De Roem.
Hij die gelukt, oogst roem. De roem is als eene wufte vrouw. Hij hecht zich aan de Alexanders en de Cesars, gekroonde beulen, die de politie van alle landen aan eene galg zou hebben laten knoopen, indien zij hun handwerk op de groote baan uitgeoefend hadden. Hadde Cartouche eenige bataillons meer aan zijne beschikking gehad, zoo zoude hij in hun gezelschap opgenomen geweest zijn. De ijdele rook die men roem noemt, verdient niet dat men er zich bij voorraad aan vergaste. Het genoegen van na zijn dood in de jaarboeken der gedenkwaardigheden vermeld en door de letterkundigen herdacht te worden, is eene armelijke vergoeding voor 's levens wederwaardigheden! Er is maar ééne ware kracht: namelijk het besef der deugd.
Jules Simon.
Auteursrechtvrij