Voort gl. 2300, een van B.C. Koekkoek gl. 1025, A. Schelfhout gl. 3100; in de verzameling van Gogh werden toegewezen: twee stukken van D. Bles voor gl. 3300 en gl. 2100, Bosboom gl. 2200, een Ch. Jacque gl. 2000, een Jamin gl. 1625, een Rochussen gl. 900 en een C. Springer gl. 1000.
- Op de tentoonstelling van schoone kunsten in Arti et Amicitiae is het groot gouden koninklijke eeremetaal met diploma niet toegewezen. Het gewoon gouden eeremetaal bekwam mej. Thereza Schartze, te Amsterdam, voor haar portret van den heer Toewater, het zilveren, H. Koekkoek jr., te Londen, voor zijn stuk Luccombe Bay, het bronzen, E.S. Witkamp jr., voor zijne schilderij Langs de straat.
- De Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst looft drie prijzen uit (1ste, 500 gl. en een gouden eeremetaal, 2de, 300 gl. en een zilveren eeremetaal, 3de, 200 gl. en een bronzen eeremetaal), voor het leveren van plannen, voor een vereenigingsgebouw voor de beoefenaars der bouwkunst, vrachtvrij in te zenden vóór 1 Mei 1882 aan het bureel der maatschappij, Wijde-Kapelsteeg nr 2, te Amsterdam, alwaar het omstandig programma der prijsvraag, evenals ten onzen bureele, op verzoek voor een ieder te bekomen is.
Utrecht. In den gevel van het huis op den hoek der Voetiussteeg en Domtrans is door het Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen een gedenksteen geplaatst met het opschrift: Hier woonde Anna Maria Van Schurman. (Deze hoog begaafde en geleerde vrouw werd zooals men weet in 1607 geboren te Keulen, waarheen hare ouders, haar vader was een Antwerpenaar, de wijk genomen hadden, wegens godsdienstige vervolgingen. Zij woonde later onder andere te Utrecht, te Amsterdam, te Altona en te Wieuwert in Friesland, waar zij in 1678 overleed. Zij was ervaren en drukte zich met gemakkelijkheid mondeling en schriftelijk uit in het Fransch, Engelsch, Italiaansch, Latijn, Grieksch en Hebreeuwsch; buitendien kende zij het Chaldeeuwsch, Syrisch, Arabisch en Ethiopisch. Zij schreef vele goede Latijnsche gedichten. Haar geliefkoosd studievak was de godgeleerdheid; in verband hiermede gaf zij in hare moedertaal een werkje uit over de voorbeschikking, getiteld: Paelsteen van den tijd onzes Levens, in 1639 van de pers gekomen te Dordrecht en hetzelfde jaar herdrukt te Amsterdam, terwijl het ook overgezet werd in het Duitsch en het Latijn. Anna Maria Van Schurman was daarbij eene niet onverdienstelijke beeldhouwster, schilderes en zangeres; zij graveerde uitstekend op glas, was eene schoonsckrijfster, borduurde weergaloos fraai en maakte knipsels uit papier die kunststukken genoemd worden. In 1853 gaf Schotel te 's-Hertogenbosch eene levensschets van haar uit.)
- Verschenen bij J.L. Beijers: Mijne ‘studiën’ over Calderon en zijne geschriften verdedigd tegen professor A. Pierson, door J.J. Putman, kanunnik en deken van Utrecht.
- Aangekondigd om eerlang te verschijnen bij J.L. Beijers, een dichtbundel, getiteld: Loreley, van Pol De Mont.
Arnhem. De stapel voorradige exemplaren van Cremers volledige werken is op 15 December voor 15,000 gl. toegewezen aan de boekhandelaren geb. Cohen.
Londen. Alma Tadema legt de laatste hand aan eene groote schilderij, voorstellende: Antonius en Cleopatra. Het tooneel is de Nijl, waar men aan de overzijde van den stroom zuilen van eenen tempel en rijen sfinxen van zwart bazalt ontwaart, Cleopatra ligt in een vaartuig uitgestrekt op een rustbed, gekleed in een half doorschijnend wit gewaad, den dubbelen schepter der Pharao's vasthoudende. Aan hare zijde zitten twee bevallige muziekmakende meisjes, en aan hare voeten knielt een priester, die wierook zwiert voor de vorstin. Het vaartuig van Antonius is juist dat van Cleopatra op zijde gekomen en wordt door Romeinsche soldaten geroeid die hunne riemen opsteken ter begroeting der koningin, terwijl Antonius met hetzelfde doel is opgestaan.
Berlijn. Wegens deelneming aan de tentoonstelling van schoone kunsten is het gouden eeremetaal toegekend aan Ed. von Gebhard, historieschilder en leeraar te Dusseldorp, Otto Knill, historieschilder en leeraar te Berlijn, W. De Groot, beeldhouwer te Brussel; kleine gouden eeremetalen aan Eug. Bracht, landschapschilder te Karlsruhe, Julius Jacob, schilder te Berlijn, Max. Kruse, beeldhouwer te Berlijn, Hugo Crola, portretschilder te Dusseldorp, Karl Stamffer, kunstschilder te Berlijn, en Johannes Phuhl, beeldhouwer te Charlottenburg,
- Volgens opgaven, voorkomende in een onlangs verschenen werk van den hoogleeraar A. von Oetingen, te Dorpat, hebben in de 5 jaren 1873/78 in 20 landen van Europa, voor zoover bekend is geworden, meer dan 110,000 menschen zichzelf van het leven beroofd. Met ieder jaar wordt het getal zelfmoorden grooter. Ierland. ofschoon een zeer arm land, telde slechts 17 zelfmoorden op het millioen inwoners, terwijl gemiddeld in Frankrijk 160, in Wurtemberg 169, Baden 177, in Zwitserland 224, in Denemarken 255, in het koninkrijk Saksen 334 op het millioen inwoners voorkwamen.
Hamburg. Het openbaar ministerie der rechtbank heeft een aantal lichtbeelden als onzedig doen in beslag nemen, waartusschen die naar de schilderij van Hans Mackart, getiteld de Vijf zinnen, welk tafereel men beschreven vindt in onzen jaargg. 1880, blz. 35. Eenigen tijd geleden werden lichtbeelden van dezelfde schilderij ook als zedeloos in beslag genomen te Dresden.