De landengte van Panama.
Blz. 76 maakten wij melding van de onderscheiding, aan den Belgischen ingenieur Cazenave ten deele gevallen, voor zijne medewerking aan de bereiding van het ontwerp van uitvoering der doorgraving van de landengte van Panama. Aangaande deze reusachtige onderneming van Ferd. de Lesseps, den doorgraver van de landengte van Suez, geeft een Duitsch deskundige, de heer A. Supan, eene reeks belangrijke bijzonderheden in een tijdschrift van zijn land. Wat hier volgt, is daaraan ontleend.
Het denkbeeld om de landengte van Panama door te graven en aldus een weg van verkeer te openen tusschen den Atlantischen Oceaan en de Groote Stille Zuidzee, is eigenlijk niet van de Lesseps'vinding, wiens verdiensten daardoor niets hoegenaamd worden verminderd. Een viertal eeuwen geleden, kort na de ontdekking van Amerika, werd het gedacht van deze doorgraving reeds geopperd.
De nieuwe waterweg zal de reis van Liverpool naar San-Francisco 44 ten honderd, die van Valparaiso omtrent 24% en van Nieuw-Zeeland 9% korter maken.
Er moet 120 millioen kubieke meters grond weggeruimd worden, waarvan 80 millioen kubieke meters uit rotsgrond bestaat. Op het einde van het jaar 1884 was 10 millioen kubieke meters grond afgegraven.
De nieuwe waterweg wordt uitgevoerd volgens het ontwerp van den luitenant ter zee Luciaan N.B. Wijse. Hij moet voor de scheepvaart geopend zijn in 1899, maar de Lesseps beweert dat hij wellicht vóór het jaar 1890 zal gereed komen.
De kosten zijn geschat op 780 millioen franks; in ronde cijfers twee milliards.
De waterweg zal 75 kilometers lang zijn; in de vlakte zal hij eene breedte hebben van 56 meters, in het heuvelachtig gedeelte van 22 meters. Op vijf plaatsen evenwel zal de breedte tweemaal zooveel bedragen, om aan de schepen toe te laten elkander gemakkelijk te kunnen voorbijvaren. De bochten, in het kanaal, hebben ieder, ten minste, 2 kilometers straal. De diepte is bepaald op 8 1/2 meters.
Het eerste gedeelte van het kanaal, tusschen de baai van Limon tot nabij Ahorca Logarto, zijnde eene lengte van 20 kilometers, strekt zich uit over een moerassigen grond of poldergrond. Hier zijn de graafwerken gemakkelijk.
De volgende 24 kilometers, van Logarto tot Matachin, is de grond rotsachtig, als bestaande grootendeels uit tufsteen. Hier zal men voor den waterweg gebruik maken van de bedding der rivier Rio Chagres.
Van Matachin tot Rio Grande, een afstand van 20 kilometers, is de grond gevormd van zeer harde rotsen en leisteen en verheft hij zich, ten minste over de helft van de voornoemde lengte, tot 100 meters boven het vlak der zee. Op Cerro Culebro bereikt deze hoogte 102 meters. Hier zal men springmijnen moeten doen werken. Tusschen Emperedor en Culebra treft men schier niets dan heuvelklingen en bergrijen aan.
Voorbij Rio Grande is de grond weer laag en los. Daar wordt een havendok aangelegd van 600 meters lengte, hetwelk zich tot ver boven Colon uitstrekt.
Te Panama en Colon wordt eene groote haven aangelegd. De haven van Colon, 2000 meters lang, 500 meters breed en welke op 9 meters diepte moet worden gebracht, is al grootendeels gemaakt.
In de nabijheid van het kanaal ligt een ijzeren-weg, die door de maatschappij van de doorgraving, welke hem noodig had voor het aanvoeren van bouwstoffen enz., aangekocht is voor 85 millioen frank. Voor dezen ijzeren-weg, welke zal blijven bestaan, zullen over het kanaal twee draai- of schuifbruggen worden gelegd, die met waterwerktuigen zullen worden geopend en gesloten. (Dergelijke werktuigen zijn in de haven van Antwerpen toegepast aan verschillende bruggen, waaronder de schoone schuifbrug van den guil der zeesluis van Kattendijkdok.)
Aan de doorgraving der landengte van Panama werken 20,000 arbeiders, meerendeels negers; iedere werkman verdient tusschen 7 en 10 frank daags. Aan arbeidsloon wordt jaarlijks ruim 60 millioen frank uitgegeven.
Volgens eene berekening van den heer Levasseur, zal de betonning van de schepen, die zullen gebruik maken van den nieuwen waterweg, jaarlijks 7 1/4 millioen ton bedragen. Gesteld, dat men 15 frank recht per ton heft, zoo zou de jaarlijksche opbrengst ruim 108 millioen frank bedragen. De kosten van het onderhoud van het kanaal zijn geschat op, 3 millioen frank per jaar.