De Vlaamsche School. Jaargang 29

[p. 120]

Conscience's beeld door Frans Joris.

Blz. 93 meldden wij, dat Frans Joris het zittende beeld van Hendrik Conscience voltooid had. De reeds zoo bekwame jonge beeldhouwer bracht

Photozincographie naar F. Joris' teekening.

sedert dien aan Conscience een bezoek, met het doel hem de lichtteekening van zijn beeld te toonen; hij trof den zieke aan, sluimerend uitgestrekt op eene rustbank, onder eene tent, in het lommer der hooge boomen van den grooten hof van 't museum Wiertz. Toen hij, iets later, ontwaakte en de heer Joris hem de lichtteekening vertoonde, betuigde Conscience, na eene aandachtige beschouwing, zijne hooge ingenomenheid met het werk van zijn jeugdigen vriend. Hij hield er zelfs aan (eigenaardigheidshalve verdient zulks melding) dat op het oogenblik zelve eene flesch champagne zou worden gebracht en gedronken ter eere van den maker van zijn standbeeld.

Eenige dagen later heeft de heer Joris van Hendrik Conscience den zeer gemoedelijken brief ontvangen, dien wij hier in schriftdruk laten volgen en waarvan de waarde voor den beeldhouwer des te grooter is, omdat de schrijver inderdaad een zeer bevoegd kunstrechter mag genoemd worden.

Onze lezers treffen hier ook eene plaat van het model van Conscience's beeld aan, vervaardigd naar de eigenhandige teekening van Frans Joris.

Wij behoeven derhalve geene beschrijving van het beeld te geven. (Zie overigens: 1882, blz. 121, 131 en 186.)

Aan de fraaie teekening van den talentvollen beeldhouwer zal ieder lezer genoeg hebben, om zich eene juiste voorstelling van het beeld te maken en daarvan een gunstigen indruk te ontvangen.

Onder alle opzichten is 't een welgeslaagd kunstgewrocht. Zonder voorbehoud mag er met zooveel woorden van gezegd worden: ‘Het is een goed beeld.’ Die lof is waarlijk niet gering en kan slechts aan betrekkelijk weinige standbeelden nagegeven worden.

Wij vestigen de aandacht op de ongedwongene losheid die de houding kenmerkt, op de voortreffelijkheid waarmede al de deelen des lichaams zich tot elkander verhouden, op de flinkheid waarmede Conscience neergezeten is, zonder dat zich een zweem van stijfheid of gemaaktheid laat bespeuren. Meesterlijk bekroont het uitmuntend geslaagde hoofd, met die sprekende krachtig geteekende gelaatstrekken, het zich als het ware bewegende lijf.

Hartelijk wenschen wij dan ook den heer Joris met zijn werk geluk.

Naar wij vernemen, zou hij het inzicht hebben, er een verkleind model van in den handel te brengen. De exemplaren daarvan zullen ongetwijfeld met graagte worden gekocht, niet slechts door Vlaamsche tooneel-, zang- en letterkundige vereenigingen, maar ook door het publiek, door de dankbare lezers der schoone werken van den vereeuwigden schrijver. In ieder Vlaamsch huisgezin verdient zijn beeld te prijken.

[p. 121]

[p. 122]

Het gemeentebestuur van Antwerpen heeft de volgende aanschrijving gericht tot de letter-, tooneelkundige en andere maatschappijen van het land:

‘Mijnheeren, De stad Antwerpen heeft een standbeeld opgericht aan een harer waardigste zonen, aan Hendrik Conscience, den vermaarden en geprezen romanschrijver, op wiens roem geheel het land te recht trotsch is.

De onthulling van het beeld zal, bij gelegenheid der gemeentefeesten, plaats hebben op Maandag 13 Augustus aanstaande ten 12 ure.

Wij hebben de eer U uit te noodigen deze plechtigheid te willen bijwonen.

Gij zult aldus den gevierden schrijver een blijk geven van de innige genegenheid en bewondering, die hij in alle deelen des lands heeft verworven.

Wij aanzoeken U ons uwe bijtreding te willen laten geworden vóór den 5ⁿ Augustus.

Elke maatschappij, die met vaandel of kartel aan den stoet deel neemt, zal eene bronzen herinneringsmedaille ontvangen, alsook vijf persoonlijke kaarten, toegang verleenende tot het Conscienceplein, waar de plechtigheid zal plaats hebben.

De maatschappijen zullen zich op de Kunstlei aan de Teniersplaats vereenigen, stipt ten 11 ure.

Na de onthulling zal de stoet het standbeeld voorbij trekken.

Wij hopen, Mijnheeren, dat gij in groot aantal onzen oproep zult beantwoorden en bieden u, in afwachting, de uitdrukking onzer ware achting.’

(Onderteekend: Leopold de Wael, burgemeester, de Brauwere, secreraris.)

De toonzetter Jan Block is door het gemeentebestuur gelast met het stellen van een openingsstuk met feestmarsch, om uitgevoerd te worden bij de onthulling van het beeld. De gemeenteraadsheer Jan Van Beers zal de feestrede houden.

D.V.S.