Prijs. Een zilveren eermetaal.
2e Eene Mechelsche kant, uitgevoerd, van ten minste 0,08e breedte.
De werksters geboortig van Mechelen, of ten minste 10 jaren in deze stad verblijvende, zullen alleen aan dees vak mogen deel nemen.
Hun werk zal op het kussen moeten tentoongesteld worden.
1e |
Prijs. Een eere-diploma en eene som van |
125 fr. |
2e |
Prijs. |
id. |
id. |
75 fr. |
Er zal ook een eere-diploma toegekend worden aan den persoon die het werkhuis of de school bestiert.
Premiën van 25 tot 50 fr., tot het beloop van 200 fr., zullen toegewezen worden aan de kantwerksters, wier voortbrengselen, zonder op prijzen kunnen aanspraak te maken, verdienen aangemoedigd te worden.
Het Instituut behoudt zich het recht, gedeelten van de kanten aan te koopen, welke den eersten en den tweeden prijs behaald zullen hebben.
Art. 3. - Voor de 2e en 4e vakken zal er maar eene plaat mogen afgezonden worden(papier of carton), welke moet voorzien zijn van twee ringgaten, en waarop al de gevraagde teekeningen zullen moeten gesteld zijn. Deze zullen op de plaat mogen geteekend of er op vastgemaakt zijn.
De teekeningen voor de ciborie, den kelk of de remonstrantie moeten van natuurlijke grootte zijn. Die voor de reliquiekas is aan het goeddunken van den teekenaar gelaten.
Art. 4. - De mededingers zullen hunne teekeningen mogen kleuren en er alle inlichtingen bijvoegen, welke zij noodig oordeelen.
Art. 5. - Elke teekening of voorwerp, naar den kampstrijd gezonden, moet eene zinspreuk dragen, welke op het opschrift of adres van eenen gesloten brief moet herhaald worden. De brief zal de woonplaats aanduiden en de geboorte of naturalisatie-akte van den bewerker moeten bevatten, als ook eene kortbondige nota, behelzende op welke manier hij zijne voortbrengsels in den catalogus wil doen inschrijven.
Deze nota mag ook den verkoopprijs bevatten.
De, aan Mechelen vreemde kantwerksters, zullen, bij hunne geboorteakte, een officieel bewijs van ten minste 10 jaren verblijf in de stad, moeten voegen.
Art. 6. - De kampstrijder welke aan meer dan een vak zou deel nemen, is verplicht voor elk vak eene verschillende zinspreuk te gebruiken.
Art. 7. - Het genootschap zal het recht hebben, twee stalen hout en twee stalen marmer, alsook de teekeningen der overwinnaars te behouden. - Indien het zulks goedvindt, zal het ook de werken, welke eenige verdiensten aanbieden, mogen doen nabootsen. Nogtans zal het aan de overwinnaars toegelaten zijn hunne teekeningen, in het lokaal, na te maken.
Art. 8. - De nijverheidskunstenaars welke reeds een eersten prijs behaald hebben, in de vorige kampstrijden, door het genootschap uitgeschreven, mogen op die onderscheiding geene aanspraak meer maken, voor een der bovengemelde vakken in welke zij overwinnaars zouden geweest zijn.
Art. 9. - In geval van gelijke verdiensten, zullen de geldprijzen verdeeld worden; aan de jury is het veroorloofd zoovele eermetalen toe te kennen als er overwinnaars zijn.
In alle geval zal de jury alle beslissing mogen nemen welke zal noodig zijn, zonder dat er eenige terugeisching zal mogen gedaan worden.
Art. 10. - Eene jury (vreemd aan het genootschap) zal door het bestuur benoemd worden. De werkenzullen moeten oorspronkelijk zijn, en door de bewerkers zelven tentoongesteld worden. De uitslag van den kampstrijd zal oogenblikkelijk aan de overwinnaars bekend gemaakt worden en in de dagbladen ingelascht.
Art. 11. - De teekeningen zullen moeten door de nijverheid kunnen uitgevoerd worden.
Art. 12. - De kunstenaars of werklieden welke aan den kampstrijd willen deel nemen, zullen het moeten berichten, door vrachtvrije brieven, aan den geheimschrijver van het genootschap, Leopoldstraat, nr 41, vóór den 1 Mei 1872. De voorwerpen en teekeningen zullen hem moeten toegezonden worden vóór den 8 September.
Art. 13. - De vervoerkosten zullen tot rekening der kampstrijders blijven; maar het vervoeren langs de ijzeren-wegen zal met eene vermindering van 50% geschieden.
Alle mogelijke zorgen zullen door het bestuur des genootschaps genomen worden, om de voorwerpen onbeschadigd terug te zenden, doch zonder verantwoordelijkheid voor mogelijke onheilen.
Art. 14. - De kanten van Brussel, Valencijn enz., zullen op de tentoonstelling aangenomen worden.
Eere diplomas zullen toegekend worden aan de schoonste verzamelingen van ten minste zes afgewerkte stukken.
Art. 15. - De uitreiking der prijzen zal in het openbaar geschieden. De plaats en de dag zullen later bekend gemaakt worden.
Art. 16. - De mededingers en tentoonstellers zijn verplicht alle bovengemelde voorwaarden te volbrengen, op straf van buiten den prijskamp gesloten te worden. De tentoonstellers zullen hunnen naam, hunne voornaamen en woonplaats moeten aanduiden.
Het is bovenal noodig dat allen zich naar het artikel 12 voegen, aangezien de uitspraak van den kampstrijd binnen de 14 eerste dagen der maand Augustus zal geschieden, en dat de brieven welke de kenspreuken en uitleggingen, noodig tot het opstellen van den catalogus behelzen, niet voor dit tijdstip mogen opengedaan worden.
Art. 17. - De mededingers en tentoonstellers zullen ook mogen voorwerpen of fragementen, welke in de bovennemelde vakken niet begrepen zijn, afzenden, om tentoongesteld te worden.
De geheimschrijver, L. Marlow.
De voorzitter, F. de Cannart d'Hamale.