De Vlaamsche School. Jaargang 28

Koninklijke academie van schoone kunsten te Antwerpen.

Bij het eindigen van het schooljaar, op 30 April, 1 en 2 Mei, waren de in de afzonderlijke werkplaatsen gemaakte werken zichtbaar gesteld, alsook die van de prijskampen in de verschillende vakken van het onderwijs. Wij namen verleden jaar blz. 86 de vrijheid te vragen: Wanneer er eindelijk een bestuurder voor de Antwerpsche academie zou benoemd worden? Wij schreven te dier gelegenheid dat het een ongelukkig iets was, onze beroemde schilderschool zonder bestuurder te laten, iets dat onvermijdelijk het onderwijs moet doen achteruitgaan of stilstaan. Sedert dien, onze lezers weten het, is de toestand niet veranderd. De in de afzonderlijke werkplaatsen uitgevoerde en tentoongestelde werken hebben zeer weinig te beduiden: van historische, godsdienstige of groote schildering geen schijn. Het is dan ook tijd eindelijk een verantwoordelijken bestuurder te benoemen, opdat de jonge schilders eene meer ernstig en doelmatigere leiding kunnen vinden. Het is juist dan wanneer de leerlingen hunne studiën hebben voltrokken, dat de afzonderlijke werkplaatsen nuttig kunnen zijn, mits de jonge kunstenaars raad en voorlichting blijven genieten; onder de tegenwoordige omstandigheden leveren de bedoelde werkplaatsen slechts luttel vruchten op; zelfs wordt het gebruik van die werkplaatsen toegestaan aan jongelingen die geene voldoende studiën gedaan hebben.

Wij hebben tusschen de tentoongestelde stukken opgemerkt van: E. Nelis (Waasmunster), een portret, getiteld Mona Lisa, en eene goede studiefiguur in de gedaante van een liggenden man, verkort gezien, aangekocht door den heer Toudouze de Gilly; Fritz Vermorcken (St.-Gillis, Brabant), een niet gelijkend portret, dat als teekening te wenschen laat.

Landschapschildering, leeraar Jos. Van Luppen. K. Boland (Spa), De dageraad, in de gedaante eener zeer licht, gesluierde naakte vrouw, welk stuk reeds in 1881 te Brussel tentoongesteld was en dat hier dus ten onrechte voorkwam als een in het afgeloopen schooljaar vervaardigd werk. In een ander stuk van denzelfden schilder, dat elders geweigerd was, kwam een inderdaad prachtig geschilderde faizant voor; Robin Paley, Esq. (Halifax, Engeland), Stil water (afgaande zon); H. Van de Gehugte⁽¹⁾, twee gezichten uit den Omtrek van Calmpthout, met verdienstelijke hoedanigheden.

Beeldhouwkunde, leeraar Joz. Geefs. D. Duwaerts (Diest), De eerste stappen en Het bad, groepen in gebakken aarde; A. Van Beurden, De jonge visscher en een portret van wijlen baron A. van Havre. Sieraden, leeraar F. Lalmand. F. Van Elsen, geboetseerd paneel met planten.

Scheepsbouw, leeraar H. Hertoghe. D'Hondt (Brussel), Plan en bestek eener goelet van 200 ton; idem eener bark van 300 tonnen.

(1) Zij, bij wier namen geene geboorteplaats is vermeld, zijn Antwerpenaren.

[p. 89]

Houtsnede, leeraar Ed. Vermorcken. J. De Blust: Heilige Joannes naar Rubens, en eene teekening op hout; D. Verest: Portret van Rottiers (zie blz. 77) en het Stadhuis van St.-Nicolaas, met welke laatste plaat onze lezers ook later kennis zullen maken.

Teekening toegepast op stielen en ambachten, leeraar A. Schoy. F. Cappoen, F. De Mayer en A. Van Nieuwenhove (Kortrijk), ieder een beschilderde praalboog in den stijl der Vlaamsche kunstherbloeiing; H. Wiertz, eene geschilderde rederijkerskamer, zeer zorgvuldig uitgevoerd.

Den 2^en Mei is de beoordeeling van de proefstukken voor den grooten wedstrijd van beeldhouwkunde afgeloopen. Van de 23 kampers werden naar orde van verdiensten de 6 volgende aangewezen om mede te dingen naar den prijs van Rome (zie blz. 11): 1^e, P.J. Braecke (Nieupoort), 2^e, I.L. De Rudder (Brussel), 3^e, G.J. Charlier (Elsene), 4^e, K. Dupont (Itegem); 5^e M.P.J. Vermylen (Leuven); 6^e J.B. De Keyser (Anderlecht).

Den 7ⁿ Mei had de plechtige prijsuitdeeling plaats, onder voorzitterschap van den heer gouverneur der provincie, in de groote zaal der Koninklijke Harmonie. De heer G. Kempeneers, regent der academie, maakte verslag over het afgeloopen schooljaar, waaruit bleek dat het getal leerlingen met 100 vermeerderd en tot 1792 gekomen is. De heer griffier P. Rombouts deed de namen der bekroonden kennen. Prijzen van uitmuntendheid werden behaald door, te weten: Schilder- en teekenkunst, hooger onderwijs: L. Boschmans (Thielt, Brabant).-Teekenkunst, middelbaar onderwijs: K. Dankmeijer (Amsterdam); overgangsafdeeling: H. Poels; 1^ste afd.: J. Spaan (Dordrecht); 2^de afd.: E. Larock (Cappellen op den Bosch); 3^de afd.: J. Soetewey; 4^de afd.: L. Delderenne; 5^de afd.: E. Weyts. - Landschapschildering. R. Fehdmer (Koningsberg, Pruisen). - Beeldhouwkunst en boetseering, hooger onderwijs: V. Dupont (Kortrijk); middelbaar onderwijs: L. Baggen (Geleen, Holland); 2^e afd.: A. Müller (Crefeldt, Pruisen); lager onderwijs: H. Sjongers; 2^de afd.: W. Dahlmanns (Saeffelen, Pruisen). - Sieraden: hooger onderwijs: A. Van Mechelen; middelbaar onderwijs: G. Van Put; lager onderwijs: J. Pira; 2^de afd.: F. Mombach (Arlon). - Bouwkunde, hooger onderwijs: M. Vergouwen (Roosendaal); middelbaar onderwijs: A.W. Meijneken (Rotterdam); 2^de afd.: K. Janssens (Contich); 3^de afd: O. Huez (Charleroi); 4^de afd.: A. Van Mechelen; lager onderwijs: E. Dobbeleers; 2^e afd.: M. De Braey. - Scheepsbouwkunde. A. D'Hondt (Brussel). - Teekenkunde op kunsten en stielen toegepast. Sieraadschildering: hooger onderwijs: J. Courtoit; 2^e afd.: F. Augustyns; middelbaar onderwijs: 25 leerlingen hebben bloemen, vruchten, wild enz., waaronder verdienstelijke schilderingen, tentoongesteld, uitgevoerd onder de leiding van den voor dit vak onbezoldigden leeraar Lucas Schaefels (zie blz. 67 en 1881, blz. 86). - Teekening van sieraden: E. Dupont; lager onderwijs: D. Snyers; 2^e afd.: K. Darden (Borgerhout); 3^e afd.: G. Karnas; 4^e afd.: P. Trouwen; 5^e afd.: A. Beeckmans. - Graveerkunst: F. Brant en H. Moons (Rupelmonde) bekwamen ieder een aanmoedigingsprijs; lager onderwijs: P. Claes.

Van de door ons, in 1880, vermelde levensgroote teekeningen naar het leven, eene nieuwigheid door den leeraar K. Verlat ingevoerd, waren dit jaar geene proeven tentoongesteld, evenmin als van eene andere nieuwigheid van 1881, namelijk waterverfschilderingen naar het leven, die wij verleden jaar mochten vermelden. Zooals men weet, heeft de beroemde kunstschilder een deel van het schooljaar in Rusland doorgebracht en is intusschen vervangen geweest in de klasse van het schilderen door zijnen kunstvriend P. Van Havermaet.

D.V.S.