De Vlaamsche School. Jaargang 10(1864)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Schild en Vrind! Het onrecht dreigde 't heilig erf te schenden: reeds hield de Dwinglandij den band gereed, door vuige zoons en laf verhuurde benden, voor Vlaandrens pas ontvoogde volk gesmeed! De Burger, kloek van ziel, liet 't onweêr dagen: hij zuchtte, en riep Gods heil op vrouw en kind; hij wist, dat 't uur der redding dra zoû slagen, en sloot zijn leed in 't wachtwoord SCHILD en VRIND! De kelk was boordevol; 't geduld liep over: de Vlaming vond geen hoop meer in den nood. Hij greep zijn GOEDENDAG, et zwoer den roover te smachten in zijn bloed; en ‘vrij of dood!’ ontvloog het uit zijn borst, die beefde en trilde bij 't fier gevoel, waardoor men helden vindt.... Men was het eens in neringe en in gilde: 't zoû morgen weêrwraak zijn bij 't SCHILD en VRIND! 't Is nacht en ijslijk stil: de vrijheidswurgers - die 't nest ontvluchten - staan voor Brugges poort. ‘Wie daar?’ Zoo klonk 't geroep van duizend burgers, en 's vreemdlings taal werd door de knods gesmoord!.... Noch krijgsmacht noch gekerm kon 't volk bedaren: het sloeg, vernielde en worstelde, als ontzind! De strijd geleek een zee, die met haar baren ten wolken dreef de strafleus SCHILD en VRIND! En weêr wordt 't Vlaamsche volk met hoon beladen: men krenkt zijne eer, zijn zeden en zijn spraak. Het buigt den nek bij 't smaadwerk van de kwaden, en schijnt ontzield door 't spuwen van den draak! Betrouwt het niet: het wacht naar beetre stonden, en waakt in rouw op 't pand zoo teêr bemind.... O! tergt het langer niet, maar heelt zijn wonden: want, wijl het lijdt, het denkt aan SCHILD en VRIND!.. karel versnaeyen. [pagina 224] [p. 224] Vorige Volgende