelling mede te dingen en niet verder behoeft aanbevolen te worden. Niet minder dan 10 gouden eeremetalen en eerediplomas zijn haar reeds vroeger te beurt gevallen. In onzen jaargang 1871, blz. 17, is eene omstandige beschrijving opgenomen van de hoofdinrichting der maatschappij Liebig te Fray Bentos, in de Zuid-Amerikaansche republiek Uruguay. De werkplaatsen zijn op eene reusachtige schaal aangelegd voor de vervaardiging van Liebig's vleesch-extract; er worden niet minder dan 800 werklieden in gebezigd. De inrichting der maatschappij Liebig te Fray Bentos beslaat eene uitgestrektheid van ongeveer 30,000 hectaren grond. Men zal zich een denkbeeld kunnen vormen van den omvang der weilanden, die de maatschappij van doen heeft, als men nagaat dat zij gemiddeld tusschen 40 en 50,000 hoornbeesten beschikbaar heeft en zij in den zomertijd, die aldaar van December tot Juni duurt, dagelijks 1000 tot 1200 runderen slacht. Gedurende ieder van de drie laatste zomers slachtte zij 160,000 beesten. De maatschappij Liebig drijft niet alleen handel in vleeschextract, maar ook in gezouten huiden, reuzel, gezuiverd braadvet, tongen, vleesch in bussen, vleeschpoeder, enz. De omzet bedraagt jaarlijks tusschen 25 en 30 millioen frank. De voortbrengselen der maatschappij Liebig worden verzonden naar alle havens van Europa. Het vleesch-extract evenwel, zooveel als er wordt gemaakt, gaat allemaal van Fray Bentos naar Antwerpen. Nadat het zorgvuldig is onderzocht, ten overstaan van professor Max von Pettenkofer, de wetenschappelijke bestuurder der maatschappij, en zijn medewerker, baron Herman von Liebig, wordt het extract in potjes en bussen opgesloten en allerwege verzonden. Voordat het vleesch-extract te Fray Bentos wordt ingescheept naar Antwerpen, is het reeds scheikundig onderzocht. Liebigs vleesch-extract, wereldberoemd en hoog gewaardeerd als het is, kan elke aanprijzing missen. Zijne deugden getuigen voor hetzelve op alle plaatsen en bij alle menschen, in iedere streek der wereld. Ter aangeving, met een enkel woord, van de krachtmaat van Liebigs vleesch-extract, zij hier vermeld, dat met één pond van dit extract, vleeschsoep kan worden bereid die zoo krachtig is alsof daarin 45 (vijf en veertig) pond versch geslagen vleesch ware gebruikt. | |
(Vervolg van blz. 168.)In de Brusselschestraat zagen wij prachtmeubelen van de wed. Van Inthout en van Hendrickx en zoon, uit Mechelen, met een prachthaard (open vuur) van Mathijs-De Clerck, uit Brussel. Daar tegenover bevindt zich eene uitgelezene zaal in Vlaamschen stijl, voor wier aanleg de bouwmeester F. Van Dyk, te Antwerpen, zijne gewaardeerde medewerking verleende; zij is versierd met lijsten en spiegels van P.J. Backx, eene kostbare marmeren schouw van V. Mutsaarts, een prachtvuur van F. Roeyackers, beschotten en pilasters van V. Merckx, een marmeren borstbeeld van F.C. Van Luppen, een in brons van J. Weijns; de wanden zijn beschilderd alsof zij behangen waren met muurtapijten, waarop Teniersachtige Rookers en Spelers zeer fraai zijn afgebeeld, door K. Pont; al de laatstgenoemden zijn woonachtig te Antwerpen. L.E. Belot, van Brussel, zond schoone vergulde lijsten en spiegels in; elders zagen wij er nog van D. Janssens-Van der Stucken en F. Gysels, beide te Antwerpen, alsook van P. Cloetens, van Cureghem. Wat verder treffen wij penningen en stempels aan, gemaakt door P.J. Van Damme, een bekwaam stempelsnijder te Brussel. Voorts zeer groote landkaarten, geschilderd door F. Van der Wee, te Antwerpen. Van hier af tot aan het einde dezer straat en zelfs in zijwegen en afdeelingen prijken de voortbrengselen van de Belgische onderwijsinrichtingen: de hoogescholen, de Antwerpsche nijverheidsschool, de academiën en teekenscholen van Ath, Arlon, Kortrijk, Nijvel, Zoniën; de teekenen nijverheidsscholen van Brugge, Veurne, Charleroi, Gent, Gosselies, Hodeny-Aimeries, Hoei, Jemmappes, Jumet, Luik, Leuven, Marchienne-au-Pont, Monceau-sur-Sambre, Morlanwelz, Namen, Oostende, Paturages, St.-Ghislain, Seraing, Doornik; de weezengestichten van Verviers en Gent; de gestichten voor doofstommen en blinden, te Brussel, Brugge, Gent, Berchem-Ste-Agatha, Luik, Maaseyck; de gestichten van de broeders der christelijke scholen te Aalst, Carlsburg, Malonne, Jemmapes, Gent, Brussel, het gesticht der broeders van O.-L.-Vrouw van genade te Mechelen; de normaalscholen van Brussel, Carlsburg, Malonne, enz. Het ministerie van binnenlandsche zaken en openbaar onderwijs had op de tentoonstelling een waar schoolmuseum laten inrichten, hetwelk eenen schat van belangrijke zaken bevatte op het gebied van het onderwijs in alle graden, tot hetwelk de staatszorg zich uitstrekt: lager, middelbaar, hooger en vakkundig onderwijs, waarbij boeken en kaarten der hoofdcommissie voor statistiek. Ook Autwerpens gemeentebestuur onderscheidde zich door zijne het onderwijs betreffende inzendingen. Zij golden allereerst de stedelijke bewaarscholen of kindertuinen, die, ten getalle van 11, te zamen ongeveer 3500 leerlingen tellen, tusschen 3 en 6 jaren oud. Naast de plannen van de stedelijke bewaarscholen uit de Beleg-, Bervoet- en Everaertsstraat, waren modellen van schoolmeubelen en de velerhande zoogenoemde Froebelgaven te zien, benevens vlecht-, knip-, prik-, teekeu-, boetseer- en ander dergelijk werk van de leerlingen. Van de lagere kostelooze gemeentescholen (15 voor jongens en 12 voor meisjes, met circa 11,000 leerlingen), waren bouwplannen van schoollokalen, meubelen en onderwijsgerieven, schrijf- en teekenboeken, albums met vrouwelijk handwerk enz., tentoongesteld. Hetzelfde voor de betalende jongens- en | |
[pagina 199]
| |
meisjesscholen. Ook het plan van het prachtig gebouw, hetwelk de stad heeft opgericht voor het atheneum (zie onzen jaargang 1883, blz. 177), bevond zich tusschen de inzendingen van het Antwerpsch gemeentebestuur, die veel belangstelling opwekten. Wij mogen niet nalaten eene zeer bijzondere vermelding te maken van het hooggewerkt plan der landkouwkolonie van Merxplas, des te minder omdat het werd vervaardigd door verpleegden van dit rijksgesticht voor behoeftigen. Bij de aanschouwing van dit kunstig gewrocht model, dringt zich als onwillekeurig aan den bezichtiger de vraag op, hoe zij, die tot zulk werk in staat zijn, er toe kwamen om onderhouden te moeten worden in een bedelaarswerkhuis? In ieder geval, wij herhalen het, het tentoongestelde hooggewerkt plan is uitmuntend en zou in elke ook openbare verzameling van dergelijke stukken eene goede plaats bekleeden. Indrukwekkend waren de op de tentoonstelling voorkomende modellen van bewaarplaatsen voor zinneloozen, in den vroegeren en den tegenwoordigen tijd. De nieuwere invoeringen op dit gebied mogen metterdaad verbeteringen worden genoemd. Men ijst, bij de aanschouwing van sommige zijden der vroegere behandeling van krankzinnigen. Het gemeentebestuur van Brussel heeft aan de Antwerpsche tentoonstelling deelgenomen op eene wijze, die inderdaad eene hoofdstad waardig mag worden genoemd. Daarin overtreft Brussel dan ook alle andere steden. Zijne inzendingen omvatten alles, wat tot het wezen en bedrijf van eene gemeente als dusdanig behoort. Zij waren daarbij op recht boeiende wijze beschreven in een flink boekdeel van omtrent 250 bladzijden; jammer, dat daarvan ook geene Vlaamsche uitgaaf was bezorgd. Tot de door Brussel ingezondene tentoongestelde voorwerpen behooren onder andere de oudste stedelijke archieven, als daar zijn: het Coreboeck, uit de xive eeuw, het Statuytboeck, uit de xve eeuw, het Boeck der Roodenbecksche geslachte (xviie eeuw), het boek van den ouden gemeentebeiaard, met teekeningen en op muziek gezette arias (1642), het atlas der Willebroeckschevaart (1653-1661), het Privilegieboek der bakkers (1707), het boek van de Privilegiën der Wervenaren (1700); eene Stadskaart van Brussel in 1572; dergelijke kaarten van 1695, 1782 en 1830; een gedrukt plakkaat uit den jare 1561! waarbij de openstelling der Willebroeckschevaart ter algemeene kennis wordt gebracht; een groot getal oude gravuren, teekeningen en schilderingen die gezichten uit Brussel, op merkwaardige gebouwen enz., voorstellen; eene bronzen mudde (korenmaat), voorzien van een opschrift, waaruit blijkt, dat zij den 10n Juli 1466 werd geijkt; oud kleergoed van het fonteinbeeldje Manneken-Pis enz.; de algemeene kaart van Brussel, met aanduiding van al de veranderingen, die de stad sedert 1830 onderging; de plannen van de academie voor schoone kunsten, het slachthuis, het stadsmagazijn, de stedelijke begraafplaats te Evere; het stadhuis; de Kapellekerk, wier koor en kruisbeuk van uit de xiie eeuw dagteekenen; de hersteld, huizen der Grootemarkt; de wandelingen enz.; plannen en hooggewerkte modellen van de groote stadsriolen en de verwelving der Zenne, plannen voor de verbouwing of herschepping van stadskwartieren, ontwerpen voor den aanleg van dokken en waterwegen, stukken betrekkelijk de Willebroeckschevaart; het plan van de stedelijke gasfabriek; plannen van werkmanswoningen; de afbeelding van het gasbuizennet enz.; plannen van de drinkwaterleiding; bluschtoestellen; diagrammen, statistieken en werken betreffende den gezondheidsdienst; ziekenwagens; inentingsinstrumenten; scheikundige toestellen; doodenwagens en alles wat tot begrafenissen behoort; afbeeldingen van voorwerpen uit den dienst van de stadsreiniging; de plannen van het te Middelkerke opgericht gesticht voor de verpleging van zieke en verarmde kinderen van Brussel en elders, waarvoor de burggraaf Roger van Grimberghe 500,000 fr. aan de godshuizen van Brussel heeft nagelaten; eindelijk: een geheel schoolmuseum, hetwelk alles bevat wat in en voor de scholen op alle trappen wordt gebruikt, benevens het werk van de leerlingen enz. Het gemeentebestuur van Brussel heeft zich voor de tentoonstelling hoogst verdienstelijk gemaakt. Het gemeentebestuur van Schaarbeeck stelt verschillende plannen van scholen ten toon, gemaakt door den bouwmeester H. Jaumot, te Brussel. De tentoonstelling bevatte exemplaren van school- of leerboeken bij honderdtallen, in alle vakken. De inzendingen van Belgische schrijvers en uitgevers waren zeer talrijk. Tusschen de werken over muziekonderwijs vermelden wij dit van den heer Ed. Gregoir, voor het leeren van de noten, volgens een nieuw stelsel van zijne vinding. Tusschen de voor het ouderwijs belangrijke inzendingen, zij hier nog gewezen op de nieuwerwetsche schoollessenaren en schoolboeken, van J. Happel, waarvan wij eene beknopte beschrijving, toegelicht met afbeeldingen, hebben opgenomen in onzen jaargang 1882, blz. 191 en volgende. Eene zeer bijzondere en hoogst loffelijke vermelding moeten wij maken van de met afbeeldingen opgeluisterde tafelen voor het practisch onderwijs der plantenkunde, de kweeking en het snoeien van fruitboomen enz., van J.-I. De Beucker. F. Dierckx, van Antwerpen, vormde, met door hem gemaakte meubelen, eene fraaie zaal, die J. Dierckx, ook uit Antwerpen, keurig beschilderde. Fraai bewerkt huisraad, in allerlei soort van meubelen, was ook tentoongesteld door Neutjens-Verlinden, uit Mechelen, Coppens-Neutjens en E. Grotkei-De Caluwe, uit Gent, en J.E. Van den Elsacker en I. Van Roey, uit Antwerpen. De orde onzer aanteekeningen volgende, vermelden wij daarnaar: J.M. Gerrits, te Antwerpen, eene puik gebeeldhouwde horlogekas, in Italiaansch notelaarhout, naar den Franschen trant uit den tijd van Frans I. J. Janssens, leeraar aan de Antwerpsche academie, het model in gips van een gedeelte van een fraaien gevel. J. Labhaye, te Othée-Luik, een kunstrijk ivoren Christusbeeld. | |
[pagina 200]
| |
J. Herman, te Luik, zeer sierlijke en sterke vloertegels van gebakken aardewerk. K. Eggemont en zuster, te Gent, vloertegels en plaveien in soorten, uitmuntend door zuiverheid en degelijkheid van bewerking en daarbij recht fraai. B. Claes, te Luik, stevige en nette plaveien. Souflet-Leblond, te Calonne, ook puike plaveien. J. Ross, te Luik, zeer aardige
Wereldtentoonstelling. Belgische afdeeling.
Uitstalling van J. Meeus. zie blz. 145. beeldjes in gebakken aardewerk. Ad. Lerat, te Luik, vazen en beelden, die den vervaardiger tot eere strekken. Mathys - De Clerck, J.B. Rocher, beide te Brussel, H. en L. Fraigneux, L. Clainge, twee firmas uit Luik, D. Delorge, te Gent, Ph. Hendrickx, te Brussel, brandkassen, voor groote en kleine fortuinen, bankiers en kapitalisten van iederen rang; de ingezondene brandkassen, die wij in de gelegenheid waren met eenen deskundige van nabij te onderzoeken, schenen ons de vergelijking te kunnen doorstaan met de beste buitenlandsche werken van denzelfden aard. De Belgische glasmakerijen, meestal ondernemingen van naamlooze maatschappijen, hadden veel en schoon glas tentoongesteld De roem van het Belgisch glas raag voor het overige wel gevestigd worden genoemd. Bastin en Williams, te Lodelinsart, eene verzameling voorwerpen in glas, voor scheikundige bereidingen, natuurwetenschappelijke verrichtingen enz.; zeer merkwaardig. P. Willequet, te Lodelinsart, J. Duvivier, te Cureghem, zeer schoone spiegels, geslepen glaswerk enz. Eene bijzondere vermelding maken wij van eene door J. Duvivier ingezonden pendule van geslepen glas. J. Dupont, V. Rigidiotii, H. Dupon, F. Vloeberghs, allen te Antwerpen, L. Van Emelen, te Leuven, H. Pickery, te Brugge, M. Zens, te Gent, bezetteden gansch een vertrek in het deel der tentoonstelling waarover wij handelen, met door hen gemaakte meest godsdienstige beelden, uit hout, pleister en steen, zoo gekleurd als ongekleurd. Over het geheel genomen, zag deze verzameling grootere en kleinere beelden, zoo talrijk als zij was, er zeer goed en behagelijk uit. Wat hier voorhanden was, mocht niet gerangschikt worden onder het zoogenoemd postuurwerk, maar verdiende te worden bestempeld met den naam van kunstwerk. Het is ons aangenaam, den inzenders dit recht te kunnen laten wedervaren en hun dezen lof te mogen toezwaaien. F. Van Rooten; te Brussel geschilderde sieraadpaneelen van groote verdiensten. Verder vinden wij in deze richting op de tentoonstelling een gebouw, opgericht uit steenkolen van Bernissart, en eene kolom in rood koper, met een voetstuk van ijzererst; laatstgenoemde kolom dient ter aanbeveling van de voortbrengselen der kopermijnen van Vigsnaes (in België vertegenwoordigd door een kantoor te Hemixem). Niet licht zal men, bij elkander, zooveel voorwerpen, vervaardigd uit ijzer, staal, koper, blik en zink, onder de oogen krijgen, als er uitgestald zijn in dat gedeelte van de tentoonstelling, waarover wij nu handelen. Alles, wat zich laat bedenken, als kunnende worden gemaakt uit de voornoemde metalen, is hier voorhanden; wij gelooven, dat men er zou mogen op wedden, dat geen voorwerp van den bedoelden aard, hoedanig het ook mag wezen, in de massa ontbreekt, mechanieken uitgezonderd, die hare eigene zaal hebben. De inzenders halen eer van hun werk, hetwelk veilig mag worden vergeleken met de beste dergelijke voorwerpen uit het buitenland. Voor vele artikelen zouden zelfs onze land- en stadgenooten de kroon mogen spannen. Door den heer L. Van Boeckel, te Antwerpen, was een fraai kunstgewrocht van smeedijzer ingezonden, als Hulde aan Quinten Massijs. Aan den heer Geeraard Van Dyck, uit Antwerpon, viel de groote onderscheiding ten deel, dat de door hem vervaardigde en tentoongestelde volledige toerusting van eene met stoom gedrevene diamantslijperij, uitgevoerd in het klein, zonder een enkel stuk gereedschap te vergeten, aangekocht werd door het Parijsche conservatorium voor kunsten en ambachten. Eene dergelijke toerusting in het klein, van eene diamantslijperij, gelijk die werkte en gesteld was 100 jaren geleden, werd ingezonden door den heer J. Dikkes-Hartog, uit Antwerpen. Van F.A. Pannemaker zagen wij de proef eener prachtige houtsnede, uitgevoerd voor de firma P. Dumont, te Parijs | |
[pagina 201]
| |
waar de bekwame Belgische plaatsnijder insgelijks metterwoon gevestigd is, Eene merkwaardigheid, in haren aard, hebben wij vergeten
Wereldtentoonstelling. Belgische afdeeling.
Uitstalling van G. Bal en cie, zie blz. 146. nader aan te duiden, op blz. 165, namelijk de zadel van nieuw model, tentoongesteld door den heer Bosmans, die de zadelmaker is van het regiment der Belgische gidsen; deze zadel beveelt zich onder andere aan door deze hoog te waardeeren hoedanigheid, dat het door 't paard te dragen gewicht, er met 9 kilo door verminderd wordt. Hiermede besluiten wij ons overzicht van de Belgische afdeeling. Het was lang, en toch weer niet lang genoeg. Wij hebben ons beïeverd, om een zoo groot mogelijk aantal van de merkwaardige inzendingen te vermelden; maar onze plaatsruimte heeft niet toegelaten, dat wij al onze aanteekeningen verwerkten. Het gevolg daarvan is, dat, tot onze spijt, zeer vele fraaie zaken en derhalve ook zij, door wie ze werden tentoongesteld, niet in ons overzicht werden genoemd. Zij, die aldus werden overgeslagen, gelieven het ons ten goede houden. Wij hebben ons best en het mogelijke gedaan. |
|