De Vlaamsche School. Jaargang 11

Kronijk.

Antwerpen. - M. Jos. Bellemans, kunstschilder, lid van den Gemeenteraad, is door de koningin van Spanje tot ridder benoemd der koninklijke orde van Isabella de Katholieke, ter gelegenheid der groote tentoonstelling van tafereelen welke te Madrid plaats had, en waar een van des schilders werken, Roland de Lattre, prijkte. Op 15 Maart zijn de leden der afdeeling van beeldende kunsten van het Verbond van kunsten en wetenschappen M. Bellemans gaan gelukwenschen over deze nieuwe eervolle onderscheiding.

- De beroemde romanschrijver Hendrik Conscience heeft een nieuw werk voltooid dat in april zal verschijnen: Bavo en Lieveken, geschiedenis van twee werkmanskinderen.

‘Zie hier, zegt het prospectus, een nieuw boek dat wij met bijzonder vertrouwen den lezer aanbevelen. Zeggen dat het opgesteld is in den toon van den Loteling en andere eenvoudige verhalen van den geliefden schrijver, ware zeker voldoende; maar voor degenen die wenschen eene ernstige strekking in een letterkundig gewrocht te vinden, kunnen wij er bijvoegen dat het, door roerende tafereelen en aangrijpende voorbeelden, het onschatbare nut van het volksonderwijs voorstelt. Het doet, onder dit opzicht, de plichten der ouders jegens hunne kinderen uitschijnen, de plichten der hoogere standen jegens de werkende klassen en de plichten van elken burger jegens de menschelijke maatschappij.’

- De koninklijke Reddingsmaatschappij, met medehulp van andere maatschappijen en liefhebbers, gaf op 16 Februarij ll. een liefdadig avondfeest ten voordeele der ongelukkige schipbreukelingen der sloep De Hoop.

M.P. Kirstein werd, even als in 1864, op het feest gegeven ten voordeele van de visscherssloep Jonge Josephine, aanzocht eenige woorden aan het volk toetesturen; hij drukte zich uit als volgt:

‘Heeren en Jufvrouwen!

Het is uit naam der hier vereenigde maatschappijen, dat ik de eer heb u allen onzen diepgevoelden dank te betuigen, voor uwe zoo welwillende bijdragen in het ons voorgenomen doel: het doel van weldadigheid.

Nauwelijks zijn de tranen opgedroogd, voor de ongelukkige slachtoffers der verongelukte vischschuit Josephine gestort, nauwelijks zijn de weduwen getroost, nauwelijks zijn de ongelukkige weezen aan den bedelstaf ontrukt, of Antwerpen, welk zich nooit te vreden stelde met den scepter van België's algemeene welvaart, maar steeds den lauwer der weldadigheid betwist, deed een oproep aan de menschenliefde, ten voordeele onzer waalsche landgenoten, voor de slachtoffers van Dour, en zijn oproep bleef niet vruchteloos!

Maar, waar onze kinders lijden vergeet men tijdelijk den nabestaande. De hertverscheurende kreet: de visscherssloep de Hoop is gebleven! werd als op de vleugelen des winds van de werkmanshut naar het paleis des edelmans rondgedragen, en, als om strijd, droeg elk het zijne bij tot leniging der smarten van de ongelukkige visschersweezen. Ja, heeren en jufvrouwen, terwijl de rijke gulhartig van zijne schatten gaf, schonk de werkman van zijne zuur verdiende penningen en Antwerpen zag met fieren blik op zijne kinderen neêr.

[p. 36]

Volhard dus, volk van Antwerpen, en toon dat de ongelukkige schipbreukelingen zich niet bedrogen toen zij, misschien, na afgemat van met de elementen der zee te worstelen en op het punt stonden van voor eeuwig weg te zinken, elkaar de troostende woorden toespraken: “sterven wij gerust, want onze vrouwen en kinderen wonen in Antwerpen, en daar sterft geen mensch van gebrek!” Ja, antwerpsche menschenvrienden, vervullen wij de taak van edelmoedige moeder voor die ongelukkige weezen; het is onze plicht, omdat het Staatsbestuur nog niet besloten heeft eene hulpkas te vormen voor ongelukkige visscherskinderen en verouderde visscherliê.’

Een door M. Kirstein verveerdigd lied, dat wij door plaatsgebrek niet kunnen mededeelen, werd ten voordeele der weduwe en weezen der visschersloep De Hoop verkocht.

Brussel. - Het volgende koninklijk besluit is op 20 Februarij l.l. afgekondigd;

Willende door een gedenkteeken de herinnering der stichting van de koninklijke Akademie van schoone kunsten te Antwerpen vereeuwigen, hebben Wij, op het voorstel van Onzen Minister van binnenlandsche zaken besloten:

‘Art. 1. Er zal een bronzen standbeeld opgericht worden, ter eere van David Teniers, eersten bestuurder en stichter der koninklijke Akademie van schoone kunsten te Antwerpen; hetzelve zal op eene van de openbare plaatsen dier stad geplaatst worden.

Art. 2. Het bijdragende aandeel van den Staat in de uitvoeringskosten van dit gedenkteeken is op 18,000 fr. bepaald.

Art. 3. De uitvoering van dit kunstwerk zal aan M. Ducaju, beeldhouwer te Antwerpen, toevertrouwd worden.’

Dendermonde. - M. Jaak Rosseels is aldaar benoemd tot bestuurder der Akademie, in vervanging van wijlen M. Verhas. De inhuldiging had plaats op 23 Januarij onder voorzitterschap des heeren Burgemeesters, in tegenwoordigheid der leeraren, der leerlingen en van een talrijk publiek.

Na de lezing der verschillige stukken betrekkelijk de benoeming, hield de heer Burgemeester eene welgepaste redevoering, waarin hij al de verdiensten van den nieuwen bestuurder aanhaalde, alsook het schitterend exaam door dezen ondergaan; hij eindigde met in naam der stad het bestuur der Akademie geluk te wenschen.

Donderende toejuichingen begroetten die woorden; M. Rosseels was gevoelig aan die blijken van toegenegenheid, en met aandoening zegde hij de uitgestrektheid zijner moeielijke taak ten volle te begrijpen, en te hopen dezelve met de medewerking van den Bestuurraad en de leeraren in geweten en waardig van de stad Dendermonde te kunnen vervullen. Hierna wenschte de heer Bauwens, leeraar der klas van bouwkunde, namens zijne kollegas, den nieuwen bestuurder welkom en gaf hem de verzekering hunner ieverige medewerking en toegenegenheid. De heer Emil Byl sprak namens de leerlingen.

Plaatsgebrek verhindert ons verder over deze plechtigheid uittewijden; wij bepalen ons dus den heer J. Rosseels geluk te wenschen over zijne benoeming, en de stadsregering over haren goeden keus.

Gent. - De maetschappij van nederlandsche letterkunde: De taal is gansch het volk, heeft besloten twee prijsvragen uit te schrijven, namelijk: 1^o een drama uit de nederlandsche geschiedenis, van ten minste drij bedrijven; 2^o de muziek voor een koor op woorden van eenen gekenden nederlandschen dichter.

Alle letteroefenaars en componisten, de leden der beschrijvende maatschappij niet uitgezonderd, worden tot de prijskampen uitgenoodigd.

De prijs voor het bekroonenswaardig te oordeelen historisch drama, bestaat in eene som van 400 fr. De prijzen voor het koor zijn verdeeld als volgt: 1^e prijs 100 fr.; 2^e prijs 60 fr.; 3^e prijs 40 fr.

Het staat den toondichter vrij met de muziek van meer dan een koor mede te dingen.

De bekroonde en eervol vermelde stukken blijven de eigendom der maatschappij, die zich het recht voorbehoudt dezelve uit te geven. De handschriften der onbekroonde en geene vereerende melding waardig gekeurde stukken, zullen kunnen wedergeëischt worden.

De mededingers voor den prijs van het historisch drama zullen hunne werken vrachtvrij moeten inzenden aan den sekretaris der maatschappij, Wijngaardstraat, 8, te Gent, uiterlijk tegen den 31 December 1865. De kooren moeten vrachtvrij aan hetzelfde adres ingekomen zijn uiterlijk op den 30 Junij 1865.

De in te zendene stukken zullen niet den naam des opstellers dragen, maar wel eene kenspreuk, die ten opschrifte zal verstrekken van een er bij te voegen verzegeld briefje, inhoudende den naam, de hoedanigheid en woonplaats des mededingers. Bij elk mededingend koor zal een afzonderlijk briefje met verschillige kenspreuk moeten gevoegd zijn.

- M. Willem Rogghé heeft namens het Willemfonds een zeer belangrijk boekdeel oude en nieuwe liedjes uitgegeven, verzameld door den geleerden heer D^r Snellaert. De liedjes zijn begeleid door muziek voor piano, verzorgd door M. Hemelstoet.

Dit boekje verdient eene plaats in ieder vlaamsch huisgezin, en kan met veel vrucht een aantal uitheemsche romancen vervangen, die men er maar al te veel ontmoet.

Hekelghem. - In dit dorp aan de grenzen van Braband en van Vlaanderen, tot hetwelk de prachtige ruïnen van Afflighem behooren, ontstond, eenige maanden geleden, een vlaamsch letterlievend genootschap met kenspreuk Taal- en Volksliefde, dat, onder voorzitterschap van den burgemeester M.B. De Vis, talrijke leden won en eene rijke bibliotheek tot stand kon brengen. De stichter ervan is de jeugdige doctor M. Alfons Goffin, oud-greffier en deken der Leuvensche Rederijkkamer het Kerssouwken (Nut en Onderwijs), oud-lid van Tijd en Vlijt en thans sekretaris der Hekelghemsche maatschappij. Het nieuw genootschap, op denzelfden voet als het Leuvensch Kerssouwken ingericht, moet oneindig veel goeds te weeg brengen in de vlaamsche streek waar het gesticht werd.