Buitenland.
Amsterdam. De commissie van toezicht op de rijksacademie van beeldende kunsten heeft de volgende onderwerpen vastgesteld voor een half verheven beeldwerk of een beeld, waaruit de mededingers voor den aanstaanden wedstrijd kunnen kiezen: 1. Stroom, 2. Velleda, 3. Ruth, aren lezende (beelden), 4. Daniël in den leeuwenkuil, 5. Charon, 6. Eliëzar en Rebecca (half verheven beeldwerken). De kampers zijn: Pier Pander, L. Stracké en H.J. Teixeira de Mattos.
- Dr. Gerard A. Heineken heeft zijne hoogst belangrijke verzameling penningen en munten, betrekkelijk de geschiedenis van Amsterdam, aan de stad geschonken.
- De schildering van Giron, (vermeld in onzen jaargang 1883, blz. 145, is te Amsterdam tentoongesteld voor het publiek. Zij is 6m50 breed, 4m50 hoog. In nummer 927 van de Amsterdammer wordt er de volgende beoordeeling van gegeven; ‘Voor de Magdalena-kerk te Parijs is een oogenblik van opstopping; eene bloemenleurster staat er met haar karretje de sierlijke rijtuigen in den weg, die, meer dan een naast elkaar, een zwaren omnibus voorbij moeten. In eene opene koets is eene dame in kostbaar, licht middagtoilet gezeten. Op de voorbank troont haar juffershondje en ligt een kostelijke bos seringen, die een bewonderaar haar heeft toegezonden. Juist nu het oogenblik van vertraging voorbij schijnt, wordt het rijtuig opgehouden door eene schamel gekleede vrouw, die vergezeld is van haren man en hare kinderen. In de dame uit de koets heeft zij hare zuster erkend. Zeker heeft het gedrag dier zuster in den huiskring tranen gekost, want van opgekropten wrok getuigen de woorden, die zij de onverschillige in het rijtuig toevoegt. Deze luistert niet en kijkt in de lucht. De koetsier houdt zijne zweep gereed; hij begrijpt alles; het tooneel is zeer hinderlijk voor Madame. Rond de beide zusters toont zich geene nieuwsgierige menigte, maar het bedrijvige leven van Parijs: de bloemenverkoopster die eene dame gerieft; aan den anderen kant de omnibus; en verder rijtuigen van den eenen en van den anderen kant. Tusschen de rijtuigen door, weet een kwajongen zijn wagen vooruit te brengen en op den achtergrond, ter zijde, rijdt een officier. Niet alles in de schilderij is even onberispelijk - hier en daar is iets houterigs in de talrijke beelden en figuren; ook is de buitentoon niet volkomen; maar daartegenover staat eene wezenlijke volmaaktheid in teekening en kleur der hoofdfiguren, eene groote zorg besteed aan vele onderdeelen en zoo uitermate veel leven, dat werkelijk dit stuk zeer belangwekkend mag
genoemd worden.’
Breda. De rederijkerskamer Vreugdendal heeft een tooneelwedstrijd uitgeschreven voor tooneelgezelschappen, rederijkerskamers, enz., uit Zuid- en Noord-Nederland, welke zal aanvangen in October aanstaande en gesloten worden in Januari 1886. Voor het drama worden drie prijzen uitgeloofd: 1. een gouden eeremetaal en 400 gulden; 2. gouden eeremetaal en 200 gl.; 3. verguld zilveren eeremetaal en 100 gl. Voor het blijspel: 1. gouden eeremetaal en 200 gl.; 2. verguld zilveren eeremetaal en 100 gl. De vertooningen zullen Zondags en om de 14 dagen plaats hebben.
Haarlem. In het bijwezen van de gemeenteoverheid, vele letterkundigen en kunstenaars, benevens een belangstellend publiek, werd den 7n Juli de gedenksteen ontbloot, die door toedoen van den Haarlemschen kunstenaarskring geplaatst is aan het sterfhuis van Willem Bilderdijk. Er werd ook een bezoek gebracht aan Bilderdijks graf in de groote kerk, waar de heer Beets eene indrukwekkende redevoering aan den onsterfelijken dichter wijdde.
Parijs. Er is 212,000 fr. gekomen van den verkoop der door Bastien Lepage nagelaten schilderstukken en teekeningen (zie 1884, blz. 180). (Op de nu geopende 3-jarige tentoonstelling te Antwerpen, bevinden zich van voornoemden schilder twee portretstukken en eene schilderij getiteld Het hooi.
Londen. Omtrent half Juli werden te Londen de nagemaakte oude handschriften verkocht, door M.W. Shapira nagelaten. Zij brachten eenige weinige ponden sterling op. (Zie onzen vorigen jaargang., blz. 30.)
Keulen. Men is tot de ontdekking gekomen, dat de gewitte muren en pilaren van den Keulschen dom oorspronkelijk beschilderd zijn geweest met fraaie heiligenbeelden, loofwerk en draperijen, in den trant der oud-Keulsche schilderschool, zooals in de middeleeuwen meest in alle kerken het gebruik was. Er wordt over gedacht, om de laag witsel af te nemen, in de verwachting, dat de oude schildering, die daarachter is verborgen, min of meer goed bewaard moge zijn gebleven.
Weenen. Eerlang zal eene nateekening in druk verschijnen van den geschreven tekst van den papyrus, toebehoorende aan den aartshertog Reinier, en welke een gedeelte bevat van een evangelie. De geleerden Bickel en Wessely hebben het stuk met groote zorgvuldigheid onderzocht; uit den vorm der letters en de manier der afkorting van de woorden trekken zij het besluit, dat het handschrift afkomstig is uit de 3de eeuw na Christus, zoodat het wel het oudste stuk van dezen aard zou zijn, tot nog toe bekend. In het Duitsche tijdschrift voor katholieke godgeleerdheid heeft de hoogleeraar Bickell, te Insbruck, eene grondige studie aan den zoogenoemden Fayumischen papyrus gewijd.
Venetië. De making, aan de stad Venetië, door de gravin Morosini-Gatterburg, van haar beroemd paleis met zijne merkwaardige kunstverzamelingen, is, overeenkomstig den eisch van de erfgenamen, door het gerecht ongeldig verklaard. Het alles zal dus zeer waarschijnlijk eerlang worden verkocht. (Zie onze blz. 28.)
Calcutta. Onlangs gaf lord Dufferin, de onderkoning van Engelsch-Indië, zijn portret ten geschenke aan den emir van Afghanistan. Het was geschilderd door een in Indië gevestigd oud-leerling der Antwerpsche academie, F.A. Philips, aan wien, te dezer gelegenheid, verscheidene bestellingen werden gedaan door voorname Afghanen.