De Vlaamsche School. Jaargang 25
(1879)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 13]
| |
Robert Peril, plaatsnijder der XVIe eeuw.Robert Peril, wiens afbeeldsel hier nevens gaat, werd geboren omstreeks 1485. Ridder Leo de Burbure, die in 1869 eene levensbeschrijving van hem in het licht gafGa naar voetnoot(1), denkt met veel recht hem erkend te hebben in den Robbrecht van Luyck, welke in 1519 in de Liggeren der
zincographie van H. Bey naar J.B. Michiels.
Sint-Lucasgilde ingeschreven staat als leerling van Bastiaen Masselyn, metselrijsnijdere. Zoo die gissing juist is, zou Robert Peril van Luik herkomstig geweest zijn. Onze kunstenaar zou dan van Luik in Antwerpen gekomen zijn en er opvolgelijk ornament-beeldhouwer, speelkaartmaker en plaatsnijder geweest zijn, want in 1522 staat hij in de Liggeren geboekt als quaertspelmakere. Die laatste nijverheid schijnt hem niet verrijkt te hebben, want de bescheiden die ridder de Burbure omtrent Peril ontdekte, leeren dat de arme kunstenaar en zijne echtgenoote Wilhelmina Bessin door hunne schuldeischers ongenadig vervolgd werden. Gelukkig voor hen, werd R. Peril in 1530 gelast, door toedoen van Margaretha van Oostenrijk, landvoogdes der Nederlanden, in hout te snijden en uit te geven de Couronacion van keizer Karel en Le Triumphe d'icelle. Peril vertrok naar Bologna om bij de intrede van den keizer in die stad tegenwoordig te zijn, vervaardigde aldaar de twee hem gevraagde samenstellingen en kwam terug naar Antwerpen, alwaar hij zijn gezin in den grootsten nood terug zag. De arme man verhaastte zich zijn werk in hout te snijden, doch al zijn ijver diende tot weinig, want kort daarna ontving hij van den eigenaar van het huis dat hij te Antwerpen in de Hoogstraat bewoonde eene rechterlijke aanzegging om hem de som van 118 guldens 12 stuivers onmiddellijk te betalen en het huis te ontruimen. Robert Peril verscheen niet voor de schepenbank; tot twee maal opgeroepen, vond hij het onnoodig te verschijnen, daar hij toch niet betalen kon. Het gevolg hiervan was, dat in Mei 1533, zijn huisraad en zelfs zijn bed en zijne gereedschappen in beslag genomen werden. Gelukkig kwam de ellendige staat van onzen kunstenaar aan Adriaan de Vogeleere, een der stadsaalmoezeniers, ter ooren. Deze edelmoedige man zond aan Peril den noodigsten huisraad, benevens gereedschappen om zijnen stiel van speelkaartmaker opnieuw te hervatten. Dit alles werd hem overhandigd niet als geschenk, maar in leen, opdat, zegt de akte van 13 Mei 1533, geene schuldeischers er nog zouden kunnen de hand op leggen. Onze kunstenaar, vol erkentenis en met nieuwen moed bezield, hervatte zijn werk en maakte de teekening van eene Généalogie de l'Empereur et de la Reine, waarvoor hij een privilegie bekwam en eene toelage van den keizer van 30 ponden tornois. Dit alleszins belangrijk werk zag het licht den 23n Februari 1535. Van den verderen levensloop van Robert Peril is jammer genoeg niets bekend geworden. Wijlen de beer C. De BrouGa naar voetnoot(1) had eenige nadere berichten aangaande Perils werken ontdekt die evenwel niet het licht zagen. Antwerpens museum bezit van Peril een uitmuntend exemplaar gekleurd en op verscheidene bladeren perkament gedrukt der Blijde intrede van keizer Karel en paus Clemens VII te Bologna op 22 Februari 1530, gekocht in 1861 voor 1800 fr. van den heer C.P. Serrure, leeraar ter hoogeschool te Gent. Dank aan de zorgen van den heer G. Kempeneers, regent der academie, zijn de stukken op doek gebracht en zorgvuldig achter glas ingelijst; het geheel is 0m60 hoog en 4m86 lang. De meester heeft zich zelf daarop afgebeeld; het stuk voert het volgende opschrift: Alfons Goovaerts. |
|