De Vlaamsche School. Jaargang 25
(1879)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
Théâtre des VariétésToen in 1829, juist eene halve eeuw geleden, het oude Tapissierspand te Antwerpen werd afgebroken, dat tot dan toe had gediend als schouwburg voor het vertoonen van Fransche tooneelstukken, ondernamen de heeren M. Haegelsteen en M. Deveze het hier afgebeelde gebouw, als voorloopige schouwburg op te richten om gedurende de opbouwing van den grooten Franschen schouwburg tot de gewone vertooningen te dienen. Buitendien bestond er toen in Antwerpen nog een kleine schouwburg, in het dusgenaamde Groot Wafelhuis, waar men sedert 1826 Vlaamsche tooneelvoorstellingen gaf. Dit Groot Wafelhuis, opgericht in den tijd, dat de jaarmarktkramen op Sint-Joriskerkhof werden gesteld, was aanvankelijk eene houten loods, waarin wafels werden gebakken; onderscheidene keeren vergroot, was het eindelijk zoo uitgebreid geworden, dat het heel het open plein besloeg, nabij voormeld kerkhof. Gedurende ettelijke jaren had het vanwege de Antwerpsche ingezetenen een ongeëvenaarden toeloop, die slechts begon te verminderen toen in de voltooide Variétés, de kelderzaal geopend werd en in de bovenzalen tooneelvoorstellingen en dansfeesten gegeven werden. 't Was daar dat Robert le diable en andere groote zangspelen voor de eerste maal te Antwerpen werden opgevoerd. In 1846 werd aan het kwijnend bestaan van het eens zoo bloeiende Groot Wafelhuis een einde gesteld door de afbraak van het lokaal, dat in 1843 verkocht was. Op de plaats waar het heeft gestaan, werd de tegenwoordige St.-Joriskerk gebouwd, onder de leiding van den Brusselschen bouwmeester L. Suys, ofschoon in den door de kerkfabriek uitgeschreven prijskamp het ontwerp van een Antwerpschen bouwkundige in 1845 was bekroond geworden.Ga naar voetnoot(1) Ter oprichting van de Variétés hadden de heer Haegelsteen en consorten 1929 meters grond gekocht, die deel hadden uitgemaakt van Sint-Joriskerkhof. Zooals men in bovenstaande afbeelding kan nagaan, bestaat de uitbouw langs de voorzijde uit vijf boogvormige poorten, waarboven zich bevinden evenveel ramen tusschen zes Ionische pilasters, die met fries en kroonlijst eene kleine bovenverdieping dragen. De indeeling van het gebouw beantwoordt volkomen aan zijne bestemming. De tooneelzaal en zoomede het tooneel zijn zeer doelmatig aangelegd. De tooneelzaal kan ruim 1200 menschen bevatten. Achter het tooneel is eene ruime concertzaal bijgebouwd. De aanpalende nevenvertrekken en de wandelzaal (foyer) doen bij dansfeesten en anderszins als wijnzalen dienst. Zij zijn zeer fraai. Onder andere gedurende den vastenavond worden de wandelzaal, het tooneel en de tooneelen concertzaal aan elkander verbonden en tot eene enkele zaal ingericht. De balzaal welke hierdoor verkregen wordt is haast weergaloos schoon. Versierd met bloemen en fonteinen, kwistig verlicht met gasvlammen welke duizendvoudig weerkaatst worden in groote wandspiegels, betreden door eene bontgekleede menigte van verkleede en onverkleede bezoekers, | |
[pagina 66]
| |
waaruit een voortreffelijk orkest onverpoosd vroolijke scharen en dans roept, levert de balzaal der Variétés in de vastenavondnachten een zoo bekoorlijken aanblik op, dat men, haar beschouwende, zich de tooverpaleizen voor den geest, roept welke in Duizend-en-een-Nacht zoo weelderig zijn beschreven. Overigens werd voor omtrent al de groote letter- en toonkundige en kunstfeesten, waarvan het thans levende geslacht te Antwerpen het geheugen bewaart, van de Variétés gebruik gemaakt. Zulks was ook het geval voor de meeste openbare vergaderingen. Het Antwerpsch Nationaal Tooneel bezigde de Variétés als schouwburg tot in 1873, toen het naar den nieuwen stadsschouwburg werd overgebracht. Als van ouds, wordt bij voortduring een druk gebruik gemaakt van de Variétés voor tooneelvertooningen, gegeven door maatschappijen en vreemde tooneelisten, voor feestvieringen, openbare vergaderingen enz. |
|