De Vlaamsche School. Jaargang 9
(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 61]
| |
[pagina 62]
| |
Clothildis had uit haren echt met Hlodwig, het opperhoofd der Franken, dry zonen gewonnen. Een dezer, Clhodomir genaemd, liet na zynen dood, dry kinderen na. Clothildis bejegende hun met dezelfde toegenegenheid die zy voor hunnen vader had gekoesterd, en bestuerde zelve hunne opvoeding. Dit strekte de twee andere zonen van Clothildis tot ongenoegen, daer zy, door droomen van heerschzucht gedreven, het voornemen hadden gevormd zich meester te maken van het vorstelyk erfgoed van hunnen overledenen broeder. Ziende dat de dry kinderen van Clhodomir hen tot de uitvoering van hun schuldig voornemen zouden hinderen, besloten zy van deze zich te ontmaken. De broedermoord zou den nieuwen troon der Franken bezoedelen. Zy zonden eenen afgezant aen Clothildis om de kinderen aftehalen, zeggende dat zy de beleening van hun vorstelyk efrgoed mogten komen ontvangen. Na dat Clothildis ze had laten vertrekken, werd de euveldaed voltrokken. Twee der jonge vorsten werden doorstoken; den derden gelukte het te ontsnappen. De samenstelling van M. Van den Bussche stelt het oogenblik voor daer de oude merovingiaensche koningin voor de laetste mael hare kleinkinderen omhelst. De grafsteen gaet voor altyd de lichamen bedekken van de jonge slachtoffers; een deel van den magtigen koningsstam is voor immer afgeknakt. Dit ontwerp, aen de geschiedenis ontleend en op hout geteekend door M. Van den Bussche, is gesneden door M. Désiré Verest, den laetsten kunstenaer in dat vak, dien de klas van houtsnede by de koninklyke Akademie van Antwerpen heeft voortgebragt. Het is te betreuren dat een tak der kunst, of om beter te zeggen, der kunst aen de nyverheid toegepast, ten onzent moet uitsterven of verloren gaen, terwyl men in Duitschland, Frankryk, Engeland, ja zelfs in Amerika, zoo ruimschoots daervan gebruik weet van te maken, tot de verspreiding van kunstwerken en zelfs tot opwekking van den kunstgeest. Sedert eenige jaren is dit vak van het onderwys in de eerste Akademie des Lands opgeschorst, ofschoon men nogtans met eene goede leiding en eene welberedeneerde ondersteuning, daeruit zoo veel goeds voor de kunsten en nyverheden kon doen voortvloeijen, tot verheerlyking des Vaderlands. Désiré VAN SPILBEECK. |
|