De Vlaamsche School. Jaargang 23
(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijKroniek.Brussel. Bij koninklijk besluit van 19 Juli is aan den heer Eduard van Beneden, hoogleeraar te Luik, voor zijne werken over de vorming en ontwikkeling van de lichaamsvrucht, den vijfjarigen prijs voor natuurlijke wetenschappen toegewezen (tijdvak 1872-76). - Voor het museum van werken van oude meesters zijn aangekocht: twee tafereelen van Poelenburg en de Straffen Gods door Lambert LombartGa naar voetnoot1, twee tafereelen in eenen lijst, afkomstig uit de verzameling van koning Willem II van Holland, waar het in 1850 voor gl. 1850 werd toegewezen aan C.F. Roos, of juister, werd ingehouden voor dien prijs, daar het in de verkooping van het volgende jaar op nieuw verscheen. Thans is het 4000 fr. betaald. Links op den voorgrond een schip dat aan het vergaan is en waaraan zich een man vastklampt. Op het tweede plan, aan de boorden der zee een ruiter, rijk in de middeneeuwsche kleeding, die de ramp schijnt ontkomen te zijn, de armen kruisgewijze op de borst geklemd, schijnt hij de hulp des hemels in te roepen; een engel met een kruis daalt tot hem neder. Verder is dezelfde man afgebeeld, een visch openende, waarin hij gouden geldstukken ontdekt. Aan den gezichteinder, de kusten der zee, waar men eene have ontwaard, waarvoor verschillende schepen vergaan. Het tafereel rechts stelt eene stad voor geteisterd door de pest; men ziet twee menschen door de plaag getroffen ten gronde liggen; daarnevens gaan twee dragers met eene berrie, overdekt met een purper laken; zich in den weg der kerk richtende, waar terzelfder tijd eene processie binnengaat, gevolgd door den Paus, het beeld der heilige maagd dragende; deze is vergezeld door zijne cardinalen, die gebeden zingen om de barmhartigheid des Heeren af te smeeken. Hunne beden schijnen verhoord te zijn. Een engel volgt hen al vliegende. In het verschiet op eenen toren ontwaart men een anderen engel, die het zwaard terug in de scheede steekt, om als 't ware te beduiden dat de hemelsche wraak gestild is. Aan den voet van den toren graaft men eenen put, om de doodskisten te bergen, die waren neergezet op het kerkhof bij de kerk. De twee paneelen die blijkbaar van een drievoudig stuk komen, zijn uitmuntend goed bewaard gebleven. |
|