Driejaarlijksche tentoonstelling van schoone kunsten te Antwerpen.
(Vervolg van blz. 150.)
Onteerd!
Photozincographie naar de teekening zijner schilderij door A. Struys. (Zie blz. 162.)
Op 28 Augustus bezochten HH. MM. de koning en de koningin de tentoonstelling; zij werden ontvangen door de heeren bestuurleden der maatschappij en de heer voorzitter Jac. Cuylits heette HH. MM. wolkom in de pronkzaal, waar zij rondgeleid werden door de heeren Nic. De Keyser, Em. Geelhand en Th. Smekens. Z.M. de koning liet zich vele kunstbeoefenaren voorstellen.
L. Abry munt als naar gewoonte uitmet zijne soldatenstukjes Jager en infanteristen en Op wacht. Laatstgenoemd, eene waterverfschildering, is verkocht aan den heer Kalman de Perlaky. |
E. Blanc-Garin. Binnengezicht der Beurs te Brussel (verleden jaar in de hoofdstad tentoongesteld), Zekere morgen bij de Schaarbeeckschepoort. Twee goeden indruk makende stukken. |
E. Boks en D. Col zijn minder geestig dan naar gewoonte. Jan Moerman zou wel eens andere onderwerpen mogen kiezen, naar het voorbeeld van Geeraard Portielje, wiens Verhaal van den soldaat door een liefhebber uit Parijs is aangekocht, terwijl als zeer goed getroffen nog van hem te vermelden is Voor het onweder, eene zeer aangename schilderij, waarop men een schalksche kleermaker, zittende op den kant zijner tafel afgebeeld ziet, zich heimelijk een glaasje hartsterking inschenkende op het oogenblik dat de onweermaakster, in den persoon zijner zorgende vrouw, teruggekeerd van de markt, het vertrek binnentreedt. De leerling, op de werktafel gezeten, durft niet omkijken. Het stuk was aangekocht voor de trekking, doch werd overgedaan aan den graaf Emiel Le Grelle. |
Th. Ludwig Bokelmanns' Aanhouding is de parel der tentoonstelling; het meesterlijk gewrocht behoort reeds toe aan het provinciaal museum van Hannover. |
K. Boland heeft zijn dierenstuk verkocht aan den heer A. De Meester, te Hombeeck. De dageraad is nog aan de markt. (Zie voor beide onze blz. 88.) |
K. Boom, In den buiten en Verboden doorgang getuigen van vooruitgang bij dezen jeugdigen schilder. Het tweede stuk is voor de trekking aangekocht. |
H.J. Burgers, een te Parijs gevestigd Nederlander, thans in Italië, zond drie zeer aangenaam opgevatte en keurig gepenseelde stukken in: Het duo, Eene symphonie en Een scheepsbouwer. |
J.A. Canta (Rotterdam), Twist om de knikkers, een goed tafereel, met opmerkelijke zorg bewerkt en zeer fraai als voorstelling. Er is licht, lucht en leven in. |
C. Cap, De studie, met veel zorg bewerkt; Een oog in 't zeil, dat even goed of beter zou hebben Wantrouwen mogen heeten, is als onderwerp niet onbedenkelijk; de bijhoorigheden zijn uitnemend goed geschilderd, vooral het hondje, in den arm der vrouw achter het kamerschut. |
Th. Ceriez. Drie uitvoerig en goed bewerkte schilderijen: De koks (die den meesten bijval heeft, zagen wij in 1880 te Brussel), De marktdag en Eene lezing onder Lodewijk XV. |
| |
E. Claus heeft geene gelukkige keuze gedaan met een Hanengevecht in Vlaanderen af te beelden, - uf hebben wij te doen met een portretstuk van de voorgestelde liefhebbers, die inderdaad goed naar de natuur schijnen gemaald te zijn? De schilder gaf te veel talent ten beste aan deze onbehagelijke voorstelling. Zijn portret van mejuffrouw Anna N. is zeer wel gelukt. |
Th. Cleynhens' twee fraaie stukken zagen wij te Rotterdam (zie blz. 127); zijn Binnengezicht der xvie eeuw is aangekocht voor de trekking. |
J. Correns heeft een meisjesborstbeeld geschilderd, getiteld Denkt hij aan mij? Verkocht |
A. d'Anethan (Brussel). Het plakkaat (school E. Manet) is aardig genoeg, maar niet schoon; Een ziek kind, veel beter afgewerkt van denzelfden schilder, is gekocht voor de verloting. |
L. Dansaerts Voorzaal van eenen minister is eene hoogst verdienstelijke goed getypeerde schilderij. |
H. Dauriac. Politiek huishouden, een niet gelukkig stuk. |
A. De Bergh is op de goede baan, getuige De vreugde eener moeder en de bekijving Bij de wederkomst uit het lof van eene te lang weggeblevene jonge boerendeerne. De houding van den man is wat overdreven. |
A. De Braekeleer. Binnengezicht eener smidse, met zorg geschilderd; des schilders Drogist werd aangekocht door den heer Wautricourt-Woets, burgemeester te Dixmude. |
F. De Braekeleer, de 90-jarige meester schilder, maakt met zijn stuk De vrijbuiters ook op deze tentoonstelling eene zijner waardig figuur. |
H. De Braekeleer, de uitmuntende kolorist, onlangs te Weenen met goud bekroond, heeft twee stukken ingezonden die meesterwerken van schilderstalent zijn: De drinkebroer (toebehooreud aan den heer Van Tilt) en Het oude loodshuis te Antwerpen, dat, zoo wij hopen, den weg naar het museum vinden zal, als een voorbeeld van echt Vlaamsche schildering. |
C. De Bruycker (Gent). Ruitersoponthoud (verleden jaar te Brussel tentoongesteld) en Op weg naar de markt, twee verdienstelijke stukken. |
F. De Bruycker. Het familiefeest, Gedwongene medededeeling en De politiekers, drie met zeer veel zorg geschilderde tafereelen; het eerste zagen wij verleden jaar te Brussel; het tweede is aangekocht voor de verloting. |
L. Delehaye. Een fraaie studiekop (Italiaansche vrouw). |
A. De Wilde's Bruin en blond vertoont een goed geschilderd groepje, hoewel niet alles naar het leven gedaan schijnt te zijn. |
J. Geeraerts. Een voortreffelijk Gezicht uit de Predikheerenkerk te Antwerpen, zoo voortreffelijk dat het niet misplaatst ware in een museum, en waar het zal komen, hopen wij. |
Th. Gerard. Eene puike schilderij, welke hier opgang maakt, evenals in 1880 te Brussel, en te recht: De genoodigden op het bruiloftsbal. Des schilders Binnengezicht troffen wij nog niet aan. |
F. Gons heeft met Vlaamschen geest en Vlaamsche kleur eene Jonge huishoudster geschilderd die aan de waschtobbe staat. De gebuur van over de deur, een man die uit het dakvenster ligt, is verkocht aan den heer Dickson J. Watts, te Parijs. |
F. Simons (Brasschaat): De overwinnaar van den ossendraf, in voornoemde gemeente, is zoo eigenaardig opgevat als goed weergegeven. De overwinnende boerenjongen, op zijnen os gezeten, en, in vollen draf, fier over zijne behaalde zegepraal, terugkeerende in het dorp, is uitstekend; de toeschouwers zijn dat niet min. Loffelijk zij nog vermeld een welgelijkend portret van den heer C. Janssens. |
W. Linnig vader gaf volgens de Geschiedenis van Antwerpen, van Mertens en Torfs, eene voorstelling van Het werkhuis van Geert te Winter, den beroemden koperslager en drijver, in zijnen tijd befaamd om zijne kunstig bewerkte en met zilver beslagen waterketels (bouilloirs), welke alstoen veel in gebruik waren en ook als pronk- en bruidsgeschenken werden aangekocht. Het linkergedeelte van het tafereel is zeer fraai; het middelste bevalt ons veel minder. |
E. De Jans' Binnengezicht eener herherg te Rome is een voortreffelijk schilderstuk (aangekocht voor de verloting); veel talent verraadt ook zijne Jonge Italiaansche bergbewoonster. |
C. Gussow, thans te Londen metterwoon gevestigd, zond twee eigenaardige stukken: Oude lieden en De bouwmeester, beide eenigszins stroef van kleur. De oudjes zijn inderdaad geestig gemaald: het vrouwtje tracht haar dooven echtvriend, die wellicht niet lezen kan, den inhoud eens briefs te beduiden, waarvan zij zoo pas kennis genomen heeft. |
A. Struys, leeraar aan de academie te Weimar, een van Antwerpens talentvolle jonge schilders (hij gaat zich metterwoon in den Haag vestigen), heeft twee realistische stukken ingezonden. Een droeven indruk, eene aandoening welke niet weder wordt vergeten, maakt zijn groot zedetafereel, getiteld Onteerd, dat ook op de landstentoonstelling van 1880 te Brussel voorkwam. Een vader, tot den werkmansstand behoorende en die de schoone gelijkenis van den verloren zoon, indien hij haar ooit heeft gekend, blijkbaar vergeten is of niet acht, een verbolgen vader ontzegt zijne verleide dochter het ouderlijk huis. De figuur van het verstooten meisje is uitstekend weergegeven, zoowel wat betreft de juistheid der gestalte als geheel de houding; ook de vader staat er, zooals men iemand in zijnen toestand zich kan denken. Wij wenschen den zoo verdienstvollen kunstenaar geluk, met deze welgeslaagde greep in 't menschelijk leven. Goed weergegeven zijn insgelijks de verslagens moeder der verlorene dochter en de drie jongste kinderen; gillend, op elkaar gedrongen van ontzetting, zitten de twee kleine meisjes bij de tafel; de grootere knaap, al gaat hij in leeftijd ook een 10- of 12-tal jaren niet te boven, komt broederlijk zijne verstootene zuster ter hulp, door zich vast te klampen aan zijns vaders lichaam, om hem het vooruitsnellen te beletten. Er is in het stuk, dat naar zeer groote afmetingen geschilderd is, veel leven en beweging, zonder overdrijving noch wanorde. Onze lezers zullen het ongetwijfeld zeer waardeeren, dat wij van deze schilderij, op onze bladzijde 161, eene plaatsnede opnemen. De heer Struys slaagde ook uitstekend in zijn geschiedkundig stuk Christiaan II, koning van Denemarken, voorgesteld in de sombere gevangenis, waar hij zoovele jaren zijns levens doorbracht, dat de steenen van den grond, in de richting die de vorst op zijne eenzame omwandelingen
|
| |