siën voor de tooneelkunst: voor het onderzoek der Fransche stukken, de heeren L. Alvin, Fétis, Lebrun, Walter en Delmotte, allen te Brussel; voor Nederduitsche werken, de heeren Conscience, Hiel en Stroobant, te Brussel, Heremans, te Gent en Van Beers, te Antwerpen. Het muzikaal comiteit is samengesteld uit de heeren Gevaert, Dupont en Warnots, te Brussel, Samuël, te Gent en Peter Benoit, te Antwerpen. De heer Rotthier, bureeloverste bij het departement van binnenlandsche zaken, is benoemd tot secretaris van het comiteit, gelast met het keuren der Fransche tooneelstukken en van dit der muzikale afdeeling. F. de Cort is benoemd tot secretaris van de Vlaamsche afdeeling.
- Leden der jury voor den vijfjaarlijkschen prijs van Vlaamsche letterkunde: de heeren J. Nolet de Brauwere van Steeland, E. de Borchgrave, A. Willems, J.F.J. Heremans, J. Stecher, P. Genard en E. Van Driessche.
- De koninklijke academie heeft in openbare zitting bekroond, een Mémoire sur la formation des roches plutoniennes belges, door den heer de la Vallée-Poussin, leeraar aan de hoogeschool van Leuven en den eerw. P. Renard, van de societeit Jezus.
Leuven. - De negen volgende standbeelden zijn goedgekeurd om geplaatst te worden in nog open beeldsteden van het stadhuis: 1o Hendrik I, graaf van Leuven, door G. Van der Linden, 2o Katarina Pypelaers, stichtster van een godshuis, door Emile Godts; 3o Frans de la Hault, stichter van een godshuis, door Paul de Vigne; 4o St.-Bartholomeus, door Paul de Vigne; 5o Jan Caligator, dichter uit de xive eeuw, door J.H. Cuypers; 6o de H. Cosmus, patroon van de heelmeesters-gilde, door gebr. Goyers; 7o de H. Albertus van Leuven, door dezelfden; 8o de fiere Margareta van Leuven, door dezelfden; 9o Jan-Baptist Staes, schrijver, door dezelfden, Goedgekeurd werden ook zes pleisteren modellen van de heeren Goyers, Vermeylen en Courroit. Aan den heer Fr. Smeesters werd een nieuw model gevraagd voor het standbeeld van Lambertus Balderik, graaf van Leuven.
- Uitslag van den letterkundigen prijskamp van het Kersouwken. Bekroonde verhalen: 1e, Hergarde, van G. Segers (Leuven), 2e, Maria Verweyden, van J. de Jager (Zaandijk, in Holland); eervolle meldingen: 1e, Willen is kunnen, door een lid van verdienste van 't Kersouwken; 2e, Vader Minnens, van A. De Ceuninck (Moorslede). - Bekroonde dichtstukken: Der Vlamingen lied, van J. Teirlinck (St.-Joost-ten-Noode); eervolle meldingen: Lofzang, van een ongenoemde; Het vertrouwen des werkmans, van E. Struyf (Mechelen); luimige dichtstukken: bekroond: Het klatergoud, van den eerw. heer L. Struyf (Leuven); eervolle meldingen: Maaierslied, van J.A. Torfs (Thienen) en Zie, dat is mijn politiek, van J. Wytynck-De Vos (Gent). De schrijvers van nr 16 (proza) en nr 28 (dicht) zijn verzocht, zich te doen kennen.
Luik. - De fraaie platenverzameling der stad is in 1873 verrijkt geworden met 200 gravuren van Luiksche meesters.
Charleroi. - In deze stad gaat opgericht worden een nieuw paleis van justitie; voor 't maken van plan en bestek is uitgeschreven een prijskamp, waaraan de vreemde bouwkundigen zoowel kunnen deelnemen als de Belgische. De ontwerpen moeten uiterlijk op 10 Juni 1875 besteld zijn in het provinciaal bestuur van Henegouwen. Er zijn zes prijzen uitgelooid: 1e prijs, 5000 fr., 2e, 2000 fr., 3e, 1000 fr.; als 4e, 5e en 6e prijs zullen gouden eerepenningen worden uitgereikt. Het programma is verkrijgbaar bij den provincialen bouwmeester van Henegouwen, Seminariestraat, te Bergen.
Hasselt. - De liefhebbers van oude kunst kennen in Onze-Lieve-Vrouwekerk het fraaie praalgraf van Anna-Maria Lam bay, die in de xviie eeuw abdis van het klooster van Herekenrode was; men hield dit kunstgewrocht voor een werk òf van den beeldhouwer Delcour, Van Hamoir (Luik), òf van den Gentenaar Laurens Devaux. De heer Daris, van Luik, heeft thans een stuk aan het licht gebracht, waaruit blijkt, dat bewust praalgraf gemaakt werd door Artus Quellin, en eertijds Herckenrode's kloosterkerk versierde. Blijkens gezegd stuk, zijnde de overeenkomst met den beeldhouwer gesloten, ontving Quellin voor dit werk 2800 gl. Door de commissie van monumenten worden er hoogst noodige herstellingen aan uitgevoerd. Ons tijdschrift gaf in 1866, blz. 147, een portret en eene korte levensschets van Artus Quellin.
Gent. - Van de juffrouwen Rosalie en Virginie Loveling is verschenen een bundel Novellen van ruim 300 blz., verkrijgbaar tegen 3 fr. Het boek bevat allerliefste verhalen, die mogen gerekend worden tusschen de schoonste die sedert ettelijke jaren in België en Holland verschenen zijn. Wij raden al onze lezers aan, kennis te maken met het nieuwe werk van de uitstekende letterkundigen, die zich met evenveel glans op het gebied der proza als in het veld der poëzie bewegen.
- Van de zoo gunstig bekende Maatschappij ter bevordering van nijverheid en wetenschappen is, volgens jaarlijksche loffelijke gewoonte, weer een aangename en nuttige volksalmanak verschenen, waarin bijdragen voorkomen van de heeren J. De Bast, H. Keurvels, K. Bogaerd, C. Kimpe, L. Bruyneel, K. De Mulder, J. Wytynck, L. Terneus, J. De Landtsheer, E. Sacré, Em. Rens, W. Crappé, H. Minnaert, J. Haché, Amatus enz.
IJperen. - De heer Debreyne-Peellaert heeft aan stads museum geschonken 68 Romeinsche penningen, in 1857 opgedolven uit een veld geheeten Nieuwland, te Noordschoten, te weten: 6 penningen van Septimus Severus en van Julia Domna (jaren 193-211), 4 van Caracalla (196-204), 2 van Septimus Geta (204-218), 5 van Heliogabalus (218-222), 12 van Alexander Severus en 3 van Julia Mamoea (222-235), 2 van Maximus Pius (236-238), 1 van Papienus (238), 15 van Gordianus Pius (238-244), 7 van Philippus den vader, 4 van Otacilia Severa en 2 van Philippus den zoon (244-249), 2 van Trajanus (249-250) en 2 van Publius Licinus Gallienus (259-268).