De Vlaamsche School. Jaargang 20
(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijKroniek.Antwerpen. - Muurschilderingen op de Beurs. In de gemeenteraadszitting van 30 December werd door den heer Jan Nauts, een van de leden, aanbevolen zulke schilderingen te laten uitvoeren in de zaal der kamer van koophandel op de thans voltooide nieuwe Beurs; spreker bracht in herinnering, dat twee kunstschilders, de heeren Ferd. Pauwels en P. Beaufaux, leeraar bij de Antwerpsche academie, zich gewend hadden tot het stadsbestuur, om te vragen dat zij zouden gelast worden met gezegd werk, en de heer Nauts meende deze vraag warm te mogen ondersteunen bij den raad, terwijl hij wees op de uitstekende bekwaamheid der heeren Pauwels en Beaufaux. De heer burgemeester Leopold de Wael antwoordde, dat ook de heeren Guffens en Swerts, wier muurschilderingen met de oude Beurs in 1858 in de vlammen vernield waren, hunne diensten aangeboden hadden en hij gaf als zijn gevoelen te kennen, het uitvoeren van muurschilderingen op de Beurs, te eeniger tijd, in grondbeginsel aannemende, - dat er nopens de keuze van de kunstenaars aan wien het werk zou opgedragen worden, vooraf nog niets te beslissen viel; dit gevoelen werd bijgetreden door den raadsheer J.L. De Winter en den heer schepen Van der Taelen. De zaak liep hiermede af, dat burgemeester en schepenen door den raad gelast werden, de zaak der schilderingen in overweging te nemen. Wij denken, dat zoo er besloten wordt tot het uitvoeren van muurschilderingen in de kamer van koophandel, dit werk billijkheidshalve behoort gegeven te worden aan de heeren Guffens en Swerts; gelijk wij hooger herinnerden, vernielde de noodlottige Beursbrand de schilderingen, door deze kunstenaars in gezegd lokaal uitgevoerd; dat die schilderingen beantwoordden aan de verwachting die het talent der uitvoerders had laten koesteren, weten allen die ze hebben gezien; wij gaven van een gedeelte derzelve platen in ons tijdschrift;Ga naar voetnoot(1) de heeren Guffens en Swerts voorbijzien, als er spraak mocht zijn het lokaal der kamer van koophandel andermaal te beschilderen, zou eene in alle opzichten onverdiende miskenning zijn van twee verdienstelijke mannen; wij gelooven dan ook niet, dat Antwerpens gemeentebestuur zulke onrechtvaardigheid zou begaan. Voor 't overige zijn wij verzekerd, dat de heeren Pauwels en Beaufaux niet de laatsten zullen zijn om hulde te brengen aan de bekwaamheid der heeren Guffens en Swerts en te erkennen, dat deze kunstenaars inderdaad meer dan anderen verdienen in aanmerking te komen voor de schildering der kamer van koophandel. Ook de heeren Pauwels en Beaufaux zouden wij volgaarne de uitvoering van muurschilderingen zien opdragen, zelfs op de Beurs, waar meerdere bovenzalen op deze wijze zouden kunnen versierd worden; men weet, dat, reeds vele jaren geleden, het ontwerp is vooruitgezet, om ook in de benedengalerijen muurschilderingen te brengen. Wij hopen buitendien, dat de Beurs niet het eenige openbaar gebouw zal zijn, voor welks opluistering het penseel van thans levende meesters zal ingeroepen worden, en waar het op de uitvoering van kunstschilderingen aankomt, mogen de heeren Pauwels en Beaufaux bij onze hedendaagsche schilders zeker tusschen de eersten genoemd worden. - De heer Nic. De Keyser heeft zijn portret, door hem zelf geschilderd, aan het museum der academiekers afgeleverd; het gelijkt treffend. - Uitslag van den stedelijken driedubbelen prijskamp van Tooneelspelen: 1e en 2e prijs niet toegewezen; 3e prijzen, stuk nr 12, voorloopig ongetiteld, van K. Simillion (Antwerpen), De oude kassier, van Rosier-Faassen ('s-Gravenhage ); mits verbeteringen ter opvoering aanbevolen: Christina, Nero, Spoedig rijk worden, Maagdelieve, de Veteraan, Schulden der eer. - Dramas: 1e prijs, Zijn geheim, van Glanor ('s-Gravenhage); 2e prijzen, Bertrand van Reims, van J. Roeland (St-Pieters-Jette); Philippina van Vlaanderen, van Désiré Delcroix (St. Joost-ten-Noode); 3e prijzen, Felix Waldenberg, van Ant. Bosch (Amsterdam), Hun Zoon, van Van Maurik (Amsterdam); aanbevolen mits verbeteringen: Elisa, Margaret Dacre, Balt de Marskramer, De liefde wint, Het woord van eer, Aan den booze verkocht, Carlos en Isabella, Te laat, nr 47, zonder titel. - Door wijlen den heer J. Mertens-Bauduin is aan de kerk der gemeente Bouchout vermaakt eene jaarlijksche rent van 20 fr., behoorlijk gehypothekeerd, voor het onderhouden van een glasraam, door den erflater en zijne vrouw aan die kerk geschonken. - In den laatsten zittijd van den Antwerpschen provincieraad werd in behandeling gebracht een voorstel van den bouwmeester F. Baeckelmans, strekkende tot het veranderen van | |
[pagina 33]
| |
derzoek van deze zaak is door de bestendige deputatie van den welfsels van het in aanbouw zijnde paleis van justitie. Het onprovincieraad opgedragen aan eene commissie bestaande uit de heeren Em. Geelhand, lid van de deputatie, voorzitter; Pauli, bouwmeester, te Gent, Balat, bouwmeester, te Brussel, en P. Paul Stoop, bouwmeester te Antwerpen. - Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. Op 22 Februari waren tentoongesteld de volgende schilderijen, bestemd voor de tentoonstelling te Londen: Rosamunde of de Meikoningin, door J. Van Lerius; Zondag namiddag, door H. Bource; Na den regen en Tegen den avond, door J. Van Luppen; Het Angelus, door Van der Ouderaa, aangekocht door den heer H. Koekkoek jr., van Londen; De geschenken der lente en Doode natuur, door Verhoeven-Ball; De vreugde des levens en de angst van den dood en Margaretha, door E. Van den Bussche; Zeestuk, door Wüst; Men wordt niet wel gediend dan door zichzelve, van Boks; De laatste toebereidsels, door Van den Daele; De waarzegster en Vertrouwelijk, door Wagner; Gang over de brug en De rust, door Plumot; De droom der verloofde en Geweigerd op het bal der Harmonie, door Carpentier; Half Maart, door Crabeels; Gezicht op de Dyle, door A. De Keyser; Gezicht uit de Ardennen, door Janssens; Terugkomst van het veld, door A. De Braekeleer; De Vastenavond, door Redig; Omstreken van Luik, door Pieron. Op 23 Februari, hield de heer Simonin, ingenieur te Parijs, eene verhandeling over luchtballen en luchtreizigers, en den 25e sprak de heer Van Calster, advocaat, over de inrichting van het hooger onderwijs in België. - Wij hebben den volgenden aan de Nederlandsche maatschappijen gerichten omzendbrief ontvangen: ‘De maatschappij Het Vlaamsche Volk heeft besloten, den 25en verjaardag van Theodoor Van Ryswijck's afsterven, buitengewoon plechtig te vieren. Wij zijn overtuigd dat ieder oprechte Vlaming die beslissing heeft toegejuicht en het zich ten plicht zal rekenen aan de hulde, den kloeken strijder voor Vlaanderens taal en rechten te brengen, deel te nemen. Reeds hebben wij uit de Vlaamsche gewesten des lands talrijke en meest vleiende toetredingen ontvangen, die ons den waarborg geven van het welgelukken der voorgestelde betooging. De plechtigheid zal op 3 Mei plaats hebben. Wij hebben besloten eenen plechtigen optocht te houden naar het graf van den diepbetreurden volksdichter. Daar wij wenschen dien optocht zooveel mogelijk luister bij te zetten, nemen wij de vrijheid uwe verdienstelijke maatschappij te verzoeken, ons hare medewerking daartoe te verleenen. Uwe gekende Vlaamschgezinde gevoelens geven ons de verzekering, dat uwe toetreding ons niet zal ontbreken, daar het de verheerlijking geldt van den eigenaardigen dichter, wien ieder Vlaming kent en hoogacht en die voorzeker het recht bezit aanspraak te maken op de geheele erkentenis en hulde van alwie nu oprecht liefde voor eigen schoon in het harte draagt. Iedere deelnemende maatschappij zal, benevens eene prachtig vergulde herinneringsmedalie, een boekwerk met de voornaamste gedichten van Theodoor Van Ryswyck geschonken worden en hare leden zullen toegang hebben tot een luisterlijk feest dat ter dier gelegenheid dien dag zal gehouden worden. Nadere inlichtingen zullen u kortelings medegedeeld worden na ontvangst van uw toestemmend antwoord, dat wij verzoeken vóór 20 April. De voorzitter, Jul. Van Herendael: de schrijvers, H. Claes, H. Wera; de leden, J.I. De Beucker, J. De Cleer, Ed. Dujardin, A. Guyot, L. Mathot, A. Snieders, J. Van den Bemden.’ - Onze-Lieve-Vrouwekerk Naar aanleiding van de opmerkingen, door ons vermeld op bladz. 7. als gemaakt in den gemeenteraad, omtrent den staat van behoud der schilderijen van Rubens in de hoofdkerk, heeft de dagbladpers en daarna ook de kamer van volksvertegenwoordigers het vraagstuk in behandeling genomen: aan wien de voormelde meesterstukken toebehooren? Sommigen beweren, dat de schilderijen staatsgoed zijn, anderen dat zij het onvervreemdbaar eigendom der Antwerpsche hoofdkerk uitmaken; deze laatste bewering werd in de wetgevende kamer breedvoerig ontwikkeld door een der vertegenwoordigers van Antwerpen, den heer E. De Decker, die, tot staving van wat hij aanvoerde, den inhoud van een groot getal ambtelijke oorkonden deed gelden; aan deze belangrijke gedachtenwisseling namen onder andere ook nog de volgende volksvertegenwoordigers deel: J.A. de Laet, V. Jacobs, Hagemans, A. Orts enz. Wij geven hier den tekst van het toepasselijk koninklijk besluit van Willem I, dd. 6 October 1815: ‘Art. 1. De schilderijen welke zich in de kerken, die alsnog voor den eeredienst gebruikt worden, ofwel in alsnog bestaande publieke gestichten bevonden, zullen ter plaatse alwaar dezelve bevorens geweest zijn, worden teruggebracht en toevertrouwd aan de opzichters dier gebouwen, onder beding van in derzelver onderhoud en bewaring te voorzien; er zal door de plaatselijke autoriteiten eene akte worden opgemaakt nopens de overgiften en den ontvangst der bedoelde schilderstukken, alsmede nopens den staat waarin deze zich bevinden.’ - Het gemeentebestuur heeft van den heer graaf Cornet aangekocht, tegen 500 fr., twee schilderijen van Philips Van Brée, tafereelen voorstellende uit den Brand van het arsenaal te Antwerpen in 1830. Brussel. - Voor 't bezorgen der Vlaamsche vertaling van het wetboek van rechtsvordering in strafzaken, overeenkomstig art. 12 der wet van 26 Augustus 1873 op het gebruik der Nederlandsche taal bij de behandeling van strafzaken, zijn de volgende heeren in commissie gesteld: de Crassier, voorzitter van het hof van cassatie, Thonissen, hoogleeraar te Leuven, Nijpels, hoogleeraar te Luik, Van Genechten, oud-voorzitter der rechtbank van Turnhout, P. De Paepe, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Gent, dr. Heremans, hoogleeraar te Gent, L. De Hondt, rechter te Gent, Dodd, vertaler der verzameling van wetten en besluiten. - In de Leopoldsorde zijn benoemd: tot officieren, de toonzetter Peter Benoit en de beeldhouwer Jos. Ducaju; tot ridders, de kunstschilders P. Kremer en Jos. Delin. - In de Oostenrijksche Frans-Josephor de zijn benoemd: tot commandeur met de plaat, de heer rijksarchivaris Gachard; tot ridders de heeren kunstschilders Unterberger en G. Koller en Piot en A. Pinchart, letterkundigen. - Op 23 Februari werd een aanvang gemaakt met de openbare verkooping der schilderijen verzameling van den heer P.L. Everard; onder andere werden de volgende prijzen besteed: Hongaarsch span dat door een moeras trekt, van Schreyer, fr. 15,000; Stier, van Troyon, fr. 13,000; De rooker, van Roybet, fr. 10,000; Gulliver op het eiland Lilliput, van Vibert, fr. 20.000; De nieuwjaarsgift, van Stevens, fr. 21,000; De verklaring, van Leys, fr. 26,500; Gezichten uit den omtrek van Parijs, van Rousseau, fr. 15,000; Vrede en oorlog, van Gallait. fr. 21,000; Omstreken van Caïro, van Marilhat, fr. 14,500; Zeestrand te Villerville, van Daubigny, fr. 15,500; De dienstbode liefhebber van zeldzaamheden, van Simoni, fr. 2,200; De parade van Bianchi, fr. 5,500; Vruchten en bloemen, van Robée, fr. 8,400; Hutten, van Dupré, fr. 6,600; Het park te Venetië, van Ziem. fr. 8,300; De terugkomst van het vee, van Verboeckhoven, fr 11,200; De barakspeler, van Ten Kate, fr. 6.800; De overgaaf van Calais, van De Grouse, fr. 5,200; Een herfstdag, van Rousseau, fr. 14,600; De bedelaars, van Decamps, fr. 5,100; De dief, van Knauss, fr. 11,200; In afwezigheid der meesters, van Rossi, fr. 4,500; Het borduurwerk, van Willems, fr. 8,600. - Voor het rijksmuseum is aangekocht een prachtig landschap van Meindert Hobbema, alsook twee portretten door Rubens geschilderd. Deze portretten worden gerekend onder de voortreffelijkste door den grooten meester voortgebracht. Volgens de nasporingen van den heer Ed. Fétis, stellen zij voor Jan Karel | |
[pagina 34]
| |
de Renialme de Cordes, heer van Wichelen, en zijne tweede echtgenoote, vrouw Jacoba van Caestre. Daar het huwelijk dezer persoonen in 1617 werd ingezegend en vrouw Jacoba van Caestre in 1618 overleed, mag men met zekerheid veronderstellen dat deze tafereelen omtrent dit tijdstip werden vervaardigd. Zij werden aangekocht van den heer graaf van Beaufort. - De koninklijke maatschappij de Wijngaard opent eenen prijskamp tusschen Belgische schrijvers voor het opstellen van oorspronkelijke Nederlandsche tooneelspelen (comedies) van 1 tot 3 bedrijven en met 1 of 2 vrouwenrollen, vrachtvrij in te zenden aan den heer De Hou, Groote-Eilandstraat 6, te Brussel, vóór 1 Juli 1874; 1e prijs, 600 fr. en een vergulden gedenkpenning; 2e prijs, 250 fr. en een zilveren gedenkpenning. Dezelfde maatschappij schrijft eenen tooneelprijskamp uit voor Hollandsche en Vlaamsche maatschappijen. Buiten vergulde of zilveren gedenkpenningen zijn de prijzen als volgt: voor Hollandsche maatschappijen: 1e prijs, 600 fr.; 2e, 400 fr.; 3e, 250 fr. (zoo er niet meer dan 4 gezelschappen mededingen, zal de 3e prijs niet toegewezen worden); voor Vlaamsche maatschappijen: 1e prijs, 500 fr.; 2e, 350 fr.; 3e, 200 fr. De tooneelgezelschappen die aan den prijskamp willen deelnemen, moeten vóór 1 Juni 1874 daarvan kennis geven aan den heer De Hou voornoemd en hem tevens laten toekomen een afdruksel of afschrift van het door hen te vertoonen stuk en eene borgsom van 50 fr., die na de vertooning wordt terug gegeven; niet optredende maatschappijen verbeuren hare borgsom. - Te Elsene, bij W. Lebrocquy, is verschenen: Dichterlijke eerstelingen, van K.Th. van Hassel, een werkje dat ten voordeele der armen verkocht wordt bij den heer Th. de Nayer, hoofdonderwijzer te St.-Martens-Lennick, ten prijze van één frank. Het boekje bevat 63 bladz. en is keurig gedrukt. De 31 dichtstukjes die het behelst getuigen van zeer veel aanleg bij den jongen dichter, in wien het vuur der poëzij op meer dan gewone wijze blaakt en die, aan een gemakkelijken versbouw, zwier van uitdrukking, rijkdom van woorden en diepte van gevoel paart. Als aanbeveling, deelen wij op bladz. 30 een der veelbelovende eerstelingen van den heer van Hassel mede. - De heer Jan Rousseau is benoemd tot algemeen secretaris der koninklijke commissie van monumenten; het voorzitterterschap der commissie wordt tijdelijk waargenomen door den heer Renier Chalon, bij afwezigheid van den heer Wellens. Gent. - Volgens wordt gemeld heeft de heer Gevaert een toestel uitgevonden, harmonista genoemd, dat op harmoniums, orgels en pianos wordt gesteld op zulke wijze, dat daarmede muziek kan gemaakt worden ook door hen die geene muziek kennen; door den uitvinder is een daarbij behoorend werk van koorzang en preludiums uitgegeven, samengesteld door den heer J. Van Overbeke. - Het Willemsfonds heeft de twee volgende werken uitgegeven: De lichtteekening of photographie, door J. Martens (een 50-tal bladz.), Brieven van Jan Frans Willems, verzameld door Max Rooses, (222 bladz.). Nijvel. - De bouwmeester Emile Coulon, die de kerk van Ploërmel (Bretagne) heeft gebouwd, is tot ridder van het Eerelegion benoemd. Bergen. - De Cercle archéologique, die onlangs zijn 17-jarig bestaan vierde, gaat een gedenkteeken oprichten ter eere van den bouwmeester Jacobus Dubroeucq. |
|