De Vlaamsche School. Jaargang 9
(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijI. - Klassieke Bouwkunde.Onder dezen pryskamp worden begrepen alle de soorten van bouwkunde, uit de grieksche of romeinsche kunst voortskomende. ‘Akademie van Schoone Kunsten voor duizend leerlingen.’ De mededingers zullen ten minste vyf teekeningen inleveren: a en b. Het plan van de benedenste en van de eerste verdieping op eene meetlyn van 5 millimeters per meter. c en d. Eene doorsnede in de lengte en in de breedte van het plan, op eene meetlyn van 1 centimeter per meter. e. Den byzonderste gevel op eene meetlyn van 1 centimeter per meter. De prys is een eerepenning en eene begiftiging van vyf honderd franken. | |
II. - Spitsbogige (ogivale) Bouwkunde.
| |
III. - Bouwkundige Versiering.Styl van de vlaemsche kunstherbloeijing in de eerste helft van de XVIIe eeuw (1600 tot 1650). ‘Zittingzael voor eene Kamer van Koophandel.’ De mededingers zullen ten minsten dry teekeningen inleveren: a. De teekening van de zoldering. b. De teekening van een der wanden van de zael. c. Een perspectief gezigt der zael, voorzien van derzelver meubelen. Deze teekening zal moeten gekleurd zyn. De prys is een eerepenning en eene begiftiging van vyf honderd franken. | |
IV. - Beeldhouwkunde.‘Een standbeeld, waervan het onderwerp ontleend is aen de vaderlandsche geschiedenis, naer de keus der mededingers.’ Het model in pleister zal ten minste 1 meter 25 centimeters hoogte moeten hebben. De prys is een eerepenning en eene begiftiging van acht honderd franken. | |
Voorwaerden.Zie bladz. 79 van den zesden jaergang 1860. |
|