Kronijk.
Antwerpen. - Tot ons groot leedwezen moeten wij aanstippen dat men de afbraak der Berchemschepoort begonnen heeft en met eenen buitengewonen spoed voortzet. Men had nogtans een zoo goed gebruik kunnen maken van dezen bouw en hem uitwendig tot een prachtig gedenkteeken herstellen. Het is eene bittere teleurstelling voor alwie eenig betrouwen stelde in den kunstgeest der regeering.
- Men heeft in de O.-L.-Vrouwekerk de 4e statie geplaatst, verbeeldende: Jesus ontmoet zijne lieve Moeder; dezelve is door M. Hendrickx vervaardigd.
- Volgens wordt gemeld, laat de heer baron Nottebohm in de Noordstraat eene zaal bouwen, waarin publiek zullen tentoongesteld worden de talrijke schilderijen, welke baron Nottebohm geërfd heeft van zijnen onlangs in Nederland overleden broeder.
- Verschenen: l'Escaut, son passé, son présent, son avenir par Victor Jacobs, advocaat en lid der Kamer van volksvertegenwoordigers.
- Verschenen bij J.P. Van Dieren, de vierde uitgave van Zinnelijk en Zedelijk Aanschouwings-Onderwijs, leesboek voor lagere scholen, naar het Hoogduitsch door M. Grein.
- Van den heer P. Cautereels zijn verschenen in de bibliotheek de Familiekring twee novellen getiteld: Jan de Schalk en de Vondelinge.
Over den titel de Familiekring zullen wij doen opmerken dat de uitgever den aard onzer taal (wat betreft het gebruik van dat woord) getrouwer blijven zou, indien hij zijn maandwerk onder den naam de Huiskring liet verschijnen.
- Van den heer Lodewijk Torfs is verschenen: Het koningsfeest van hertog Jan IV.
- Bij koninklijk besluit van 11 September is M.A. Goemaere tot leeraar van geschiedenis, kleederdrachten en oudheden bij de koninklijke Academie van Antwerpen benoemd.
Brussel. - M. Fl. van Loo, van Gent, is door de comissie der tentoonstelling van schoone kunsten gelast geworden met de vervaarding van de steendrukteekening der schilderij van M. Webb, van Dusseldorf: de oneenigheid door het spel, die als premie zal gegeven worden aan de nemers van een zeker getal loten.
Gent. - Bij het bezoek van Z.M. Leopold II, werd de heer Minard, bouwkundige aldaar, tot ridder der Leopolds-orde benoemd. Z.M. Koning Willem III van Holland, heeft hem insgelijks de ridder-orde der Eiken-Kroon gezonden. Het koninklijk besluit zegt, dat het eere-kruis M. Minard wordt gegeven ‘als een blijk der hooge welwillendheid van Z.M. en als herinnering aan de vroegere diensten door hem tijdens zijn verblijf in Holland bewezen en de goede uitslagen waarmede zijne debuts in zijne kunstloopbaan werden bekroond.’ De Minister van Holland, M.L. Gerrick, heeft bij het overhandigen van de decoratie aan M. Minard, er een zeer vleiend compliment bijgevoegd.
- Van den baron Julius de Saint-Genois is verschenen eenen bundel novellen, getiteld: les Flamands d'autrefois.
Dendermonde. - In de drukkerij van M.F.J. Ducaju, is verschenen: De opvoeding der Blinden, gevolgd van de levensschetsen der voornaamste nietziende personen, door Joseph Lemmen, oud-leerling van het koninklijk gesticht voor blinden en doofstommen te Brussel. - Prijs 2 fr.
De schrijver van bovengemeld boek, dat 200 blz. bevat, is zelve met blindheid getroffen.
Audenaarde. - Het zondagsblad dat alhier verschijnt deelt het volgende mede:
‘Den 14 dezer, heeft de genaamde Karel Symaeys, van Petegem, nabij onze stad, in dat gedeelte der Petegemsche-meerschen, geheeten het Zavelbunder, toebehoorende aan den heer baron Pycke, 250 oude muntstukken van verschillige grootte uitgedolven. Deze stukken dragen de beeldtenissen van Romeinsche Keizers, waaronder men die der Keizers Antonius, Pius, Maximinus, Commodus, Caligula, Severus Septimus, en nog eenige anderen klaarblijkelijk kan onderscheiden. Deze stukken dagteekenen van de Ie, IIe en IIIe eeuw onzer tijdrekening, en mogelijk nog van vroeger, daar er velen zijn, die men niet goed kan onderscheiden.’
Luik. - Een der meest indrukwekkende feesten, die te Luik bij het bezoek des Konings plaats hadden, was de onthulling van het standbeeld van wijlen Dumont, den beroemden Luikschen aardkundige. Er werden drie redevoeringen uitgesproken, namens de inteekenaren, de hoogeschool van Luik, en de leerlingen van Dumont. Toen het doek, dat het beeld omhulde, werd weggeschoven, ontdekte de Koning zich het hoofd, onder het geestdriftige gejuich des volks. De plechtigheid geëindigd, bleef de Koning nog eenige oogenblikken staan, en naderde alsdan eene groep dames op de estrade. Het waren de moeder, de weduwe en de zuster van Dumont, met zijne twee zonen. De Koning groette de weduwe van den geleerde, en deze hulde deed haar, die er 't voorwerp van was, in tranen losbersten. Vervolgens sprak hij eenige woorden tot de kinderen.