De Vlaamsche School. Jaargang 26

[p. 129]

Kroniek.

Antwerpen. Er is sprake, de schoone schilderij van H. Sporckmans (zie 1876, blz. 190), die zich op het stadhuis bevindt, uit de lijst te nemen en op te rollen, daar het groote stuk voorloopig moet weggeborgen worden, uit hoofde van de binnenverbouwing van het stadhuis. Wij verhaasten ons, het gemeentebestuur met aandrang te verzoeken, niet toe te laten, dat de bedoelde schilderij zou worden opgerold. Zij zou daarvan des te meer kunnen te lijden hebben, omdat zij eerst kort geleden hersteld werd. Over 't algemeen is buitendien het oprollen van schilderijen af te keuren. Daarbij zijn er in de lange zalen van de academie in de Venusstraat genoeg muren ledig om het tafereel voorloopig eene plaats te verschaffen.

- In de kapel van het H. Sacrament in Sint-Jacobskerk is een gedenkteeken opgericht ter eere van wijlen Karel Blondel, voorstellende het Heilig Hart van Jezus. Het Christusbeeld is, evenals de twee engelen langs weerskanten van het voetstuk, in schoon wit marmer gebeiteld door den uitmuntenden beeldhouwer Frans Deckers, oud-primus van Rome. De stand van het beeld is eenvoudig maar grootsch, de draperijen zijn bijzonder zorgvuldig bewerkt, evenals het wezen en het hoofd; een der engelen beweent den overledene; de andere engel brengt hulde aan zijne deugden en talenten. Het bouwkundig gedeelte van 't gedenkteeken werd uitgevoerd onder de leiding van L. Blomme.

Brussel. De heer H. Fontaine, van Antwerpen, heeft aan het koninklijk conservatorium den eersten prijs behaald in de klasse voor zang, welke onder de leiding staat van den heer J. Cornelis.

Buitenland.

Maastricht. In den omtrek dezer stad is het schild van eene voorwereldlijke schildpad gevonden, die, naar berekening, eenen omvang moet gehad hebben van 5 meters.

Leiden. Den 17ⁿ Juni heeft te dezer stede de jaarlijksche vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde plaats gehad, onder voorzitterschap van den hoogleeraar M. De Vries, die, in de redevoering door hem te dezer gelegenheid gehouden, onder andere afgestorvene leden vleiend gewag maakte van P. Lanssens, ‘den geleerden schrijver van den Alouden staet van Vlaenderen’ (zie onzen jaargg. 1879, blz. 187). Hij deed ook kennen, dat wijlen Eelco Verwijs (zie onze blz. 66) zijne gansche bibliotheek aan de maatschappij had vermaakt; reeds in 1879 had hij de eene helft afgestaan; na zijnen dood was de andere helft (niet minder dan 17 kisten) in de academische bibliotheek der maatschappij geplaatst. Tot buitenlandsche leden van de maatschappij werden onder andere benoemd de heeren G. Rolin-Jaequemijns, minister van binnenlandsche zaken in België. F. Van der Haeghen, bibliothecaris te Gent, J. Obrie, vrederechter te Waerschot en L.W. Galesloot, afdeelingsoverste bij het rijksarchief te Brussel. De maatschappij rekent eerlang een begin te maken met de uitgaaf van een werk in middel-Nederlandsch proza, getiteld: De Maria-mirakelen, waarvan het handschrift door den heer Honigh te Wageningen bewerkt is.

- De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 19 Juni meldt wat volgt: ‘Mr. J. Dirks, te Leeuwarden, heeft van Z.M. den koning van België de groote gouden medaille ontvangen voor zijn door Teylers genootschap bekroond werk De Noord-Nederlandsche gildepenningen.’

- Uit den zandgrond onder 't hoogveen te Donkerbroek is een overoude bronzen beitel opgegraven die afgestaan is voor het Friesch museum te Leeuwarden.

- Te Houthem (Hollandsch Limburg), in een vasten leemgrond, 3 meters diep, is eene soort van ovengraf gevonden, 1^m55 lang en 0^m45 breed, gevuld met zwarte aarde, houtskolen en overblijfselen van beenderen en kruiken; in hetzelfde dorp zijn bij het opgraven van eenen kelder Romeinsche oudheden gevonden. De eerw. heer pastoor Habets, voorzitter van het Oudheidkundig Genootschap in Limburg, is ter plaatse een onderzoek begonnen.

Gouda. 1 Juli is in deze stad het gedenkteeken onthuld, opgericht ter eere van de gebroeders Houtman, die beschouwd worden als de grondleggers van den Nederlandschen handel in Oost-Indië. Een reisverhaal van Houtman, dat in handschrift bewaard wordt in het stedelijk museum van Gouda, zal gedrukt worden ter gelegenheid van de inhuldiging van het gedenkteeken. Het gedenkteeken, ontworpen en uitgevoerd door Xav. Stracké, is vierkant opgebouwd uit blauwe hardsteen, doch loopt eenigermate naaldvormig toe. Uit de middenvakken van het onderstuk, dat op eene breede trapsgewijs aangelegde voeting rust, steken halverwege vier bronzen scheepjes, blijkens het gouden opschrift de Amstelredam, Mauritius, Hollandia en Duyfken, eene herinnering aan het eerste smaldeel, waarmede het wakkere broederpaar zijne tochten ondernam. Bij gemis aan vertrouwbare portretten, moest de beeltenis der beide zeevaarders achterwege blijven. Op de vier zwarte paneelplaten van het opzetstuk prijken onderscheidenlijk de omlauwerde jaartallen 1596 en 1880, het met doornen omvlochten wapen van Gouda en het opschrift: ‘Aan de gebroeders Cornelis en Frederik De Houtman, inboorlingen en burgers van Gouda, als grondleggers van het verbond van Nederland met Insulinde, het dankbare nageslacht.’ Dit opzetstuk eindigt in eene kroonlijst waarboven eene wapentros, samengesteld uit de zinnebeelden van zeevaart en handel.

Parijs. Dit jaar is aan inkomgeld in de tentoonstelling van schoone kunsten ontvangen 246,111 fr., tegen 214,787 fr. in het vorige jaar. Op de dagen van kosteloozen toegang (Zondags en Donderdags) is de tentoonstelling dit jaar bezocht door 403,475 personen; in het vorige jaar door 298,545. Bovendien werden dit jaar kostelooze toegangskaarten ten getale van 107,579 uitgereikt; in 1879 was het 35,000 minder. Het bestuur der schoone kunsten kocht op de tentoonstelling een honderdtal tafereelen.

- Het Fransche staatsbestuur heeft den 8ⁿ Juli te Parijs openbaar laten verkoopen meer dan 500 modellen van werktuigen (mechanieken), die in het ministerie van openbare werken waren geplaatst door aanvragers van brevetten en door de arme uitvinders niet afgehaald waren in den gestelden tijd.

- Een Amerikaan, de heer Van der Bilt, heeft te Parijs voor 130,000 fr. (zoo verzekert men) eene schilderij gekocht van een jongen Spaanschen schilder, Villegar geheeten en te Rome woonachtig. Het stuk is getiteld Un Bautizo en stelt voor eenen kinderdoop in eene kerk van Sevilla.

- Te Parijs schilderen voor panoramas: Detaille en Neuville, De slag bij St.-Privat, Benjamin Constant, Golgotha, Roll, De zeeslag tusschen de Alabama en de Kearsage, Poilpot, De slag bij Froeschweiler. Ook de schilders Clairin en Lepic ontvingen eene panorama-bestelling.

- De gevierde tooneelspeelster Sarah Bernhardt is veroordeeld tot 100,000 fr. schadevergoeding aan het Théâtre Français, omdat zij geweigerd heeft nog langer te blijven deel uitmaken van het personeel van dezen schouwburg, ofschoon er van de 20 jaren, voor dewelke zij zich aan dit tooneel verbonden had, nauwelijks 8 waren verloopen. Zij is 35 jaren oud. Bij het Théâtre Français verdiende zij sedert 1877 jaarlijks 60,000 fr. ongeveer, met het vooruitzicht, op lateren leeftijd, gepensio-

[p. 130]

neerd te zullen worden. Juffrouw Bernhardt verliest met haar recht op pensioen ook de 44,000 fr. die haar sedert 8 jaren bij maandelijksche kortingen afgehouden waren voor de pensioenkas. De gezamenlijke jaarwedden, sedert 1872 aan Sarah Bernhardt door het Théâtre Français betaald, bedragen fr. 179,230.02. Zij is voornemens naar Amerika te vertrekken met eenen tooneelbestuurder die haar 2500 fr. per avond zal betalen en bovendien 1/3 gedeelte van de ruwe opbrengst der vertooningen afstaan zal.

Rouaan. De heer C. Binner heeft de aandacht der geleerden gevestigd op eene plek, gelegen nabij Rouaan, aan den samenloop van twee riviertjes. Aldaar, in den kleigrond, op 4 meters diepte, zijn vuursteenen messen en spitsen, benevens beenderen van mammoeths, paarden en ossen uit den voortijd gevonden.

Londen. Een Londensch schouwburgbestuurder heeft het recht om Anne Mie op te voeren in het Engelsch van den heer Rosier Faassen gekocht voor 100 pond sterl. (zie 1878, blz. 123 en 1880, blz. 114.)

Keulen. Van de stedelijke Domkerk, die al sedert lang in gebruik was gesteld, ofschoon hare torens niet voltooid waren, zijn de torens nu ook voltrokken. Er is sprake, te dezer gelegenheid een groot feest te houden in den herfst dezes jaars.

Dusseldorp. Op de in deze stad geopende tentoonstelling van nijverheid en kunst, ziet men, onder andere merkwaardigheden, het gouden boek van het klooster Freckenhorst uit de xii^e eeuw, welks gouden band overdekt is met naamletters, kleine schilderingen, edelgesteenten en gesneden ivoor; een evangeliënboek uit de xi^e eeuw; eene evangeliënharmonie uit de xii^e eeuw, waarop in Limousynsch glazuur zijn afgebeeld de apostels, evangelisten en Christus' hemelvaart; een codex uit Ehrenbreitstein, ook met glazuur versierd; handschriften van de ix^e tot de xv^e eeuw, onder andere uit de abdij Gross-Martin in Keulen enz. Het bronzen meesterlijk beeld uit den oud-Romeinschen tijd, dat in 1848 uit den Rijn werd opgevischt, is ook tentoongesteld.

Munchen. In deze stad zullen eene reeks werken verschijnen, waarin, met behulp der zincographie, op de gewone boekdrukpers, de voornaamste en zeldzaamste oorspronkelijke houtsneden der xvi^e en xvii^e eeuw zullen teruggegeven worden, waaronder De doodendans van A. Durer. Onlangs verscheen het Frauentrachtenbuch van Jost Aman. Aan het hoofd dezer onderneming staat Georg Hirth.

Rome. De heer Thomas heeft in een handschrift van het laatst der xii^e eeuw 26 kolommen van 37 regels elk gevonden, die eene nog onbekende verhandeling over den dood van Alexander den Groote bevatten en naar gissing opgesteld zijn door den Romeinschen geschiedschrijver Trogus Pompejus die in de eeuw van Augustus leefde.

Florence. De veiling der verzamelingen van kunst en smaak, op de villa San-Donato, van prins Demidoff, die twee maanden lang geduurd heeft, omvatte gezamenlijk 6075 loten en bracht 6,844,455 fr. 65 c. op, te weten: de oude en nieuwe schilderijen, de waterverfschilderingen, de gravuren, de beeldhouwwerken, de meubelen, de bronzen kunstgewrochten, de oude meubelen, de zeldzaamheden, de gouden en zilveren werken, de vloer- en muurtapijten, de ouderwetsche stoffen, het porselein van Sèvres, het Saksisch, het Chineesch en het Japansch porselein, de rijtuigen, de wijnen enz., 6,579,581 fr. 15 c., de kasgewassen, 109,463 fr., de bibliotheek, 118,142 fr. 50 c., het gewoon huisraad, 37,269 fr. (Zie ook blz. 74.)

Recanati. In deze stad is een door Agostino Panichi gemaakt marmeren standbeeld opgericht, ter eere van graaf Giacomo Leopardi, den twijfelzuchtigen begaafden Italiaanschen dichter, geboren in 1798, gestorven in 1837.

Lissabon. De asch van Camoëns (zie blz. 36) en van den beroemden ontdekkingsreiziger Vasco da Gama (geboren in het Portugeesche zeestadje Sines omstreeks 1469 en in 1524 overleden in Indië) is den 8ⁿ Juni plechtig overgebracht naar eene der kerken van de Lissabonsche voorstad Belem. Alle schepen op de Taag hadden ter eere van de beide groote mannen gevlagd.

Konstantinopel. In 1806, toen generaal Sebastiani gezant van Frankrijk in Turkije was, deed hij vruchtelooze moeite om de rijke bibliotheek van den sultan te mogen bezichtigen, waarin zich vele kostbare handschriften schijnen te bevinden, onder andere de verzameling boeken van de Grieksche keizers; de bezichtiging der bibliotheek werd geweigerd wegens de godsdienstige bezwaren die er bestonden tegen het toelaten van eenen ongeloovige in eene plaats die de gewijde boeken van de Mohametaansche openbaring, namelijk den Koran, bevat. Om met Napoleon I op goeden voet te blijven, schonk de Sultan hem echter eenige kostbare werken, welke sedert dien deel uitmaken van de nationale bibliotheek te Parijs. Volgens wordt gemeld, zouden vanwege de Fransche regeering, op voorstel van Egyer, leeraar aan de Parijsche hoogeschool, stappen aangewend worden om te verkrijgen dat de catalogus van des sultans bibliotheek zou gedrukt worden. Men verwacht, langs dien weg op het spoor te komen van belangrijke nog ongekende werken van klassieke on Bijzantijnsche schrijvers.

Stockholm. Te Sandeherred in Noorwegen is onlangs een merkwaardig vaartuig uit den heidenschen tijd ontdekt, een zoogenaamd Vikingerschip. Naar gissing werden 36 roeiers gebruikt om het in beweging te brengen. In het vaartuig werden gevonden: groote metalen ketels, zilveren sieraden, verguld en geschilderd, veelkleurige zijden stof, met gouddraad doorweven, menschenbeenderen enz.

Sydney. De volgende kunstbeoefenaren bekwamen onderscheidingen op de stedelijke tentoonstelling (zie 1879, blz. 180). Schilders; J. Robie, Bloemen en vruchten; P. Oyens, De werkplaats; C. Soubre, De gescherpte sabel; E. Seeldraeyers, Bedelende monniken; T. Gerard, Gelijke deelen; J. Portaels, De vluchteling; E. Farasyn, Booze Minette; J. Carabain, Zicht van Anticoli; V. Kühnen, Het Steen te Antwerpen; J. Robie, Bloemen en vruchten; J. Verhas, In den hoek; A. Bourlard, Stierengevecht; E Beernaert, Eiken te Modave; J. Rosseels, Middag op de Schelde; A. Bouvier, De Schelde te Tholen. - Graveurs: A. De Biseau, Sterkwaterplaten: Daveluy, Lichtteekeningen; J. Hallez, idem. - Porseleinschilders; Ed. Tourteau, Geertruida en Eva Maltby, Hendrika Rochard, vrouwe Van Bomberghen, mejuffers Gasparoli, Günther en Van Immerseel. - Beeldhouwers: J. Laumans, Oefening, groep in brons; P. Comein, De zomer, De winter, Vogel voor de kat en de Kleine moeder; Ch. Wiener van Brussel, O. Arens, van Antwerpen, gedreven koper; J. Tasson, sieraadschildering.

Zuid-Amerika. Nabij Cordoba, in de Argentijnsche republiek, zijn goudmijnen ontdekt die, volgens het verslag van zekeren heer Alberdi, zoo rijk zouden wezen, dat de goudopbrengst van Californië en Australië er geheel door in de schaduw zou gesteld worden. De grondkleur der aderen is wit, blauwachtig en rose kwarts; het goud wordt daarin gevonden in den vorm van naalden, korrels, blaadjes of in zeer fijn stof; het is van eene schoone gele kleur, soms grauw of zwartachtig met een ijzerglans.

- Kapitein Belknap, gezagvoerder van een Amerikaansch oorlogschip, heeft op 44 graden 55 minuten noorderbreedte en 152 graden 26 minuten westerlengte in den Stillen Oceaan eene plek gevonden, waar eerst op 8513 meters diepte grond gepeild werd. (Zie onzen jaargang 1877, blz. 72.)