Kunst- en letternieuws.
De schilder Hendrik Leys heeft wederom de laetste hand gelegd aen een tafereel dat bestemd is om de welverdiende faem dezes meesters meer en meer uittebreiden. Het stelt de hertogin Maria van Burgondië en haren echtgenoot Maximiliaen van Oostenryk voor, die aelmoesen uitdeelen aen den arme van Brugge. Maria van Burgondië bevindt zich op het voorplan omringd van verscheidene edelvrouwen van het hof. Het verschiet geeft zicht op de stad Brugge. Wy zullen ons voor het oogenblik by deze weinige woorden over deze heerlyke schepping bepalen, het oogenblik afwachtende dat wy eene byzondere studie over 's meesters schilderswyze mededeelen.
- De gunstig gekende beeldhouwer Jan Van Arendonck aen wiens beitel men de grafteekens van Willems, te Bouchout, en van Ledeganck te Gent is verschuldigd, heeft voor de St. Jacobs kerk van Antwerpen eene sierlyke relikwiekast verveerdigd. Smaekvol en eenvoudig is deze samenstelling; de engelenbeelden die ze vercieren, komen even als de andere voortbrengselen dezes meesters, door de keurigheid hunner uitvoering aengenaem het oog treffen.
- Reeds meermaels zyn wy in de gelegenheid geweest, over de gewrochten van den beeldhouwer J.B. Dilis te spreken. Thans zien wy ons weder verplicht een nieuw werk van dien bekwamen kunstenaer aen te kondigen dat voor geene van zyne vorige voortbrengsels moet onderdoen; het bestaet namentlyk uit een beeld van 93 centimeters hoogte dat de Vriendschap voorstelt. De heer Dilis heeft hier in het verveerdigen zeer veel talent aen den dag gelegd: de uitdrukking van dit beeld is diep gevoeld, terwyl het geheel van zyn samenstel die zoete eenvoudigheid verraedt, welke de vriendschap kenschetst.
Dit beeld is door den heer Dilis bestemd om in pleister, per inteekening, tegen 50 franken te worden uitgegeven, en wy denken, dat het hem aen geenen byval ontbreken zal; want het is een allerliefst gewrocht, dat door zyne keurigheid van uitvoering als kunstsieraed in iedere zael geplaetst kan worden.
- Tael- en Letterlievend genootschap: Met Tyd en Vlyt te Leuven. Wy hebben het verslag ontvangen over de werkzaemheden van dit genootschap gedurende het schooljaer 1856-1857.
Wy merken er in op dat de tegenwoordige leden, allen studenten by de hoogeschool, de zending die de stichters dezer belangryke maetschappy zich oplegden, niet te kort zyn gebleven en dat het schoon erfdeel, dat hun werd toevertrouwd, in waerdige handen is gevallen. Het is troostvol te zien hoe jongelingen, te midden hunner geestbrekende bezigheden, te midden vooral van de uitheemsche lucht, die men in het hooger onderwys inademt, tegen dezen noodlottigen invloed worstelen en hunne uitspanningsuren aen de schoone zaek der vlaemsche beweging ten beste geven.
Wanneer wy de verslagen van de meesten onzer rederykkamers doorbladeren, treffen wy er byna niets in aen als de opsomming van novellen, sentimentele dichtwerkjes en soms ook wel eens, proeven in het tooneelkundig vak. Zulke oefeningen kunnen gewis tot bewys vestrekken van de vruchtbare inbeeldingskracht, van den zuivere en sierlyken styl der schryvers; zy kunnen ook de uitspanningsuren der lezers door wegslependheid en aenlokkelykheid veraengenamen; maer, voor ernstige geesten, aen hoogere betrachtingen gewoon, behoeven er grondige redeneringen, geestige aenschouwingen en wysgierige denkbeelden, die men toch zelden in de bovenaengehaelde vakken aentreft: voor zulken dus, die prys hechten aen eene verhevene poëzy, aen geschied- en taelkundige vraegpunten, aen bepleitingen over philosophische voorstellen en meer andere ernstige oefeningen, zal het verslag, door M. Collaes in naem van het bestuer van ‘Met Tyd en Vlyt’ voorgedragen byzonder welkom zyn, vermits, buiten eenige byzonderheden die tot hier toe verholen bleven, zy een nieuw bewys zullen bezitten dat onze eigene tael vatbaer is voor al de uitdrukkingen die in de wetenschap, welke zy dan ook zy, mogen voorkomen.
Wy zullen den heer Collaes niet volgen in de ontleding der verschillende werken die in het genootschap werden voorgedragen. Dat het ons slechts vergund zy te wenschen dat deze veelbelovende. Maetschappy met vlyt vooruittrede et de tyd zal leeren dat de vereenigde aenhoudende poogingen van een kundig en vaderlandslievend leger niet voor het geweld onzer willekeurige en vooringenomene vyanden zal zwichten! Dat MM. Collaes, Busschots, Fritsen, Grandgaignage, Van Beeck, Van Loock en meer anderen, zich niet door den arbeid laten ontmoedigen, maer dat zy zich met onverpoosden yver voorbereiden tot den dag waerop wy ze met geestdrift onder de stryders der volkszaek zullen begroeten! Dat zy, die ons nader bekend zyn en het zufaerd reeds moedig hebben opgevat, gelyk MM. Angillis, Boutens, Dart, Schuermans en Van Linthout, hunne jonge medebroeders door het goede voorbeeld aenprikkelen, dat zy hen voorgaen in den weg die tot het goede en het ware geleidt - en de toekomst is hun verzekerd.
January, 1858.
F.V.T.
- Onder den titel van Revue Germanique, hebben de heeren Ch. Dollfus en A. Nefftzer de uitgave begonnen van een nieuw tydschrift welk gelyk de titel het aenduidt voornamentlyk aen de geestesbeweging van Duitschland zal worden toegewyd. De nauwe betrekkingen waerin hoog- en nederduitschers verkeeren, doen ons deze onderneming met belang te gemoet zien.
- Aengekondigd: te Mechelen by Van Velsen: Reinaert de Vos; 2e uitgave tot schoolgebruik ingericht.