Buitenland
Rotterdam. 2 Juni is de nieuwe St.-Josephskerk te Delfshaven ingewijd, uitgevoerd onder de leiding van den bouwmeester H.J. Egelie; in nagenoeg ojivalen stijl gebouwd, is zij 50 meters lang op 23 breed; haar spitse kruistoren is 39 meters hoog. De hoofdtoren, die 68 meters hoog zal zijn, bij den voorgevel, is nog niet gebouwd. Zij heeft drie beuken; de middelbeuk is hooger dan de zijbeuken; behalve de vier hoofdzuilen van het kruis, wordt de middelbeuk van de zijbeuken gescheiden door 2 × 4 zuilen, welke met twee muraalzuilen de bogen vormen. Langs het koor is nog een open en een blinde boog. De koorafsluiting is vijfhoekig, die der koorzijbeuken driehoekig. De ramen en rozen zijn gedeeltelijk geschilderd. Het plafond is 19m20 hoog boven den vloer; de muren zijn gereed gemaakt om beschilderd te worden.
Breda. Men is voornemens het Nederlandsch taal- en letterkundig congres, welk in deze stad moet bijeenkomen, tusschen den 31n Augustus en den 3n September te houden. De dagen zijn echter nog niet bepaald vastgesteld.
Parijs. De Belgische gevel der tentoonstelling van 1878 (zie 1879, blz. 33), die men op het punt was te gaan afbreken, zal behouden en gebruikt worden bij de vergrooting der bibliotheek van het Arsenaal te Parijs. De gevel staat juist op de lijnrichting der hulpgebouwen die men wil oprichten ter vergrooting van het lokaal.
Roubaix. Bij het wetgevend lichaam is door het ministerie een voorstel ingediend, om in deze stad eene school voor kunstnijverheid op te richten, ten einde het beroemde Vlaamsche tapijtmaken, eertijds zoo hoog in aanzien, te doen herleven. De stad Roubaix heeft een grond van 900,000 fr. waarde en 600,000 fr. voor den bouw aangeboden. De staat zou eene uitgaaf van 900,000 fr. moeten doen. De stad Roubaix heeft thans eene bevolking van omtrent 78,000 zielen. De opbrengst der nijverheid bedraagt er jaarlijks meer dan 170 millioen frank. Er bestaan een honderdtal katoen- en wolspinnerijen en ruim 300 fabrieken van wollen, katoenen en linnen stoffen.
Metz. Men is weer begonnen met de herstellingswerken der prachtige hoofdkerk; het zijn vooral de schraagbogen die het eerst onder handen worden genomen. Daarna zal het hoekportaal volgen dat vroeger reeds verbouwd en, van kleine huizen omringd, thans ontbloot is. Daar zijn 200 beelden voor noodig, waartusschen eenige meer dan levensgroot; verscheidene zijn reeds in gereedheid gebracht en men hoopt in een jaar alles af te doen. Voor het gedeelte dat in 1648 en op 8 Mei 1877 afbrandde zal men nu de dakstoelen van ijzer maken en het dak met koper bedekken. Het nieuwe dak ligt onder eene helling van 60 graden en is dus hooger dan het oude; aangezien de werking der torens daaronder lijdt, zal men op de vliering een slanken dakruiter plaatsen. De oostelijke gevel der kerk zal ook vrijgelegd worden en ontdaan van het bierhuis dat er als 't ware ingebouwd was.
Maintz. Er is een ontwerp van vaste brug bekroond die zal gelegd worden over den Rijn op de beide landhoofden Maintz en Kastel. Het brugdek zal gelegd worden op gesmeed ijzeren bogen, waarvan de middelste doorvaartopening de grootste is en eene breedte heeft van 102 meters; de twee daarnevens 98 en de twee het dichtst bij den oevers 86 meters. Het voor den spoorbaan bestemde gedeelte van de brug is 7m80 breed; de aan weerszijden gelegen voetpaden zullen ieder 2m75 breed zijn. Het geheel is ontworpen in den stijl der Duitsche kunstherbloeiing; de kosten zijn geschat op 3,400,000 mark.
Brunswijk. In deze stad zal van 1 Juli tot 1 September eene bouwvakkundige tentoonstelling open zijn, waarin allerlei bouwstoffen in onbewerkten toestand alsook de hulpmiddelen en gereedschappen om ze te bewerken voorkomen.
Utica. De hier gedane opgravingen hebben verscheidene gedeelten van bouwwerken doen bloot leggen. Volgens een bericht van 22 April zou men een Bacchusbeeld hebben ontdekt. Al de gevondene voorwerpen worden het toekomende jaar in het nijverheidspaleis te Parijs tentoongesteld.
Siena. Het model van het standbeeld van den bouwkundige Baldassarre Peruzi, 1481 + 1556, uitgevoerd door den beeldhouwer Papini, is gereed.
Madrid. Deze stad heeft met veel luister de 200ste verjaring van Calderons sterfdag herdacht. (Zie blz. 54.) Er hadden belangrijke letterkundige plechtigheden plaats. Den 27n Mei liepen de feesten af met een geschiedkundigen optocht waaraan meer dan 6000 voetgangers en 1500 ruiters deelnamen, benevens 13 muziekkorpsen van het leger. Er reden 13 met veel kunst samengestelde zinnebeeldige wagens in den stoet. Onder andere verkleedingen zag men manschappen van de lijfwacht te voet, burgerwachten, lansiers en kanonniers die uitgedoscht waren in de dienstkleeding van Calderons tijd.
Rome. In de Via di San Gregorio, heeft men op eene diepte van ongeveer 10 meters, meer dan 200 brokstukken gevonden van een half verheven beeldwerk (figuren bijna levensgroot) in gebakken aarde. De bijeengebrachte stukken vormen een geheel van 6 meters lengte en 1m80 hoogte. Merkwaardig zijn de beelden van eene vrouw gekleed in eene tunica, van een krijgsman in Grieksche wapenrusting, van twee bijna naakte jongelingen, alsook van twee stieren en een schaap. In het hooger gelegen gedeelte van het kerkhof Agro Verano, zijn drie goed bewerkte beschilderde marmeren beeldjes gevonden; zij lagen bijna aan de oppervlakte van den bodem. Aan het eerste, een bijna naakt jongelingsbeeldje, ontbreekt het hoofd; het tweede beeldje is dat van een jeugdig kampvechter; het derde is een kinderbeeldje, dragende in de rechterhand eene duif en vruchten in de linker. De laatste vondst is gedaan in de voorzaal van den zuilengang van Octavius; op een meter diepte stuitte men bij de opgravingen in eene steeg, San Angelo in Pescheria, op een steenen voetstuk 1m76 lang, 0m60 hoog en 1m20 breed. Het merkwaardigste dat men gevonden heeft is het inschrift van het voetstuk: Cornelia,