Sterfgevallen.
Baron WILLEM NOTTEBOHM, consul-generaal van Denemarken, officier der Leopolds- en ridder der Danebrogorde, is den 24n Juli te Antwerpen in 84-jarigen ouderdom overleden. De overledene droeg in eene tijdruimte van eene halve eeuw niet slechts ruimschoots bij tot de ontwikkeling en den bloei van den handel en de scheepvaert te Antwerpen, hij was ook een verlicht kunstvriend en bezat een fraai kabinet van hedendaagsche schilderijen, hem grootendeels nagelaten door zijnen broeder, die eenige jaren geleden te Rotterdam overleed en wiens stoffelijk overschot bijgezet is in den grafkelder der familie op het kerkhof van Berchem. Wij meenen te weten, dat baron Nottebohm in zijn testament heeft bepaald, dat zijne schilderijenverzameling, na zijnen dood, niet mag verspreid worden. De overledene betoonde zich zijn leven lang een edelmoedig vriend der lijdende menschheid. Hij werd met grooten luister ter aarde besteld.
J.-G. D'AWANS, boekbewaarder in de stedelijke volksbibliotheek te Antwerpen, is op 31 Juli overleden te Capellen, in 37-jarigen ouderdom; hij was geboren te Tongeren. De overledene telde vele vrienden en toonde zich zeer geschikt voor zijn vak.
Dr. VAN DEN BROECK, de gekende Belgische scheikundige, te Doornik op 17 Maart 1821 geboren, is den 6n Augustus overleden te Cannstatt (Stutgart), waar hij herstel van krachten was gaan zoeken. De overledene was iemand van groote geleerdheid; hij bezat uitgebreide kennissen als geneeskundige (op zijn 16e jaar bekwam hij reeds een geneeskundig diploma) en als scheikundige behoorde hij in België tot de voornaamste en kundigste beoefenaars van het vak. Hij was lid der academie van geneeskunde, secretaris der landbouwmaatschappij, commandeur der Nichonorde en ridder der Christus- en Villavicosaorden. Onder andere bezit men van den heer Van den Broeck goede schriften en redevoeringen over den arbeid van de vrouwen en kinderen in de mijnen.
Jhr. PH.-J. BLOMMAERT, de uitstekende Vlaamsche letterkundige en geschiedschrijver, ontsliep op 15 Augustus te Gent, zijne geboortestad, in 63-jarigen ouderdom. De overledene was een van de degelijkste en uitstekendste beoefenaars der Vlaamsche letteren, die hem een groot deel van haren tegenwoordigen luister verschuldigd zijn. Tusschen de beste historische werken die er in de Vlaamsche letterkunde bestaan, behooren Blommaerts Aloude geschiedenis der Belgen, alsmede zijne Beknopte handleiding der Nederlandsche letterkunde, zijne levensschetsen van de Nederduitsche schrijvers van Gent en zijne beknopte Geschiedenis der rederijkkamer de Fonteine van Gent. Als dichter leverde Blommaert een bundel oorspronkelijke verzen en hij gaf tevens een vijftal bundels oud-Vlaamsche gedichten uit. In 1834 stichtte hij met den hoogleeraar Serrure en Frans Rens een tijdschrift, onder den titel: Nederduitsche letteroefeningen. In een groot getal tijdschriften leverde Blommaert bijdragen, ettelijke ook in de Fransche taal aan den Messager des sciences historiques. De overledene was briefwisselend lid der Belgische academie en ridder van de Leopoldsorde. Hij bezat eene uitgebreide en kostbare bibliotheek. De heer Blommaert genoot de onverdeelde achting van allen die hem kenden. Zijne ter-aardebestelling heeft zonder praalvertoon plaats gehad.
Indien de deugd u niet onderscheidt, zijt gij geen edele, al waart gij ook uit eenen God gesproten.