Drie schilderijen van Jan van Eyck.
Duitschland bezit van den beroemden Vlaamschen meester ééne, Engeland twee schilderijen welke tot hiertoe, gelooven wij, nog door weinige onzer landgenooten gezien werden.
De gelukkige bezitter van eene der drie opgemelde stukken, is de heer Engels, te Keulen. De schilderij is 1 voet zes duim hoog en 1 voet 3 duim breed; zij stelt een bejaard man voor, met eene pelsmuts op het hoofd en een groen met bont omzoomd opperkleed aan, waaronder zich nog even een rood onderkleed laat ontdekken. De keten met het Antoniuskruis, die hij om den hals draagt, schijnt te bewijzen, dat hij behoorde tot de geestelijke broederschap, die den naam droeg van Antonius den kluizenaar. In de rechterhand, welke met een ring is versierd, houdt hij eenen anjelier. De tweede schilderij berust in de verzameling van Lord Heytesburg, en is 8 duim hoog, bij eene breedte van 6 duim. Zij stelt den heiligen Franciscus voor, in een rotsachtig landschap, de teekenen der wonden ontvangende. De tegenwoordige eigenaar kocht haar van eenen geneesheer te Lissabon.
De bekwame Duitsche kunstkenner, doctor G.F. Waegen, welke, in 1855, eene verhandeling over deze schilderijen schreef, vond tusschen de behandeling en den toon van deze miniatuur in olieverf en die van den engel Michaël op het altaar van Jan van Eyck, in het Museum te Dresden, eene groote overeenkomst, terwijl het landschap in deze schilderij hem evenzoo herinnerde aan dat van het zoogenaamde Gentsche altaar in het museum te Berlijn. De heer Waegen veronderstelde dat van Eyck haar zou geschilderd hebben, tijdens zijn verblijf te Lissabon, in 1429.
Het derde kunstwerk eindelijk, ongeveer 1 voet 6 duim hoog en 1 voet breed, bevindt zich op het landgoed Clumberpark, in de verzameling van den hertog van Newcastle. Het stelt eene zittende Maria voor, gekleed in een purperen mantel met het kind in den schoot. Naast haar ziet men drie engelen, waarvan een het kind een anjelier aanbiedt en een ander op de luit speelt. Op de twee zuilen ter zijde van den boog, die Maria houdt omsloten, staan twee in steen gebeeldhouwde engelen, die een bloemfestoen vasthouden. Door den boog ontwaart men een landschap en het inwendige van eene kerk.