De Vlaamsche School. Jaargang 14
(1868)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 25]
| |||||||||||||||
Muurschilderingen, uitgevoerd in St-Joriskerk, te Antwerpen, door G. Guffens en J. Swerts.
jezus leert ons de bekoringen overwinnen. - tafereel door jan swerts.
Daar wij reeds verschillende tafereelen der muurschilderingen uit gemelde kerk hebben medegedeeld, denken wij het niet ongeschikt, thans de volledige beschrijving er van te geven. De schilderingen zijn toegewijd aan de voorstelling des levens van Christus. De eenheid van het hoofdgedacht en hare verdeeling in drie groote vakken, kenteekent de eenheid en het drievoudig karakter der leden van de H. Kerk. Het onderwerp, bestemd voor het groot paneel, boven de kapel langs den kant van het Epistel, is de geboorte van Jezus en zijne verheerlijking door de engelen, de herders en de wijzen. Deze schildering zal zijn, de eerste toestand uit het leven onzes Heeren op de aarde; de overige levenstoestanden zijn voorgesteld in de rechter beuk en verbeelden de strijdende kerk. De tegenovergestelde beuk bevat even zoovele voorstellingen van het lijden des Zaligmakers; deze reeks eindigt boven de kapel, langs den kant van het Evangelie, door de kruising, en stelt de lijdende kerk voor. Zoodat de geboorte en de dood des Zaligmakers, tenzelfden tijde den blik des aanschouwers treffen en natuurlijk de ontwikkeling aanduiden van de onderwerpen die de twee beuken vervullen. De koor, waar onze heer Jezus-Christus, verlosser en rechter van het menschdom, verschijnt, waar de patroon der kerk, de H. Joris, verwinnaar van den draak, de deugd voorstelt, die op de aarde zegepraalt en in den hemel wordt beloond, waar de H. Maagd, de H. Joseph, de Aartsengelen, de Evangelisten en de Apostelen bij het Allerheiligste de plaats innemen, welke zij bekleeden voor den troon des Allerhoogsten, is de vollediging van het werk, de Verrijzenis, in één woord het zinnebeeld der zegepralende kerk. | |||||||||||||||
Onderwerpen voorgesteld in de rechterbeuk.1. - De geboorte van Jezus. - De Engelen zingen het Alleluia. - De wijzen en de herders aanbidden het goddelijk kind.
| |||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||
2. - Jezus arbeidt met zijne ouders en onderhoudt hen over God.
| |||||||||||||||
3. - Jezus komt bij den H. Joannes in de woestijn, de gunst van het doopsel vragende.
| |||||||||||||||
4. - De bekoring op den berg.
| |||||||||||||||
5. - Het sermoen op den berg.
| |||||||||||||||
6. - Jezus geneest de kranken.
| |||||||||||||||
7. - De intrede van Jezus in Jerusalem.
| |||||||||||||||
Onderwerpen voorgesteld in den linkerbeuk.1. - Jezus verraden door Judas.
| |||||||||||||||
2. - Jezus geblind en mishandeld door de soldaten.
| |||||||||||||||
3. - Jezus voor den opperpriester Caïphas.
| |||||||||||||||
4. - Jezus gesleurd van Herodes naar Pilatus.
| |||||||||||||||
5. - Jezus tot den dood veroordeeld door Pilatus.
| |||||||||||||||
6. - Jezus zijn kruis dragende ontmoet de vrouwen van Jerusalem.
| |||||||||||||||
7. - Jezus sterft op het kruis.
| |||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||
kruisigden zij Jezus met twee dieven, de eene rechts, de andere links. En Jesus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Luc. XXIII. 33-34. | |||||||||||||||
Schilderingen uitgevoerd in de koor.Op de zijwanden, de HH. Apostelen, de eerste verspreiders van het geloof, waarvan de belijdenis geschreven is op de linten die den wijngaard des Heeren omstrengelen. Onder deze beelden ontrolt zich in de Latijnsche taal de tekst: Hunne stemmen hebben door de heele wereld weêrklonken en hunne woorden tot de uiterste einden der wereld. (Ps. XXVIII, 4.) De H. Geest is boven hun hoofd voorgesteld, zooals hij tot hen nederdaalde op Sinxen.
Boven de Apostelen, herinneren de drie aartsengelen en de engel van Gethsemani het leven van onzen Zaligmaker op aarde; de H. Michaël, de zegepraal op den kwaden geest; de H. Gabriël, de blijde boodschap; de H. Raphaël, de geboorte van Jezus; de engel van Gethsemani, zijn lijden en dood. Rechts, boven de deur der sacristij, de H. Maagd, omringd van leliën en opschriften, de zeven gaven van den H. Geest herinnerende die de Moeder Gods in al hare volmaaktheid bezeten heeft. Links, de H. Joseph, insgelijks omringd van leliën en opschriften, welke zijne bijzonderste aanspraken op de vereering der geloovigen doen kennen. Van wederzijde het altaar, de HH. Evangelisten met opene boeken in de handen, getuigenis gevende van de eeuwige waarheid. Boven het altaar, de H. Joris, patroon der kerk, overwinnaar van den draak, zijne armen ten hemel geheven, waar Christus, verlosser en rechter der wereld, zijne armen uitbreidt voor de menschen van goeden wil.Ga naar voetnoot1 De omlijsting dezer schilderingen bevat het zinnebeeld van Gods eeuwigheid met het volgende Latijnsch opschrift: Goede en getrouwe dienaar, komt in de vreugde van uwen heer. Matth. XXV, 21. Het koomt er op aan wat de kleine menschjens van buiten leeren. De vaarsjens der kindsheid beteekenen iets voor het leven. |