Sterfgevallen.
Philippus DE COSTER, geboren te St.-Joris-Weert op 27 December 1806, is den 2n Januari te Lier overleden. In 1835 ontving hij de priesterlijke wijding. Na gedurende eenige jaren leeraar te zijn geweest aan het klein seminarie te Mechelen, werd hij in 1843 benoemd als bestuurder van de rijksnormaalschool voor onderwijzers te Lier. In 1856 werd hij tot de waardigheid van deken van Lier geroepen en in 1881 vierde hij als dusdanig zijn zilveren jubilé. Bij den uitgever J. Van In, te Lier, gaf hij twee werken in het licht: Elementaire vorming der rekenkundige voorstellingen, proef eener methode-leer, 1855, en Leesonderricht naar Beneke's zielleer, lessen in methodologie. Hij genoot als opvoedkundige, als priester en als mensch een zeer goeden naam.
Jan Benedictus DE BIE, geneeskundige te Lichtaert, is aldaar den 4n Januari overleden. Hij werd te Westmalle geboren den 3n Februari 1830. Sedert 16 Mei 1859 was hij getrouwd met mejuffrouw Clotildis Caeymaex en zijn echt werd met vele kinderen gezegend. De overledene wijdde het beste gedeelte van zijn vrijen tijd aan de beoefening der Vlaamsche dichtkunst; eenige zijner letterkundige proeven verschenen in de Vlaamsche School en zooals wij in onzen vorigen jaargang blz. 106 vermeldden, gaf hij te Herenthals, bij den drukker G.E. Broecx-Heylen, in het licht Honderd fabelen van de la Fontaine, nagerijmd door Ben. De Bie.
P. Christiaan ABSTJöRNSEN, de bekwame Deensche schrijver, is den 6n Januari overleden te Christiania, ruim 72 jaren oud.
E.H. von BAUMHAUER, den 12n September 1820 te Brussel geboren, is den 18n Januari te Haarlem overleden. Rustend hoogleeraar, bediende hij sedert jaren het ambt van secretaris der Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen en bestuurde als dusdanig de uitgaven van die vereeniging. Als wetenschappelijk schrijver maakte hij zich verdienstelijk door de uitgaaf van verscheidene werken, waaronder een beknopt leerboek der scheikunde
Hendrik DOBBELAERE, te Brugge in 1822 geboren, is aldaar den 24n Januari overleden. Hoe verdienstelijk een historieschilder hij ook was, toch kwam hij er toe, om gedeeltelijk van dit vak af te zien en glasschilder te worden. Welk een meester, hij als dusdanig werd, is iederen kunstvriend in België bekend. Prachtig, in den vollen zin van het woord, zijn de glasramen te noemen, die hij heeft gemaakt voor de hoofdkerk, de Lieve-Vrouwekerk der Potterij, de St.-Salvators- en St.-Jacobskerk, het St.-Julianusgasthuis en de kapel van het H. Bloed, te Brugge; voor de Halle, te IJper; het stadhuis van Kortrijk; de St.-Baafskerk, te Gent; de Onze-Lieve-Vrouwekerk, te Antwerpen; de Kapellekerk en de H. Kruiskerk, te Brussel; de kerken van Assche, Laeken en St.-Gillis; het stadhuis van Cureghem enz. Ook voor Holland, Frankrijk en Engeland heeft hij een aantal groote glasramen gemaakt. Op het stadhuis, te Brugge, bevinden zich twee van Dobbelaere's schilderijen: De zeven werken van barmhartigheid en Het vinden van het lijk van Karel-den-Stoute op het slagveld te Nancy. Hij voltrok zijne studiën aan de Antwerpsche academie en in Italië,
Jozef Frans WITDOECK, die den 28n Januari te Antwerpen overleed, mocht worden geteld tusschen de bekwame Antwerpsche bouwkundigen en heeft veel en goed in zijn vak gewerkt. Voor vele jaren bestond er gelegenheid om bij hem lessen van bouwteekening te nemen, namelijk des Zondags; zijne leergangen waren een tijd lang zeer in trek; onder andere verschaften de nabij Antwerpen gelegene buitengemeenten hem talrijke leerlingen. Hij was ook een ervaren landmeter. Den 31n Januari werd hij, na een 10-ure-lijkdienst, in de St.-Jozefskerk, ter aarde besteld op het Kiel onder een grooten toeloop. Hij was den 18n November 1800 te Antwerpen geboren.