De Vlaamsche School. Jaargang 27(1881)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] Conscience's Lied. Getoonzet door Jozef Mertens. Wat lust, den man te zingen, Die, zacht als 't sterrengloeien, Weet in ons hert te dringen, Weet onzen geest te boeien. Die steeds als ronde Vlaming, Met gulle gave zeden, Den lafaards ter beschaming, Zijn volk nooit liet vertreden. Die 's mannes milde krachten, Der vrouwe vrome zoetheid, Alsof er englen lachten, Bezong vol trouwe goedheid. Die 's jongelings diep verlangen, Der meisjes liefste lonken, Weet kleurvol op te vangen, Met reinheidglans doordrongen. Ja, die doet tranen vallen In meegevoel der smerte; Die wekt ons vreugdig schallen, Het oog, den mond vol herte. En zijne dichterwerken, Der ziele rijkste bloemen! Die Nederland versterken, Het eeuwig, eeuwig roemen. Het eeuwig, eeuwig eeren, Met strijdkracht het omgorden; De Vlamings stout doen zweren: Wij moeten mannen worden. Wat lust den man te zingen, Die, zacht als 't sterrengloeien, Weet in ons hert te dringen Weet onzen geest te boeien. Emanuel HIEL. Brussel. Vorige Volgende