Sterfgevallen.
De beroemde Fransche schilder J.D. Ingres, is op 13 Januari in 86-jarigen ouderdom overleden. Hij had zijne gansche loopbaan aan de kunsten toegewijd, waarvan zijn vader, schilder en toonkundige, hem om zoo te zeggen reeds van in de wieg, de grondbeginsels had geleerd. Ingres was leerling van Roques, Briant en David. In 1801 behaalde hij den eersten grooten prijs met zijne samenstelling: Aankomst in de tent van Achilles der afgezanten van Agamemnon. Te Rome bestudeerde hij bij voorkeur Raphaël; hij verbleef er vele jaren en was verplicht van de opbrengst van portretten en schetsen te leven. Dit belette hem echter niet groote schilderstukken voort te brengen, namelijk Edipus, de Sphynx, Raphaël en Fornarina, Virgilius, welke zijn werk Eneas aan Augustus en Octavia voorleest, enz. enz. Deze stukken werden naar de tentoonstellingen van Parijs gezonden. Ingres zocht eenen naam te bekomen, welke hem door den toen heerschenden smaak werd geweigerd. Eerst in 1824, werd de kritiek tegen hem ontwapend door zijne schilderij: Beloften van Lodewijk XIII, in de kerk van Montauban, zijne geboortestad berustende. Zijne Apotheose van Homerus, dat het plafond van den Louvre versierd, werd in 1827 uitgevoerd. De portretten van Bertin en den graaf Molé, maakten in de tentoonstelling van 1832, grooten opgang. Toen bekwam hij het bestuur over de villa Medicis, te Rome, van waar hij nog naar Parijs afzond: de Maagd met de Hostie; de Odaliske en hare slavin en Stratonice. Onder het nieuwe keizerrijk schilderde hij de Apotheose van Napoleon I, welke thans te Saint-Cloud berust. De stad Luik bezit een der schoonste tafereelen van Ingres, namelijk een prachtig portret van Napoleon. In het museum van academiekers, te Antwerpen, bevindt zich het portret van Ingres, door hem zelven
geschilderd.
De lijkplechtigheid had in de kerk van den H. Thomas van Aquinen plaats.