De Vlaamsche School. Jaargang 23
(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 19]
| |
waarvan de platen in de drukkerij van Plantijn-Moretus berusten. Het is te hopen, dat men eerst op die platen galvanos zal doen maken en daar alleen op drukken, om alzoo de oorspronkelijke platen ongeschonden te bewaren; anders handelen, ware een groote misslag. - De gemeenteraad besliste den 29n December 1876 jaarlijks 3000 fr. meer beschikbaar te stellen voor het bekostigen der herstelling van schilderijen in het museum. Met hetzelfde doel zal de heer minister van binnenlandsche zaken, te rekenen, van 1878, 's rijks hulpgeld voor de schilderij-herstelling 3000 fr. opslagen. Het Antwerpsch museum zal dus voor de gezegde werken van herstelling beschikken over een jaargeld van 10,000 fr. - Het gemeentebestuur heeft eenen prijskamp geopend uitsluitend tusschen Belgische bouwkundigen voor het maken der plans van het nieuwe museum van kunstwerken van oude en nieuwere meesters, welk het stadsbestuur met ondersteuning von het rijk gaat oprichten. (Zie de Vl. School, 1875, blz. 187; 1876 blz. 22 en 48. Het omstandig programma, met het grondplan van de bouwplaats, is kosteloos verkrijgbaar op het secretariaat der stad. De volledige ontwerpen moeten vóór 1 Augustus 1877 op het stadhuis te Antwerpen besteld zijn, aan het adres van den heer burgemeester. De mededingers mogen hunne ontwerpen niet onderteekenen, maar moeten dezelve voorzien van een bijschrift, herhaald op den omslag van een verzegelden brief, in welken laatste zij hunnen naam zullen opgeven. Prijzen: 1e, fr. 10,000; 2e, fr. 5000; 3e, fr. 2000. De maker van het bekroonde ontwerp zal kunnen gelast worden met het bestuur der bouwwerken, tegen genot van 5% van de som van het bestek, doch onder verbeurte zijner premie. Het bestek (bouwmeestersloon en premiën inbegrepen) mag 2 millioen frank niet te boven gaan. - Otto Venius' schilderij, nr 480, in het museum De roep van den H. Mattheus, door ons in 1866, blz. 212, in plaat medegedeeld, gaat hersteld worden, door P.E. Nicolié. Brussel. Prijsvragen van de koninklijke academie van België: Letterkunde. 1o Den oorsprong der Belgische muziekschool nagaan en aantoonen ín hoeverre hare oudste meesters zich ingelaten hebben met de Fransche muziek van de xiie tot de xive eeuw; 2o Geschiedkundige schets van de pottebakkerskunst in onze gewesten, beschouwd van uit het oogpunt der kunst, van den Romeinschen tijd af tot op de xviiie eeuw; 3o Geschiedenis van de graveerschool in Rubens' tijd, met aanhaling van de uitgevers der platen en van den handel die in deze platen gedreven werd door de tijdgenooten, zonder onderscheid van land; 4o Beschrijving van het karakter der Vlaamsche bouwkunde (met aanhaling van gebouwen in de Nederlanden), in de xvie-xviie eeuw. Prijzen: voor nrs 1 en 4, ieder 1000 fr.; voor 2 en 3, ieder 800 fr. De stukken, op de gewone wijze, in te zenden vóór 1 Juni 1878, aan den heer secretaris J. Liagre, bij wien programmas verkrijgbaar zijn. Teekenkunde. Teekening (0m75 hoog, 2m25 breed) eener versierde fries, ter hoogte van 5m00 in een openbaar gebouw te plaatsen en voorstellende de bewerking van den steen, van als hij opgegraven wordt tot dat hij op zijne plaats is gezet. Prijs: 1000 fr. Graveerkunst. Plaat naar een ouden of nieuwen schilder, gegraveerd, geëtst, in zwartekunst of halftint, verschenen tusschen 1 Januari 1877 en 1 September 1878. Prijs, voor de best en voldoend geoordeelde plaat: 600 fr. Teekeningen en platen in te zenden vóór 1 September 1878, aan den heer Liagre voornoemd. Gent. Eenige giften, aan de stadsbibliotheek gedaan, verdienen eene bijzondere melding. Graaf van Limburg-Stirum begiftigde haar met 152 deelen stamboomen, verzameld door wijlen baron de Pret. Baron James van Rothschild gaf 108 deelen van oude uitgaven der beste Fransche schrijvers ten geschenke aan de bibliotheek, en lord Maxwell Stirling zond haar zijne werken over keizer Karel en de wapenkunde in de xvie eeuw. Van het British Museum ontving de bibliotheek ettelijke werken van Layard, Rawlinson, Davis enz. over de oude marmeren en aarden werken, in genoemd museum voorhanden. Buitendien kocht de stadsbibliotheek de volgende zeldzame boeken: aflaatbrief van Sixtus IV, gedrukt te Audenaarde door Arn. de Keyser, in 1480; de beschrijving van keizer Karels intocht te Bologna in 1530, door Hogenberg; De Stove, door Jan Van den Dale, 1528; De IX Quaesten, 1528; de psalmen van Utenhove, te Londen in 't Vlaamsch gedrukt in 1566; de eerste Nederlandsche bijbel gedrukt te Delft in 1477; het Hebreeuwsch woordenboek van Thierry Martens, 1520; het eenige in België bestaande exemplaar van een drukwerk van Will. Caxton, den invoerder van de drukkerij in Engeland, Commemoratio lamentationis B.M. de morte filii (1484). - In den laatsten tijd werd het stedelijk archief verrijkt met de volgende oude handschriften: Tijdstippen der doorluchtige gebeurtenissen van de algemeene geschiedenis der Nederlanden, 2 folianten; Denombrement der burghgravie van Ghendt, ghehouden van den grave van Vlaenderen; Verzameling van arresten ende sententiën (xvie en xviie eeuw); Ordonnances, statutz et arrêtés royaux pour le grand conseil de Malines; Ordonnantiën ende reglementen betrekkelijk de neiringen ende corporatiën van Ghendt; Thomas de Aquino: secunda secundae. - In 1875-76 waren bij de hoogeschool ingeschreven 350 studenten. Lebbeke. Alhier is eene afdeeling van het Davidsfonds tot stand gekomen die reeds 200 leden telt. IJper. Het iiie deel van de door het stadsbestuur uitgegevene archiefstukken over de godsdienstige beroerten in de xvie eeuw is afgedrukt en bevat de bescheiden nopens de hervorming van vóór 1566 en van Augustus 1566 tot September 1567, benevens die aangaande de gebeurtenissen welke gevolgd zijn op de kerkplunderingen, de komst van den hertog van Alba en de onderdrukking der hervorming. Hasselt. De erven van den heer Willem Briers, in leven advocaat te Leuven, hebben de bibliotheek van hunnen bloedverwant, bestaande uit circa 250 werken, aan de stad Hasselt geschonken. Bergen. De stad, daartoe geldelijk bijgestaan door het rijk, heeft voor het stedelijk museum aangekocht de schilderij Aratro, van den Bergenschen schilder A. Bourlard. | |
Buitenland.Voorschoten. Het oud-adellijkhuis in de naburige Nederlandsche gemeente Ter Horst, waarschijnlijk in het be- | |
[pagina 20]
| |
gin der xiiie eeuw gebouwd, en in het begin der xviie eeuw herbouwd, is door den tegenwoordigen eigenaar, prins Frederik, in den bouwtrant der xviie eeuw hersteld. Leiden. Aan de hoogeschool alhier zijn 1003 studenten ingeschreven. Niet minder dan 547 studeeren de rechten. Parijs. In de roepzaal van Drouot verkocht men op 8 Januari, onder andere, de volgende schilderijen: Mystiek huwelijk van de heilige Catharina, door H. Van der Goes, 19,900 fr.; portret van een der verzorgers der Leidsche hoogeschool, door J. De Bray, 6000 fr.; Bruiloft te Kana door J. Steen, 6000 fr.; Vestale, door I. Van Ostade, 1550 fr.; Paardenstal, door denzelfde, 1300 fr.; Rondtrekkende muzikanten, door K. Du Jardin, 1150 fr.; een Stilleven, van M. De Hondekoeter, 1500 fr. Den 22n Januari werden Diaz, nagelatene schilderijen geveild; zij brachten 156,825 fr. op; onder andere golden Laatste tranen, 12,000 fr.; Liefdegeschenken, 10,000 fr.; Hulsterstam, 9400 fr.; eene vrouwenfiguur, in waterverf, 6000 fr. Erfurt. Een bewoner dezer stad heeft een kistje opgegraven, vol gouden sieraden en Italiaansch gouden geld van de xive eeuw, benevens eenige goudstukken van Romeinsche keizers, namelijk uit de iiie eeuw, het alles ter waarde van omtrent 8000 fr. Er wordt verondersteld dat een jood, tijdens de vervolgingen der Israëlieten, rond 1349, het kistje zal begraven hebben. Londen. Van Miltons Verloren paradijs is een herdruk verschenen, in alles naar de eerste uitgave nagebootst (letters, papier, omslag, zelfs de drukfouten). - Voor de schildering van tooneelschermen wordt thans de lichtteekening benuttigd; met eene lantaarn, van vergrootglazen voorzien, laat men het lichtbeeld bij middel van kalklicht op de doeken schijnen om alzoo de getrouwe voorstellingen van plaatsen te bekomen. Schotland. In dit land bedroeg in 1876 de voortbrengst van ruw ijzer 1,103,000 ton, of 53,000 ton meer dan in 1875. De uitvoer en het verbruik van ruw ijzer bedroegen 910,000 ton, zijnde 66,000 minder dan in 1875. Eene ton doet 1016 kilo. Volhynië. Het kasteel der graven Hynski-Stetsky, te Romanous, met zijnen huisraad uit den tijd van Katarina II en Paul I, vele Italiaansche schilderijen en beelden, bibliotheek en verdere kostbaarheden, is een prooi der vlammen geworden. Pompeï. Bij de ontgravingen is eene herberg gedeeltelijk blootgelegd. De gelagkamer bevat vele aarden kruiken en op den muur zijn drinkende en spelende lieden uitgeschilderd. De onwetendheid is eene gedurige kindsheid. |
|